Paragraaf 1.1 de aardkorst verschuift

1.1 De aardkorst verschuift
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.1 De aardkorst verschuift

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet dat het supercontinent ‘Pangea’ lang geleden uiteen gevallen is. 
Je begrijpt de theorie van de platentektoniek en hoe daardoor de Alpen zijn ontstaan. 
Je kunt op een kaart de gebieden aanwijzen waar veel aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en veel tsunami's voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Platentektoniek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Platentektoniek
De aarde is opgebouwd uit drie delen:
  • Aardkern: vast gesteente, 5000 graden C
  • Aardmantel: vloeibaar gesteente, 2200 - 870 graden C
  • Aardkorst: vast

De stukken aardkorst worden platen genoemd.
Het bewegen van platen = platentektoniek.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw aarde

Slide 6 - Tekstslide

Kort de verschillende onderdelen toelichten.
Vergelijking maken met een appel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardkern 
  • Zeer warm (5000-6000 graden C)
  • Bestaat vooral uit nikkel en ijzer
  • Bestaat uit een binnen- en buitenkern
  • Binnenkern is vast, buitenkern is “vloeibaar”
  • Zorgt voor gedeeltelijk smelten van de aardmantel
  • Veroorzaakt magnetisme van de aarde

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardmantel 
  • Warm waardoor een deel gesmolten is
  • Gesmolten gesteente = magma
  • Bestaat uit een binnen- en buitenmantel
  • Binnenmantel is vast, buitenmantel is gedeeltelijk “vloeibaar”
  • Gesmolten deel = asthenosfeer
  • In asthenosfeer zitten stromingen: convectiestromen 
  • Convectiestromen zorgen voor breken, verschuiven en verplaatsen aardkorst

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardkorst 
  • Relatief dun
  • Onder oceanen dunste delen (5 km), onder gebergtes op continenten dikste (tot 100 km)
  • Bestaat uit een oceanische en continentale aardkorst
  • Is verdeeld in stukken: aardplaten
  • Aardplaten kunnen botsen (convergent), uit elkaar drijven (divergent) of langs elkaar schuiven (transform) (par 2.2)
  • Langs plaatranden treden veel aardbevingen op
  • Ook vind je daar bijna alle vulkanisme

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Platentektoniek
Twee soorten platen: oceanische (dun en zwaar) en continentale (dik en licht).

Het vloeibare gesteente dat in de mantel stroomt= convectiestroming.
De convectiestroming zorgt voor het verplaatsen van de platen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de oceaanbodem

Welke kant bewegen de platen op?
De midoceanische rug is het minder diepe deel van de oceanen waar platen uit elkaar gaan en vulkanisme optreedt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Platentektoniek 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking van platentektoniek (Bron 6 in je boek)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er vragen over platentektoniek?


Maak opdracht 1
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 a
Hoe heet het bewegen van de aardkorstplaten?

  • Platentektoniek

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 b
Welke twee soorten aardkorst zijn er?

  • Oceanische korst
  • Continentale korst

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 C
Waarom kunnen stukken aardkorst bewegen en dus van plaats veranderen op de aardbol?

  • Ze drijven op stromingen van gesmolten gesteente in de aardmantel

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 D
Het stukje aardkorst dat we Nederland nomen ligt op een:
oceanische of continentale aardplaat.

  • continentale

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 E

Bekijk bron 6. 
Wat is in een dwarsdoorsnede de goede volgorde van de binnenkant van de aarde naar de buitenkant?

  • aardkern - aardmantel - convectiestroming - aardkorst B

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pangea valt uiteen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pangea
= Eén groot continent (supercontinent, ca. 270 miljoen jaar geleden ontstaan) 
- viel 200 mln jaar geleden uiteen.
- Oorzaak: convectiestromen
- invloed van zee nam toe-->  meer planten en dieren.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen over Pangea?
Maak opdracht 2

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeel onderstaande stellingen
I Pangea is de naam van een supercontinent dat later
uiteenviel in meerdere losse platen
II Met het opbreken van Pangea nam het aantal soorten
planten en dieren af.
A
I is juist II is onjuist
B
I is onjuist II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 4 fouten staan in de tekst?

