Financiën eigen bedrijf

Hoofdstuk 5:
Financiën
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5:
Financiën

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord financiën?

Slide 2 - Open vraag

Onderdelen H5
  1. Investeringsbegroting
  2. Financieringsplan
  3. Exploitatiebegroting
  4. :Liquiditeitsbegroting

Slide 3 - Tekstslide

Investeringsbegroting
= Een inschatting maken van hoeveel geld je nodig hebt om je bedrijf te kunnen starten. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb je allemaal nodig om een bedrijf te kunnen starten?

Slide 5 - Open vraag

Waar moet je bijvoorbeeld aan denken?
  • Ga ik een pand huren of kopen?
  • Welke machines/ gereedschappen heb ik nodig?
  • Hoe ga ik mijn bedrijf inrichten?
  • Welk personeel heb ik nodig, welk salaris hoort daar bij?
  • Heb ik voorraden nodig? zo ja, hoeveel voorraad? 

Slide 6 - Tekstslide

Investeringsbegroting
  1. Vaste activa = alles in je bedrijf dat langer dan een jaar meegaat. Bijvoorbeeld een bureau/ auto.
  2. Vlottende activa = alles in je bedrijf dat korter dan een jaar meegaat. Bijvoorbeeld je voorraad.
  3. Aanloopkosten = alle kosten die je maakt om je bedrijf op te starten
  4. Liquide middelen = Al het geld dat je in kas en op de bank hebt staan

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht:

Maak de investeringsbegroting voor jullie bedrijf.
  • Dit doe je in Excel
  • Je deelt je investeringsbegroting in Vaste activa, vlottende activa,  aanloopkosten en liquide middelen.
  • Knip/ plak de tabel in jullie WORD-verslag
  • Leg uit hoe je aan de verschillende bedragen bent gekomen.

Slide 8 - Tekstslide

Financieringsplan:

Dit doe je in vier stappen:
1. Stel vast hoeveel geld je nodig hebt. (Investeringsbegroting).
2. Welk bedrag heb je zelf om te investeren? = eigen vermogen
3. Welk bedrag heb je nodig van anderen? = vreemd vermogen
4.Ga op zoek naar financiers.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zou je extra geld kunnen krijgen voor jullie onderneming?

Slide 10 - Open vraag

Financiers vinden!
1. Familie of vrienden
2. Crowdfunding
3. De bank
4 Micro financiering (via bijvoorbeeld Qredits)


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht: 
Maak het financieringsplan voor jullie bedrijf.
  • Dit doe je in Excel
  • Knip/ plak de tabel in jullie WORD-verslag
  • Leg uit hoe je aan de verschillende bedragen bent gekomen

Slide 12 - Tekstslide

Exploitatiebegroting
Maak je om te kijken of je winst of verlies draait met je bedrijf.

Slide 13 - Tekstslide

1. Omzet
  • De omzet = het aantal euro dat een bedrijf verdiend (zonder dat de kosten eraf zijn) = opbrengsten
  • De afzet = Het aantal verkochte producten in stuks

Formule omzet = 
Afzet x (de gemiddelde) verkoopprijs per product



Slide 14 - Tekstslide

2. Inkoopwaarde
Inkoopwaarde = De totale prijs waar een bedrijf haar producten voor in koopt.

Formule inkoopwaarde =
Afzet x (gemiddelde) inkoopprijs per product

 

Slide 15 - Tekstslide

3. Bedrijfskosten
Bedrijfskosten = Alle kosten die een bedrijf heeft (vast + variabel) behalve de inkoopwaarde

Formule bedrijfskosten
Alle vaste en variabel kosten bij elkaar optellen
 

Slide 16 - Tekstslide

4. Netto winst
Nettowinst = De winst die een bedrijf daadwerkelijk heeft gehaald na aftrek van alle kosten

 
Formule nettowinst =
  1.  Omzet – inkoopwaarde - bedrijfskosten

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Waarom maakt Blokker volgens jou verlies en wat zouden ze hier aan kunnen doen?

Slide 19 - Open vraag

Opdracht: 
Maak de exploitatiebegroting voor jullie bedrijf.
  • Dit doe je in Excel
  • Knip/ plak de tabel in jullie WORD-verslag
  • Leg uit hoe je aan de verschillende bedragen bent gekomen

Slide 20 - Tekstslide

Liquiditeitsbegroting
Een overzicht van je ontvangsten en je uitgaven en bestaat uit. Je gaat dan eigenlijk kijken of je het hele jaar door voldoende geld kunt verdien. De liquiditeitsbegroting bestaat uit:  
  1. Beginsaldo van de week (bank + wat er in kas zit)
  2. Welke ontvangsten en uitgaven doe je deze week?
  3. Heb je een tekort of een overschot?

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht: 
Maak de liquiditeitsbegroting voor jullie bedrijf.
  • Dit doe je in Excel
  • Knip/ plak de tabel in jullie WORD-verslag
  • Leg uit hoe je aan de verschillende bedragen bent gekomen

Slide 22 - Tekstslide