In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Digitale vaardigheden
WORD
7 november 2022
Bufferweek - keuzedeel
Slide 1 - Tekstslide
Met welke SNELTOETS kun je de tekst vet maken?
A
CTRL+B
B
CTRL+C
C
CTRL+N
D
CTRL+U
Slide 2 - Quizvraag
Wat wordt er in WORD met een 'Stijl' bedoeld?
A
Het paginaformaat en de marges van een document
B
Een effect dat u kunt toepassen op een afbeelding
C
Een standaard opmaak en indeling van een alinea
D
De weergave van een letterype
Slide 3 - Quizvraag
Met welke SNELTOETS kun je jouw document opslaan?
A
F11
B
CRTL+S
C
ALT+S
D
SHIFT+S
Slide 4 - Quizvraag
Via welk tabblad in het lint kun je Bronvermelding toevoegen
A
Ontwerpen
B
Indeling
C
Invoegen
D
Verwijzingen
Slide 5 - Quizvraag
Met welke SNELTOETS kun je de tekst onderstrepen?
A
CTRL+B
B
CTRL+N
C
CTRL+V
D
CTRL+U
Slide 6 - Quizvraag
Met welke SNELTOETS kun je de tekst Cursief maken?
A
CTRL+V
B
CTRL+I
C
CTRL+C
D
CTRL+X
Slide 7 - Quizvraag
Met welke SNELTOETS kun je een nieuw leeg document maken?
A
F12
B
Alt+N
C
CRTL+N
D
SHIFT+N
Slide 8 - Quizvraag
Hoe kan je een WORD-document direct als bijlage in outlook hangen?
A
Je moet het eerst opslaan
B
via delen
C
via afdrukken
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een thema in WORD?
A
Het onderwerp waar het document over gaat
B
Een set op elkaar afgestemde kleuren en lettertypen
C
Een sjabloon
D
Een specifiek document
Slide 10 - Quizvraag
Je hebt een tekst ingetypt, maar had per ongeluk de CAPS LOCK aanstaan. je selecteert de betreffende tekst. met welke sneltoets combinatie kun je vervolgens de letters weer klein maken?
A
ALT+F3
B
CTRL+F3
C
SHIFT+F3
D
CTRL+ENTER
Slide 11 - Quizvraag
Je hebt een woord geselecteerd. Het woord is geheel opgemaakt naar je wensen en je wilt graag dat andere woorden deze opmaak ook krijgen. Met welke sneltoets kun je de opmaak van het woord kopiëren?
A
CTRL+O
CTRL + P
B
CTRL+SHIFT+O
CTRL + SHIFT + P
C
CTRL+C
CTRL + V
D
CTRL+SHIFT+C
CTRL + SHIFT + V
Slide 12 - Quizvraag
Als je op DICTEREN klik
A
Wordt de getypte tekst voorgelezen
B
Wordt de gesproken tekst getypt
Slide 13 - Quizvraag
Op welk tabblad moet u klikken om je tekst te laten Voorlezen?
A
Start
B
Verwijzingen
C
Controleren
D
Indeling
Slide 14 - Quizvraag
Hoe maak ik een gedeeltelijke schermopname?
A
prt scr
B
CTRL + C / CTRL + V
C
Windows + Shift + S
D
CTRL + Shift + S
Slide 15 - Quizvraag
Hoe kunt u een tekstvak verslepen naar een andere plaats?
A
Plaats de aanwijzer midden op het tekstvak
B
Plaats de aanwijzer op de hoek van het tekstvak
C
Plaats de aanwijzer op de rand van het tekstvak
D
Het is niet mogelijk
Slide 16 - Quizvraag
Wat gebeurt er als u op deze knop <- klikt? (CTRL + Z)
A
De cursor beweegt naar links over de tekst
B
De laatste handeling wordt ongedaan gemaakt
C
De hoeveelheid links inspringen wordt verkleind
D
De volgende handeling wordt uitgevoerd
Slide 17 - Quizvraag
Is het mogelijk om met de cijfers in een tabel in Word berekeningen te maken?