In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Thema 3 Bloed
Klas 2
KGT
Slide 1 - Tekstslide
Welkom
Je hebt een biologieles van 30 minuten.
We bespreken thema 3: de bloedsomloop.
Herhaling uitleg + oefenvragen
Slide 2 - Tekstslide
Biologische tekeningen
Je moet er bij alle afbeeldingen opletten, dat ze in spiegelbeeld staan.
Rechts op papier is in werkelijkheid de linkerkant van het lichaam.
Slide 3 - Tekstslide
Dubbele bloedsomloop
Het bloed gaat tweemaal door het hart in twee verschillende bloedsomlopen.
De kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop.
Slide 4 - Tekstslide
Kleine bloedsomloop
Longen – hart – longen
Zuurstof wordt opgenomen in het bloed. Koolstofdioxide wordt afgegeven in de longen.
Slide 5 - Tekstslide
Grote bloedsomloop
Hart – organen/hele lichaam – hart
Afgifte van zuurstof en voedingsstoffen aan cellen in het lichaam.
Opname van koolstofdioxide en afvalstoffen in het bloed.
Slide 6 - Tekstslide
3 typen bloedvaten
Slide 7 - Tekstslide
Bloed vervoert stoffen door je lichaam
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Rode bloedcellen krijgen hun kleur van hemoglobine
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
De kleine bloedsomloop haalt koolstofdioxide uit je longen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Een slagader heeft een dunne wand
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Het hart pompt bloed door de bloedvaten in het lichaam
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 1?
A
Bloedplaatje
B
Rode bloedcel
C
Witte bloedcel
D
Bloedplasma
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 2?
A
Bloedplaatje
B
Rode bloedcel
C
Witte bloedcel
D
Bloedplasma
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 3?
A
Bloedplaatje
B
Rode bloedcel
C
Witte bloedcel
D
Bloedplasma
Slide 15 - Quizvraag
In hooggelegen gebieden bevat de lucht minder zuurstof dan in Nederland. Nederlandse topsporters trainen graag een aantal weken in die gebieden. Daarna leveren ze in Nederland betere prestaties. Als gevolg van de training is de samenstelling van het bloed veranderd.
Wat is door de training veranderd in de samenstelling van het bloed?
A
Het bloed bevat meer bloedplaatjes
B
Het bloed bevat meer rode bloedcellen
C
Het bloed bevat meer witte bloedcellen
D
Het bloed bevat meer bloedplasma
Slide 16 - Quizvraag
Een teek voedt zich met bloed van dieren en mensen. Het speeksel van de teek zorgt ervoor dat het bloed niet stolt.
Welk bestanddeel van het bloed kan zijn normale functie dan niet meer uitvoeren?
A
Bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplaatjes
Slide 17 - Quizvraag
Patiënten met de ziekte aids zijn gevoeliger voor ziekteverwekkers dan gezonde mensen. Ze krijgen bijvoorbeeld snel een longontsteking. Dat komt doordat bepaalde bloeddeeltjes door het aidsvirus (hiv) worden vernietigd.
Welke bloeddeeltjes worden door het aidsvirus vernietigd?