Hoofdstuk 5, DEEL 2

Waarom noemen we de tijd vanaf 1800 de moderne tijd?
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waarom noemen we de tijd vanaf 1800 de moderne tijd?

Slide 1 - Open vraag

Burgers en stoommachines

5.1 Industrie en samenleving
- Uitleg 5.1 deel 2
- opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Wat vanaf 1870 veranderde in de industrie
- Wat veranderde in de samenleving

Slide 3 - Tekstslide

Veranderingen in de industrie
Vanaf 1870 gaan de veranderingen nog sneller:
- Aardolie als energiebron
- Staal in plaats van ijzer
- Nieuwe industrieën voor kunstmest, plastic, voeding (margarine) en gloeilampen

Amerikaan Thomas Edison was de uitvinder van de gloeilamp (in Nederland geproduceerd door Philips).

Nieuwe ontdekkingen werden eerst door individuen gedaan.
- Later gebruiken bedrijven speciale laboratoria waar wetenschappers en technici nieuwe producten ontwikkelen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat veranderde op economisch gebied vanaf 1870?
A
Aardolie kwam op als energiebron.
B
De chemische industrie ontstond, zoals kunstmest.
C
Staal verving ijzer.
D
De ontwikkeling van de led lamp.

Slide 5 - Quizvraag

De industriële samenleving
Gevolgen van de industriële samenleving voor verschillende sectoren (delen) van de samenleving:

- Nauwelijks nog arbeiders in de landbouw;
- Bijna iedereen werkt in de industrie- en dienstensector;
- Groei van de dienstensector door uitbreiding van handel en transport;
- Meer dan de helft van de bevolking woont in steden;
- Groei van de bevolking en dus groei van de steden
(Londen, Amsterdam, Eindhoven, Rotterdam, Tilburg en Enschede)

Slide 6 - Tekstslide

Benoem een gevolg van de industriële revolutie op sociaal gebied.

Slide 7 - Open vraag

De industriële samenleving
Het handelskapitalisme van de vroegmoderne tijd wordt vervangen door het industrieel kapitalisme:
- De leiding in de economie komt in handen van fabrikanten (ondernemers in de industrie).

In de landbouw-stedelijke samenleving was hadden meesters en boeren een persoonlijke band met hun knechten en leerlingen.
In industriële samenleving was er geen band tussen de werkgever en werknemer (werknemers waren ‘nummers’)

Slide 8 - Tekstslide

Binnen de industriële samenleving hadden werkgevers en werknemers een persoonlijke band.
A
Waar, werkgevers en werknemers hadden een band.
B
Niet waar, werkgevers en werknemers hadden absoluut geen band.

Slide 9 - Quizvraag




Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 1. 

Slide 10 - Tekstslide