5.1 Beweging vastleggen

Hoofdstuk 5: Bewegen

1 / 29

Slide 1: Tekstslide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

- bespreken toets H4

- snelheid

- uitleg 5.1 / 5.2

- 2 oefensommen

-(Zelfstandig werken)

- opdracht volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Aandachtspunten bij de toets over Elektriciteit

-1- ijzer/goud/koper etc. = allemaal metaal !

-2- milli = 1/1000 kilo = 1000 (mm, mA, msec, mg.. )

-3- formule -> berekening -> eenheid!

-4- alleen getallen met dezelfde eenheid bij elkaar optellen, dus niet 5sec + 2 meter = 7 ?? meterseconde

-5- ALUMINIUM

Slide 3 - Tekstslide

Snelheid

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen: Je kan ..

5.1

- uitleggen wat snelheid is

- uitleggen dat snelheid met afstand en met tijd te maken heeft

- een eenvoudige berekening maken met snelheid

Slide 5 - Tekstslide

Wat is snelheid

Welke heeft een hogere

snelheid?

Slide 6 - Tekstslide

Snelheid

Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst.

Slide 7 - Tekstslide

Snelheid

Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst.

Snelheid heeft met afstand en tijd te maken.

Slide 8 - Tekstslide

Snelheid

Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst.

Snelheid heeft met afstand en tijd te maken.

Om de snelheid te berekenen, moet je de afstand en de tijd weten.

Slide 9 - Tekstslide

Snelheid

Snelheid = het tempo waarin je je verplaatst.

Snelheid heeft met afstand en tijd te maken.

Om de snelheid te berekenen, moet je de afstand en de tijd weten.

Snelheid drukken we uit in km/h of m/s.

Je deelt dus de afstand door de tijd.

Slide 10 - Tekstslide

Snelheid

Snelheid drukken we uit in km/h of m/s.

Je deelt dus de afstand door de tijd. --> Je gebruikt dus de formule

SNELHEID = AFSTAND : TIJD ( v = s : t )

Dit drukken we uit in meter per seconde (m/s) of

kilometer per uur (km/h) NIET IN IETS ANDERS!

Slide 11 - Tekstslide

snelheid berekenen

Een schildpad doet 4 uur over

300 meter.

Wat was zijn snelheid?

Slide 12 - Tekstslide

v = s : t

Slide 13 - Woordweb

snelheid berekenen

Een schildpad doet 4 uur over

300 meter.

Wat was zijn snelheid?

v = s : t

v = ?

s = 300 m. = 0,3 km

t = 4 uur

v = 0,3 : 4 = 0,075 km/h

Slide 14 - Tekstslide

snelheid berekenen

Een hardloper doet 43 seconden over de 400 meter

Wat was zijn snelheid?

Slide 15 - Tekstslide

v = s : t

Slide 16 - Woordweb

snelheid berekenen

Een hardloper doet 43 sec over de

400 meter.

Wat was zijn snelheid?

v = s : t

v = ?

s = 400 m

t = 43 sec.

v = 400 : 43 = 9,3 m/s

Slide 17 - Tekstslide

snelheid tekenen

Slide 18 - Tekstslide

snelheid tekenen

Dit kan je ook laten zien in een grafiek.

Een afstand tijd grafiek, s-t grafiek.

Slide 19 - Tekstslide

Dit kan je ook laten zien in een grafiek.
Een afstand tijd grafiek, s-t grafiek.

Slide 20 - Tekstslide

Dit kan je ook laten zien in een grafiek.
Een afstand tijd grafiek, s-t grafiek.

Slide 21 - Tekstslide

Welke auto is sneller?

Slide 22 - Tekstslide

s,t-diagram

Slide 23 - Tekstslide

- VOLGENDE LES: Proef 2, blz.

beweging bestuderen

- Nu nog tijd over?

blz 23. opgave 5 en 8

- huiswerk: opgave 5 en 8 klaar en voorbereiden proef 2 H5