Week 38

Week 37
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 37

Slide 1 - Tekstslide

Les 1

Slide 2 - Tekstslide

Today's lesson
1. Write down your homework.
2. Check homework.
3. Show what you know!
4. Work to do!

Today's Lesson

Slide 3 - Tekstslide

Homework:
Tuesday September 10

Do: ex. 43 + 44 + 46 (p. 68-71)

Study: 
- vocab F (p. 83)
- Stone 3 (p. 84)
- Grammar 1 & 2 (p. 85)

Slide 4 - Tekstslide

Test Chapter 1
Good luck!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste vertaling van: irritant
A
anoying
B
annoying
C
annojing
D
anojing

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal de volgende zin naar het Engels: Ik heb drie zussen. Ik ben de oudste.

Slide 7 - Open vraag

Vertaal de volgende zin naar het Engels: Hoi, ik ben je buurman/-buurvrouw.

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het volgende woord naar het Engels: ondeugend

Slide 9 - Open vraag

Vertaal het volgende woord naar het Engels: beschrijving

Slide 10 - Open vraag

Vertaal het volgende woord naar het Engels: beschrijving

Slide 11 - Open vraag

Vertaal het volgende woord naar het Engels: 1011

Slide 12 - Open vraag

Vertaal het volgende woord naar het Engels: neef (kind van zus/broer)

Slide 13 - Open vraag

Vertaal de volgende zin naar het Engels: Hoe gaat het met je? Prima, dank je.

Slide 14 - Open vraag

What is it?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

You use the present simple (t.t.) if you want to talk about ........

Slide 17 - Open vraag

You add ............. to the verb (werkwoord) after he, she, it.

Slide 18 - Open vraag

1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We danced all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
timer
1:00
Let goed op de werkwoorden in deze zinnen! Staan ze in de Present Simple?
Present Simple
No Present Simple
1
2
3
4
5

Slide 19 - Sleepvraag

Vervoeg het werkwoord naar de present simple: She __________ (read) a book every evening.

Slide 20 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord naar de present simple: He ________ (to try) to be relaxed.

Slide 21 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord naar de present simple: She never _________ (to catch) the ball.

Slide 22 - Open vraag

Hoe goed ken je de present simple nu?
Supergoed!
Ik moet nog een beetje oefenen.
Ik moet nog veel oefenen.

Slide 23 - Poll

les 2

Slide 24 - Tekstslide

Today's lesson
1. Write down homework.
2. Check homework
3. What is it?
4. Personal pronouns + practise
5. Blooket (present simple)
6. Work to do!

Today's Lesson

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

What is it?

Slide 27 - Tekstslide

It's a cork!

Slide 28 - Tekstslide

Homework:
Friday September 13

Do: ex. 58 + 59 (p. 77/78)

Study:
Test Chapter 1

Slide 29 - Tekstslide

What does the test look like?

Slide 30 - Tekstslide

Work to do:

Slide 31 - Tekstslide