les 1 - Werk


Thema 4 - Werk- les 1 - Werk
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


Thema 4 - Werk- les 1 - Werk

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • leer- en lesdoelen
  • Startopdracht
  • Opdracht 'redenen om te werken'
  • Opdrachten 'loondienst of ondernemen'
  • Opdracht 'vrijwilligerswerk'
  • Bespreken les- en leerdoelen 

Slide 2 - Tekstslide


  • Heb ik geleerd welke redenen mensen kunnen hebben om te werken;
  • heb ik geleerd wat een werknemer, werkgever en ondernemer is;
  • heb ik geleerd wat vrijwilligerswerk is. 

Slide 3 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het einde van les heb ik:
  • samengewerkt met een klasgenoot, door met elkaar na te denken over verschillende voorbeelden van vrijwilligerswerk;
  • deelgenomen aan een klassengesprek over vrijwilligerswerk door mijn mening te geven over een stelling. 

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht
Maak in een tweetal de startopdracht op blz. 120
Maak daarna met de klas een gezamenlijk woordweb. 

Slide 5 - Tekstslide

Werken

Slide 6 - Woordweb

Theorie 1: Redenen om te werken
Je kunt om verschillende redenen gaan werken. De meeste mensen werken in eerste plaats om geld te verdienen. Maar je kunt meer redenen hebben om te werken. Zoals? 




Maak opdracht 1 zelfstandig op blz. 122 en 123

Slide 7 - Tekstslide

Theorie 2: Loondienst of ondernemen
Als je voor een baas werkt, bijvoorbeeld als verkoopmedewerker in een supermarkt, ben je in loondienst. jij bent dan een werknemer en het bedrijf waarvoor je werkt is je werkgever.  
Als je werknemer van een supermarkt bent, is de supermarkt dus je werkgever. 

Je kunt er ook voor kiezen om je eigen bedrijf te starten, bijvoorbeeld door als thuiskapper te gaan werken. Iemand met een eigen bedrijf noem je een ondernemer
Als ondernemer ben je eigen baas. 

Opdracht 2 en 3 maak je met z'n tweeën

Slide 8 - Tekstslide

Theorie 3: Vrijwilligerswerk
Veel mensen krijgen betaald voor het werk dat ze doen, maar dat geldt niet voor iedereen. Als je voor een organisatie werkt zonder dat je daar geld voor krijgt, doe je vrijwilligerswerk.
Veel mensen  doen vrijwilligerswerk omdat ze iets willen betekenen voor de samenleving. Je kunt bijvoorbeeld als vrijwilliger in een dierenasiel werken. 

Als het doel van werk is om praktijkervaring op te doen tijdens je opleiding, spreek je van een stage. Stages kunnen betaald of onbetaald zijn. 


Maak opdracht 4 in tweetallen op blz. 127


Slide 9 - Tekstslide

Stelling: Iedereen moet verplicht vrijwilligerswerk doen.

Slide 10 - Open vraag


  • Heb ik geleerd welke redenen mensen kunnen hebben om te werken;
  • heb ik geleerd wat een werknemer, werkgever en ondernemer is;
  • heb ik geleerd wat vrijwilligerswerk is. 

Slide 11 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het einde van les heb ik:
  • samengewerkt met een klasgenoot, door met elkaar na te denken over verschillende voorbeelden van vrijwilligerswerk;
  • deelgenomen aan een klassengesprek over vrijwilligerswerk door mijn mening te geven over een stelling. 

Slide 12 - Tekstslide