In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Oligopolie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Voorbeelden noemen van markten van oligopolie
De kenmerken van de marktvorm oligopolie beschrijven
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Hierna volgen vier korte vragen over de marktvormen uit hoofdstuk 1 en 2: Markt van volkomen concurrentie/ volledige mededinging en de monopolie.
Slide 3 - Tekstslide
Benoem vier kenmerken van de marktvorm volkomen concurrentie
Slide 4 - Open vraag
Welk product is homogeen?
A
Kaas
B
Bier
C
Wijn
D
Graan
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van een monopolie?
A
Veel aanbieders
B
Heterogeen product
C
Eén aanbieder
D
Onderscheidend
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Oligopolie
Voorbeelden van oligopolies zijn veel te vinden in de markten waarmee grote kapitalen of diepgaande kennis gemoeid is.
Voorbeelden zijn de staalindustrie, het bankwezen, de computermarkt, de vliegtuigindustrie, de oliemarkt, energie, onderwijs, huisvesting, media, telefonie, supermarkten en internet.
Slide 8 - Tekstslide
Oligopolie
Homogeen oligopolie
(klanten letten vooral op de prijs, er kan een prijsoorlog ontstaan)
Heterogeen oligopolie
(producenten moeten met elkaar concurreren)
Slide 9 - Tekstslide
Supermarkten
Internet en telefonie
Heterogeen oligopolie
Slide 10 - Tekstslide
Energie
Brandstof
Homogeen oligopolie
Slide 11 - Tekstslide
Duopolie
Als er maar twee oligopolies zijn, noem je het een duopolie.
Slide 12 - Tekstslide
Weinig aanbieders, veel vragers
Slide 13 - Tekstslide
Moeilijke toetreding tot de markt
Toetredingsbarrières:
hoge aanvangsinvesteringen
verzonken kosten (vaste gemaakte kosten die bij sluiting van de onderneming nite meer terugverdiend kunnen worden)
octrooien
Slide 14 - Tekstslide
Concurrentie vs. samenwerken
schaalvoordelen
verzonken kosten: hierdoor zullen partijen terughoudend zijn met samenwerking, tenzij er contracten worden gemaakt.
octrooien: bewijs van uitvinding, geeft alleenrecht op commercieel gebruik van uitvinding.
Slide 15 - Tekstslide
Kartel
Verboden prijsafspraken = kartel
Reden → onderlinge concurrentie beperken
Slide 16 - Tekstslide
Bij homogene goederen is de concurrentie feller dan bij heterogene producten.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 17 - Quizvraag
Naarmate er minder concurrentie is, hebben aanbieders meer invloed op de prijs van hun product.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 18 - Quizvraag
De kans op een kartel is bij een oligopolistische marktvorm veel groter dan bij volkomen concurrentie.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 19 - Quizvraag
Welke van de volgende goederen / diensten kunnen een oligopolist zijn?
A
Benzine
B
Mobiele telefoons
C
Cola
D
Vliegtuigmaatschappij
Slide 20 - Quizvraag
Een kartel is niet strafbaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Hoe heet een product waarbij het voor de consument niet uit maakt wie het levert of van welk merk het product is?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.