Thema 2 dag 4 individueel

Thema 2 dag 4 - het lichaam
de school
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 dag 4 - het lichaam
de school

Slide 1 - Tekstslide

Pak de computer.
Wijs naar het bord.
Schrijf op je blad.
Lees het woord.
Teken het woord.

Slide 2 - Tekstslide

Ga zitten.
Ga staan.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is dit?
Wat is dit?
A
Dit is een klok.
B
Dit is een bord.
C
Dit is een slijper.
D
Dit is een kleurpotlood.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is dit?
Wat is dit?
A
Dit is een klok.
B
Dit is een bord.
C
Dit is een slijper.
D
Dit is een kleurpotlood.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is dit?
Wat is dit?
A
Dit is de lijm.
B
Dit is de computer.
C
Dit is de slijper.
D
Dit is het bord.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is dit?
Wat is dit?
A
Dit is de stift.
B
Dit is de computer.
C
Dit is de plakstift.
D
Dit is het bord.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is dit?
Wat is dit?
A
Dit is het stopcontact.
B
Dit is de toets.
C
Dit is de tekening.
D
Dit is de lichtknop.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is dit?
Wat is dit?
A
Dit is het stopcontact.
B
Dit is de toets.
C
Dit is de tekening.
D
Dit is de lichtknop.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

ontelbaar
de lijm (twee tubes lijm)
het plakband (vijf rollen plakband)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Enkelvoud
Meervoud
de klok
de klokken
het bord
de borden
de stift
de stiften
de slijper
de slijpers
de computer
de computers
de agenda
de agenda's 
de schakelaar
de schakelaars

Slide 13 - Sleepvraag

de prullenbak
de schakelaar/ de lichtknop
de klok
de tekening
de computers
de stopcontacten
de slijper
het bord
de stiften
de agenda

Slide 14 - Sleepvraag

Welke zinnen zijn goed? (2)
A
Dit is geen prullenbak, dit is een schooltas.
B
Dit is geen schooltas, dit is een prullenbak.
C
Dit is de prullenbak niet, dit is de schooltas.
D
Dit is de schooltas niet, dit is de prullenbak.

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin is goed? (1)
A
Dit zijn de stiften, dit zijn de kleurpotloden niet.
B
Dit is een stift, dit is geen kleurpotlood.
C
Dit zijn de stiften niet, dit zijn de kleurpotloden.
D
Dit is de stift niet, dit is de kleurpotlood.

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin is goed? (1)
A
Dit zijn de lichtknoppen, dit zijn de stopcontacten niet.
B
Dit is een stopcontact, dit is geen lichtknop.
C
Dit zijn de stopcontacten, dit zijn de lichtknoppen niet.
D
Dit is een lichtknop, dit is geen stopcontact.

Slide 17 - Quizvraag

de of het?

... plakband
A
de
B
het

Slide 18 - Quizvraag

de of het?

... klok
A
de
B
het

Slide 19 - Quizvraag

de of het?

... bord
A
de
B
het

Slide 20 - Quizvraag

de of het?

... stift
A
de
B
het

Slide 21 - Quizvraag

de of het?

... slijper
A
de
B
het

Slide 22 - Quizvraag

de of het?

... tekening
A
de
B
het

Slide 23 - Quizvraag

de of het?

... agenda
A
de
B
het

Slide 24 - Quizvraag

de of het?

... stopcontact
A
de
B
het

Slide 25 - Quizvraag

Maak zinnen over de school.
(Dit is......)

Slide 26 - Open vraag

R of L?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

r optie 1

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide