Voor- en achtervoegsels

Voor- en achtervoegsels
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voor- en achtervoegsels

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen allemaal,
Op je tafel leg je klaar: tablet, boek en schrift, pen, bibliotheekboek/leesboek

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het eind van deze les kan ik:
- vertellen wat voor - en achtervoegsels zijn,
- voor- en achtervoegsels in woorden herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen
Als ik een woord niet ken kan ik,
een synoniem zoeken, een voorbeeld zoeken of een omschrijving zoeken.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een voorvoegsel
Een voorvoegsel is een stukje dat voor een woord wordt geplakt om een nieuw woord te vormen.
Voorbeelden van voorvoegsels zijn:
on-, a-, her-, mega-, re-, super-, ex-,
ondiep, asociaal, hergroeperen, megagroot, superleuk

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een achtervoegsel
Een achtervoegsel is een stukje dat achter een woord wordt geplakt om een nieuw woord te vormen.
Voorbeelden van achtervoegsels zijn:
-baar, -dom, - heid , -lijk, -loos, -schap, -ig 
schijnbaar, gevoelloos, doorzichtig, vriendschap, vriendelijk

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent het voorvoegsel on
A
niet
B
alles
C
geen
D
niks

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent ondiep
A
erg diep
B
een beetje diep
C
diep
D
niet diep

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het voorvoegsel her
A
opnieuw
B
nieuw
C
heel oud
D
oud

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent herorganiseren
A
overnieuw
B
organiseren
C
opnieuw organiseren
D
niks organiseren

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het achtervoegsel loos
A
niet, geen
B
niet
C
zonder
D
geen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent kleurloos
A
kleur
B
zonder kleur
C
geen kleur
D
wit

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent waterrijk
A
veel water
B
water van waarde
C
rijk water
D
geen water

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent behulpzaam
A
hulp bieden
B
hulp niet geven
C
eenzaam
D
geen hulp vragen

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de opdrachten op bladzijde 92 en 93

Slide 15 - Tekstslide