270 miljoen jaar geleden vormden alle continenten het supercontinent Ganpea. De enorme omvang van dit continent zorgde ervoor dat er water genoeg was. De wind had er vrijspel. Met het opbreken van dit continent door een dalende convectiestroom nam de zee-invloed af en daardoor nam het aantal planten en dieren toe.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

270 miljoen jaar geleden vormden alle continenten het supercontinent Ganpea. De enorme omvang van dit continent zorgde ervoor dat er water genoeg was. De wind had er vrijspel. Met het opbreken van dit continent door een dalende convectiestroom nam de zee-invloed af en daardoor nam het aantal planten en dieren toe.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees 'de alpen als voorbeeld'
Lees in stilte
Na het lezen zelfstandig aan de slag met opdracht 3 tm 6

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 a
Waar kan het plooien van gesteente tot een gebergte mee vergeleken worden?

  • Plooien van een tafelkleed

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 B
Welke continenten zijn verantwoordelijk voor de plooiing van de Alpen

  • Afrika en Europa

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 c
Bekijk bron 5. Hoe kun je zien dat de plooiing begonnen is

  • De lagen liggen niet meer horizontaal, er komen al delen boven water uit

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 D
Waarom kun je in de Alpen nog wel delen van de zeebodem zien maar is er geen zee meer?

  • De lagen zijn door de plooiing zover boven de zeebodem komen te liggen dat het water naar de lager gelegen delen is gelopen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 4A
Waaraan kun je in bron 6 zien dat een stuk aardkorst naar
een andere plek op de wereld beweegt?

  • Aan de horizontale pijlen in de aardkorst die de beweegrichting aangeven

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4 B
Hoe kun je zien dat stukken aardkorst botsen?

  • Als de pijlen van de bewegingsrichting van twee stukken aardkorst naar elkaar toe bewegen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4C
Waarom liggen er geen actieve vulkanen tussen aan de oostkust van Zuid-Amerika? Je verklaring MOET zichtbaar zijn in bron 6

  • Daar is geen opening tussen twee platen of daar botsen geen platen. Het gesteente van de aardmantel kan er dus niet uit.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4D
De .... is heel dun en drijft op de mantel. De ... is stroperig, omdat de ... van de aarde heel veel warmte afgeeft. Hierdoor smelt het gesteente in de ... Op plaatsen waar platen uit elkaar bewegen, wordt een nieuw stuk ... gevormd. Op plaatsen waar .... botsen, verdwijnt een deel van de ... want dat wordt opgesmolten in de ...
De aardkorst is heel dun en drijft op de mantel. De mantel is stroperig, omdat de kern van de aarde heel veel warmte afgeeft. Hierdoor smelt het gesteente in de mantel Op plaatsen waar platen uit elkaar bewegen, wordt een nieuw stuk aardkorst gevormd. Op plaatsen waar platen botsen, verdwijnt een deel van de aardkorst want dat wordt opgesmolten in de mantel.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5A
Bekijk de kaart in de atlas en figuur 3

Welke landen / gebieden waren tijdens Pangea geen buurlanden?

  • Mexico - Colombia - Iran

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5B
Lag Nederland ten tijde van Pangea op het zuidelijk of op het noordelijk halfrond?

  • Noordelijk halfrond 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5C

Welk groot land is sinds Pangea het meest op de aardbol verschoven? Licht je keuze toe

  • India want die heeft zich los gemaakt van Antarctica en is tegen China aangeschoven

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6
Leg uit:
wat de platentektoniek inhoudt

  • Platentektoniek is het meedrijven / bewegen van stukken aardkorst op gesteentestromingen in de mantel

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6
Leg uit:
waarom aardbevingen en vulkanen op dezelfde plaatsen voorkomen

  • Bij plaatgrenzen botsen platen en dit zorgt voor aardbevingen/vulkanen. Hier gaan ook de platen uitklaar om magma door te laten

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6
Leg uit:
Wat de platen tektoniek te maken heeft met het uiteenvallen van het supercontinent Pangea

  • Een omhooggerichte convectiestroming onder Pangea deed het continent opzwellen zodat het scheurde en uiteen viel. De stukken continent dreven uitelkaar

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6
Leg uit:
Wat de platentektoniek te maken heeft met het ontstaan van de Alpen

  • Aardplaat Afrika bewoog in de richting van Europa en schoof de zee dicht. Het materiaal wat op de zeebodem lag werd geplooid tot de Alpen

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je in deze paragraaf geleerd?

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gedeelte vind je nog lastig?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies