B01 - Zintuigen

1 / 39
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Woordweb

Boek 3B
Thema 6: Zintuigen

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Prikkels en impulsen
  • Adequate prikkels
  • Verschillende zintuigen leren kennen
  • Onderdelen en functies

Slide 3 - Tekstslide

Basisstof 1
Het zintuigenstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Het zintuigenstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt een zintuig?
Buiten het zenuwstelsel
Binnen het zenuwstelsel
Zintuigcellen

Slide 6 - Tekstslide

Voor welke prikkels zijn de volgende organen specifiek gevoelig?
De tong
Het oog
Het oor
Trillingen van lucht
Smaakstoffen
Licht

Slide 7 - Sleepvraag

Drempelwaarde & adequate prikkel
Drempelwaarde = Minimale prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt

Hoe zal motivatie en gewenning invloed hebben op de drempelwaarde?

Slide 8 - Tekstslide

In de huid komen o.a. tastzintuigen en drukzintuigen voor. Welke van deze twee zit meer aan de oppervlakte?
A
De tastzintuigen
B
De drukzintuigen

Slide 9 - Quizvraag

Basisstof 2
Voelen, ruiken en proeven

Slide 10 - Tekstslide

De huid

Slide 11 - Tekstslide

Reukzintuig

Slide 12 - Tekstslide

Smaakzintuig

Slide 13 - Tekstslide

Verkouden?
Waardoor komt het dat je minder proeft als je verkouden bent?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de pupil?
A
Een zwart gekleurd vlies
B
Een doorzichtig vlies
C
Een gat
D
Hetzelfde als de lens

Slide 15 - Quizvraag

Basisstof 3
De ogen

Slide 16 - Tekstslide

Het oog
Wat is de iris eigenlijk?

Slide 17 - Tekstslide

De iris is een gepigmenteerd deel van het vaatvlies
Bij albinisme is de iris rood

Slide 18 - Tekstslide

Basisstof 4
De iris en de ooglens

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer is een pupil klein?
A
In een ruimte met weinig licht
B
Als je naar iets dichtbij kijkt
C
Als je naar iets in de verte kijkt
D
In een ruimte met veel licht

Slide 20 - Quizvraag

De pupilreflex

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Beeldvorming en scherp zien

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Accommoderen
Veraf
Dichtbij

Slide 25 - Tekstslide

In het netvlies komen twee zintuigcellen voor: kegeltjes en staafjes. Welke nemen kleur waar?
A
De kegeltjes
B
De staafjes

Slide 26 - Quizvraag

Pauze!

Slide 27 - Tekstslide

Basisstof 5
Het netvlies

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Kegeltjes
  • In de gele vlek
  • Gevoelig voor kleuren

Staafjes
  • Buiten de gele vlek om
  • Gevoelig voor contrast

Gele vlek
Het scherpste zicht

Blinde vlek
Géén zicht

Slide 30 - Tekstslide

Inktvissen hebben geen blinde vlek

Slide 31 - Tekstslide

Praten heeft een geluidsniveau van 60 dB. Een rockconcert ongeveer 120 dB. Hoeveel keer luider ervaar je dat?
A
2x
B
8x
C
16x
D
64x

Slide 32 - Quizvraag

Basisstof 6
De oren

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Geluid is trillende lucht

Slide 35 - Tekstslide

Het oor

Slide 36 - Tekstslide

Het slakkenhuis

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Samenvattend
  • Prikkels zijn waarneembare invloeden, en impulsen zijn signaaltjes in het zenuwstelsel.
  • Adequate prikkels zijn prikkels waar een zintuig specifiek gevoelig voor is.
  • De drempelwaarde van een zintuigcel bepaalt hoe sterk een prikkel moet zijn voordat er een impuls ontstaat
  • Leer de onderdelen en functies van de huid, de neus, de tong, de ogen, en de oren.
  • Accomoderen = De vorm van de lens veranderen om scherp te zien
  • Pupilreflex = De grootte van de pupil regelen om de juiste hoeveelheid licht door te laten

Tijd voor de oefentoets!

Slide 39 - Tekstslide