2HV H5 Lezen

2HV H5 Lezen
Lesdoel: aan het eind van de les weet je wat kritisch lezen is en kun de betrouwbaarheid van een tekst vaststellen. 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2HV H5 Lezen
Lesdoel: aan het eind van de les weet je wat kritisch lezen is en kun de betrouwbaarheid van een tekst vaststellen. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je over de vorige afbeeldingen? Waarom was dit nepnieuws?

Slide 4 - Woordweb

Welk belang had de auteur om een verkeerde foto bij zijn tekst te plaatsen?

Slide 5 - Open vraag

Lees de volgende artikelen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke tekst is betrouwbaar en waarom?

Slide 9 - Open vraag

Hoe kun je controleren of informatie klopt?

Slide 10 - Woordweb

Stelling: 'Een artikel uit het jaar 2004 is betrouwbaar'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Stelling: 'Je kan er vanuit gaan dat een auteur van een tekst deskundig is'
Juist of onjuist? Waarom?

Slide 12 - Open vraag

Theorie - Kritisch lezen 
Om vast te stellen of een tekst betrouwbaar is, moet je deze tekst kritisch lezen. 

Een tekst kan niet objectief zijn. Dat wil zeggen dat er informatie wordt weggelaten, omdat de auteur daar belang bij heeft. Denk aan een reclamefolder of artikelen in een roddelblad. 

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is een roddelblad niet objectief?

Slide 14 - Open vraag

Informatie in een roddelblad is niet objectief omdat het doel van de tekst is om je te vermaken. Het maakt voor het blad niet uit of het op waarheid gebaseerd is. Zij willen gewoon zo veel mogelijk bladen verkopen. 

Slide 15 - Tekstslide

Stel bij het kritisch lezen van een tekst het volgende vast: 
- Is de auteur deskundig? 
- Is de auteur onpartijdig of heeft hij een bepaald belang? Kun je uit de tekst of het onderschrift iets afleiden over de opleiding of het beroep van de auteur? 
- Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd? 
- Is de informatie in de tekst niet verouderd? 
- Zijn de mensen die geïnterviewd worden betrouwbaar en deskundig? Komen er voor- en tegenstanders aan het woord? 
- Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijk dingen weg? 
- Zijn de argumenten van de auteur sterk of kun je hier makkelijk iets tegen inbrengen? 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide