Nederland en Nederlands

Nederland
1 / 34
volgende
Slide 1: Woordweb

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Nederland

Slide 1 - Woordweb

Hallo Julia, woon................ook in Maastricht?
A
hij
B
zij
C
jij

Slide 2 - Quizvraag

Dat is Martin. ............. komt uit Nederland.
A
zij
B
hij
C
jij

Slide 3 - Quizvraag

Marc en Jim, gaan .............. mee?
A
jullie
B
hij
C
zij

Slide 4 - Quizvraag

Mevrouw, woont..............op nummer 12?
A
jij
B
u
C
zij

Slide 5 - Quizvraag

Het is pauze, ............ stoppen 5 minuten.
A
ze
B
jullie
C
we

Slide 6 - Quizvraag

Hoe laat is het?
kwart over zeven 's morgens

Slide 7 - Open vraag

Hoe laat is het?
twee uur 's middags

Slide 8 - Open vraag

Hoe laat is het?
acht uur 's avonds

Slide 9 - Open vraag

Hoe laat is het?
drie uur 's nachts

Slide 10 - Open vraag

zaterdag en zondag is......
A
week
B
weekend
C
vakantie

Slide 11 - Quizvraag

Ik..........aan sport.
A
werk
B
studeer
C
doe

Slide 12 - Quizvraag

Hij...............piano.
A
loop
B
eet
C
speelt

Slide 13 - Quizvraag

Wij............boeken.
A
luister
B
lezen
C
kijk

Slide 14 - Quizvraag

Ik.............op vakantie.
A
gaat
B
gaan
C
ga

Slide 15 - Quizvraag

Ik................naar muziek.
A
luister
B
luistert
C
luisteren

Slide 16 - Quizvraag

Zij............naar Parijs.
A
reizen
B
reist
C
reis

Slide 17 - Quizvraag

Ik............in het weekend vrij.
A
zijn
B
ben
C
is

Slide 18 - Quizvraag

De pen ligt............de tafel.
A
in
B
naast
C
op

Slide 19 - Quizvraag

Ik sta............de tafel.
A
onder
B
in
C
naast

Slide 20 - Quizvraag

De stoel staat...............de tafel.
A
onder
B
achter
C
voor

Slide 21 - Quizvraag

De tas ligt................de tafel.
A
voor
B
naast
C
onder

Slide 22 - Quizvraag

Hoe laat is het?
17.45u

Slide 23 - Open vraag

Hoe laat is het?
9.00u

Slide 24 - Open vraag

Hoe laat is het?
15.10u

Slide 25 - Open vraag

Hoe laat is het?
00.30u

Slide 26 - Open vraag

restaurant- Ik- eten -in- een.

Slide 27 - Open vraag

rekening- Mogen- ik- de- alstublieft?

Slide 28 - Open vraag

biertje- Een- alsjeblieft!

Slide 29 - Open vraag

brengen -de -kaart- De- serveerster.

Slide 30 - Open vraag

ontbijten- Hij -nooit.

Slide 31 - Open vraag

water -lunch- bij- Ik- drinken- de.

Slide 32 - Open vraag

studeren -universiteit- Wij -aan -de.

Slide 33 - Open vraag

naam- Jill -is -Mijn -uit- en-Amerika- ik -komen.

Slide 34 - Open vraag