Thema 11 Zintuigen (4A-GT)

Basisstof 1
Het zintuigenstelsel
THEMA 11: Zintuigen
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 1
Het zintuigenstelsel
THEMA 11: Zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt de werking van zintuigen beschrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Waarnemen
Om je omgeving waar te nemen gebruik je zintuigen.

Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.


Slide 3 - Tekstslide

Prikkels
Invloeden vanuit de omgeving.

Opgevangen door zintuigen, waardoor je ze kunt waarnemen.


Slide 4 - Tekstslide

Zintuigen & prikkels
Geluid
Licht
Warmte
Kou
Druk
Aanraking
Geur
Smaak
Alle 10 zintuigen samen = zintuigenstelsel
Evenwicht
Pijn

Slide 5 - Tekstslide

Zintuigen
Hebben speciale zintuigcellen die prikkels opvangen.

Sturen een impuls (elektrisch signaal) naar de hersenen, via de zenuwen.
In je hersenen word je je bewust van de prikkels.

Slide 6 - Tekstslide

Drempelwaarde
Een impuls ontstaat: 
1) Bij een prikkel waar een zintuigcel speciaal gevoelig voor is
2) alleen als de prikkel de drempelwaarde overschrijdt.



Slide 7 - Tekstslide

Drempelwaarde is aanpasbaar
1) Gewenning (verhoging van drempelwaarde = minder impulsen) 
                  - Bijvoorbeeld: kleding dragen of harde geluiden

2) Motivatie (verlagen van drempelwaarde = meer impulsen)
                   - Bijvoorbeeld: aandachtig luisteren

Slide 8 - Tekstslide

Basisstof 2
Tien zintuigen van de mens
THEMA 11: Zintuigen

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn
  • Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zin

Slide 10 - Tekstslide

De 5 zintuigen in je huid

Slide 11 - Tekstslide

De 5 zintuigen in je huid
1) Tastzintuig (glad, ruw, hard en zacht)
2) Drukzintuig
3) Koudezintuig
4) Warmtezintuig
5) Zenuwuiteinden (pijnpunten)

Slide 12 - Tekstslide

6) Het reukzintuig

Slide 13 - Tekstslide

7 )Het smaakzintuig
- Smaakstof: Bitter, zuur, zout, zoet, umami (hartig)
 
 - De smaakknopjes sturen een impuls naar je hersenen

Slide 14 - Tekstslide

8) Het gezichtszintuig


Slide 15 - Tekstslide

Basisstof 3 
De ogen
THEMA 11: Zintuigen

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de inwendige en uitwendige delen van een oog noemen met hun functies en kenmerken 

Slide 17 - Tekstslide

Uitwendige bouw van het oog

Slide 18 - Tekstslide

Het oog: Dwarsdoorsnede

Slide 19 - Tekstslide

Behandelen volgende les:

9) Het gehoorzintuig

10) Het evenwichtzintuig

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


Hiernaast zie je de doorsnede van het menselijk oog.
Alle onderdelen zijn genummerd. Welk nummer is de pupil?

A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 22 - Quizvraag

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 23 - Quizvraag

Basisstof 4
De iris en de ooglens

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen:
  •  Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt
  • Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat 

Slide 25 - Tekstslide

Het oog: Dwarsdoorsnede

Slide 26 - Tekstslide

Pupilreflex: regelt de hoeveelheid licht dat op je zintuigcellen valt. Beschermt zintuigcellen.
kringspieren: pupil wordt klein

Slide 27 - Tekstslide

Pupilreflex

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Scherp zien
Bolle lens

Lichtbreking

Aanpassing lens door lensbandje

Aanpassing doorlensbandje

Slide 30 - Tekstslide

Veraf en dichtbij 

Slide 31 - Tekstslide

Accommoderen = aanpassen lens

Slide 32 - Tekstslide

Basisstof 5
Het netvlies

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen:
  •  Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Waar de oogzenuw zit is de blinde vlek, daar zitten geen zintuigcellen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Netvlies
Op het netvlies liggen 2 soorten zintuigcellen.

1. De staafjes
2. De kegeltjes 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

staafjes (rods): zwart/wit zien, bij weinig licht
kegeltjes (cones): kleur zien, bij veel licht

De gele vlek bevat veel kegeltjes.

In de blinde vlek zitten geen staafjes en kegeltjes , maar de oogzenuw

Slide 40 - Tekstslide

rood/groen kleurenblindheid

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Thema zintuigen
-De oren

Slide 43 - Tekstslide

Leerdoelen:
  •  Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken

Slide 44 - Tekstslide




Geluiden zijn trillingen van de lucht
Frequentie van geluid
Amplitude van geluid

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Het slakkenhuis
Bestaat uit 3 kanalen
vlies (ovale venster) trilt --> vloeistof 
in slakkenhuis gaat trillen.

Middelste kanaal: Zintuigcellen met 
haartjes: geluid wordt opgezet in impuls

Slide 52 - Tekstslide