Inleiding 1b Eufiletos moet de feiten aantonen
1. Ik meen, heren, dat ik dit moet aantonen, dat Eratosthenes een verhouding had met mijn vrouw en
2. haar verleidde en mijn kinderen te schande maakte en mijzelf zwaar beledigde door mijn huis binnen te gaan
3. en dat er tussen mij en hem geen enkele vijandschap bestond behalve deze en dat ik dit niet om geld gedaan
4. heb, opdat ik i.p.v. arm rijk zou worden en ook niet vanwege een of andere andere winst behalve wraak
5. volgens de wetten. Ik zal jullie dus vanaf het begin al mijn belevenissen vertellen, zonder iets over te slaan,
6. maar terwijl ik de waarheid zeg. Want ik denk dat dat voor mij de enige redding is, als ik jullie
7. alles wat gebeurd is zal kunnen vertellen.