1HV Blok 4 spelling 1 - tussen-n in samenstellingen

Tussen-n
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tussen-n

Slide 1 - Tekstslide

Les van vandaag
Doelen 
Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in een zin benoemen. 
Je weet wanneer je een tussen-n schrijft in samenstellingen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

eerste persoon
enkelvoud
onderwerpsvorm

Slide 4 - Open vraag

derde persoon
meervoud
voorwerpsvorm

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel persoonlijke vnw?
Het gebeurt mij en hen niet nog een keer.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Tussen-n in samenstellingen
Een samenstelling: een nieuw woord maken door twee bestaande woorden samen te voegen.

Soms moet er -n of -e tussen.

Slide 7 - Tekstslide

Regels
Je schrijft een tussen-n als
- het eerste deel van het woord een znw is 
                                        én
- het znw alleen een meervoudsvorm op -en    
   heeft.

Slide 8 - Tekstslide

asperge + soep
A
aspergensoep
B
aspergesoep

Slide 9 - Quizvraag

fiets + rek
A
fietserek
B
fietsenrek

Slide 10 - Quizvraag

Uitzondering
Als het eerste deel iets unieks is
zonnebril - maneschijn
Als het eerste deel geen meervoud heeft 
rijstepap
Als het eerste deel een versterkend woord is
reuzegoed, beresterk, apetrots
Of vaste uitdrukking zoals bullebak, schattebout.

Slide 11 - Tekstslide

zon + schijn
A
zonneschijn
B
zonnenschijn

Slide 12 - Quizvraag

horloge + maker
A
horlogemaker
B
horlogenmaker

Slide 13 - Quizvraag

spinnen + wiel
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
berensterk
B
goedemorgen
C
vitaminepil
D
lampekap

Slide 15 - Quizvraag

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 16 - Woordweb

Huiswerk
Spelling

Lezen par. 4.10
maken opdracht 25, 26 en 27
in eDition

Slide 17 - Tekstslide