De Past Simple: Regelmatige en Onregelmatige Werkwoorden

De Past Simple: Regelmatige en Onregelmatige Werkwoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Past Simple: Regelmatige en Onregelmatige Werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van de les kunnen leerlingen regelmatige werkwoorden vervoegen, weten ze wat onregelmatige werkwoorden zijn en kennen ze de grammaticale regels van de Past Simple.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Past Simple?
De Past Simple is een tijd in het Engels die wordt gebruikt om over gebeurtenissen in het verleden te praten.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige Werkwoorden
Regelmatige werkwoorden worden vervoegd door -ed aan de infinitief toe te voegen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onregelmatige Werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden hebben een onregelmatige vervoeging in de Past Simple. Deze werkwoorden moeten uit het hoofd worden geleerd.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammaticale Regels
Bij de Past Simple worden de werkwoorden altijd in de verleden tijd gezet, ongeacht het onderwerp.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefeningen
Maak de volgende oefeningen om je kennis van de Past Simple te testen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 8 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.