Werkveldverdieping lesweek 6

Welkom bij werkveldverdieping!

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij werkveldverdieping!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:

- Verschil tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
- Relevante informatie en minder relevante informatie
- Wat zijn resultaten 
- Wat is een conclusie 
- Aanbevelingen 
- Samenvatting 

Slide 2 - Tekstslide

Resultaten uitwerken: 
De resultaten van het onderzoek dat je doet zijn gebaseerd op je deelvragen. Afhankelijk van het type onderzoek dat je doet, ga je je resultaten beschrijven. Er wordt onderscheid gemaakt in diverse type onderzoeken. Twee voorbeelden hiervan zijn kwalitatief onderzoek en kwantitatief onderzoek.

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij:
kwalitatief en kwantitatief onderzoek?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Subjectief (meer gericht op woorden)
Objectief (meer op cijfers gericht)
a.d.h.v. bv. een enquête 
a.d.h.v. bv. een diepte interview of observatie 
Gericht op het hoe en waarom
Gericht op verwerken van data (statistiek) 
Er worden vaak theorieën getest 
Er wordt 'gemeten'
er worden vaak nieuwe theorieën ontwikkeld
Er wordt niet 'gemeten'
Kwalitatief 
Kwantitatief

Slide 6 - Sleepvraag

Relevante en minder relevante informatie:
Need to know or nice to know? In je resultaten hoofdstuk is het van belang dat je onderscheid maakt in relevante informatie en minder relevante informatie. Informatie die relevant is om je deelvragen en uiteindelijk je onderzoeksvraag te beantwoorden, neem je mee in je resultaten. Je maakt dus continu de afweging of bepaalde informatie passend is voor jouw onderzoek. Informatie dat geen toegevoegde waarde heeft, kan je beter weglaten of verplaatsen naar de bijlagen.

Slide 7 - Tekstslide

Relevante en minder relevante informatie:
Waarom is het van belang dat je hier onderscheid in maakt?

Slide 8 - Open vraag

Waar let je op bij het beoordelen of informatie al dan niet relevant is?

Slide 9 - Woordweb

Resultatenhoofdstuk: 
In het resultatenhoofdstuk maak je een koppeling met de theorie (je theoretisch kader). Je gaat na of je verbanden of patronen kan ontdekken en analyseert de ‘betekenis’ van jouw resultaten. Het is van belang dat je nog geen grote conclusies trekt (interpreteren) op basis van jouw resultaten. Dit vindt namelijk pas in de conclusie plaats.

Slide 10 - Tekstslide

                                                                                         resultaten versus conclusie







Begrijpen jullie deze begrippen?

Slide 11 - Tekstslide

Op de leerafdeling geeft 85% van de studenten aan dat zij tussen 08.00uur en 10.00uur ruimte ervaren voor een artsenvisite
A
Resultaat
B
Conclusie

Slide 12 - Quizvraag

De artsen die langs komen op de afdeling cardiologie voor een artsenvisite, zijn over het algemeen druk met diverse werkzaamheden waardoor zij het niet altijd redden om voor 10.00uur langs te komen
A
Resultaat
B
Conclusie

Slide 13 - Quizvraag

uit een interview van 6 zorgvragers is gebleken dat de helft van deze zorgvragers graag uitslapen tot minimaal 9.30uur
A
Resultaat
B
conclusie

Slide 14 - Quizvraag

Drie zorgvragers geven in een enquete aan dat zij het zorgpersoneel als betrokken ervaren
A
Resultaat
B
Conclusie

Slide 15 - Quizvraag

welke vragen zou je kunnen gebruiken in je conclusie?

A
Uit de resultaten van dit onderzoek kan ten eerste geconcludeerd worden..
B
In dit onderzoek is de volgende onderzoeksvraag onderzocht:.. Uit de resultaten is gebleken dat..
C
Afgezien hiervan laten de resultaten wel zien dat..
D
De resultaten komen wel/niet overeen met …

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Taal tip:
Bij het schrijven van je resultaten en conclusie is het van belang dat je dit in de juiste tijd schrijft. Nederlandse taal vormt dus ook een belangrijk onderdeel van je resultaten en conclusie. 
- Als je feiten of bevindingen beschrijft, doe je dit in de onvoltooid tegenwoordige tijd (ik werk, ik loop, ik lees).
- Als je verwijst naar je onderzoek zelf en de resultaten die je hierbij hebt verkregen, gebruik je de voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gewerkt, ik heb gelopen, ik heb gelezen). 



Slide 18 - Tekstslide

Aanbevelingen
Wat doe je bij aanbevelingen?
Hoe pas je het toe in je onderzoek?

Slide 19 - Open vraag

SAMENVATTING:
Het is belangrijk dat je samenvatting kort en krachtig is, zodat lezers geprikkeld worden om jou onderzoek te lezen?

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Video

Wat moet er in de samenvatting terugkomen?
Noem minimaal 2 onderdelen:

Slide 22 - Open vraag

Waar staat de samenvatting in je verslag?
A
Aan het eind want het is niet voor niks een samenvatting
B
In het begin, zodat de lezer wordt ingeleid in je onderzoek?

Slide 23 - Quizvraag

Zijn de gestelde lesdoelen behaald? 
-Verschil tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek 
- Relevante informatie en minder relevante informatie 
- Wat zijn resultaten 
- wat is een conclusie  
- Aanbevelingen 
- Samenvatting  

Zie bijlage 1 criterialijst verslag:
*Titelblad
*  Inhoudsopgave waarin alle onderdelen zijn meegenomen (hierbij geef je alle hoofdstukken een ‘koptitel’)   
* Een inleiding waarin de aanleiding, probleemstelling (met bijbehorende PICO) en doelstelling duidelijk naar voren komen, plus een korte beschrijving van je onderzoeksopzet en tot slot een leeswijzer.   
* Literatuurstudie (resultaten)   
* Conclusie  (inleiding conculsie, herhalen onderzoeksvraag, conclusie deelvragen, conclusie onderzoeksvraag). 
* Aanbevelingen  (minimaal 3 en niet meer dan 7) 
*Samenvatting   
* Literatuurlijst volgens APA (bronvermelding)   
* Bijlagen   


(het verslag dient minimaal 6 en maximaal 12 pagina’s te hebben (inclusief titelblad en inhoudsopgave) 

Slide 24 - Tekstslide


Tip: Meer informatie staat in de LWP week 6 en in teams staat het antwoordmodel van de docent. 

Slide 25 - Tekstslide

Was dit een leuke werkvorm?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Tekstslide