3.3 Adolf Hitler aan de macht (A)

Het Interbellum
3.3 Adolf Hitler aan de macht (A)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het Interbellum
3.3 Adolf Hitler aan de macht (A)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Toets

Repetitie over H2 en H3. 
Dinsdag 10 december. 
Leren het boek en de aantekeningen. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen terugkoppeling

1. Je weet wat het Dawesplan inhield.

2. Je weet wanneer en wat de beurskrach was.

3. Je weet wat fascisme is en kan enkele voorbeelden noemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen

1. Je weet de punten van het nationaalsocialisme.

2. Je weet de betekenis van de begrippen antisemitisme, rassenleer, gelijkschakeling en indoctrinatie.

3. Je weet in welk jaar Hitler aan de macht komt in Duitsland. 

Slide 5 - Tekstslide

Theorie

Door de economische crisis ging het in Duitsland steeds slechter. De regering (welke regering..?) stond machteloos! Daardoor raakten steeds meer mensen geinteresseerd in de ideeen van de leider van de NSDAP..


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Theorie

Hitler sprak vol passie over het nationaalsocialisme: een stroming die uitgaat van een sterk leiderschap, nationalisme, militarisme en racisme. Hij benadrukte de volgende punten:

  1. Democratie is verkeerd. Er moet een sterke leider komen.
  2. Geweld gebruiken is toegestaan. 
  3. Duitland is geweldig! Nationalisme.
  4. Duitsland moet weer een sterk leger krijgen. 
  5. Haat tegen joden, ook antisemitisme


Slide 8 - Tekstslide

Theorie

Het antisemitisme (jodenhaat) was onderdeel van de rassenleer van de nazi's. Volgens deze leer kun je mensen beoordelen op hun afkomst. Mensen die uit de tijd van de Germanen (Noord- en West-Europa) waren ubermenschen. Door de nazi's Arisch genoemd. Oost-Europeanen en Russen waren niet-arisch. Dit waren untermenschen

Rassenleer: idee dat je mensen kunt indelen in rassen, waarbij het ene ras beter is dan het andere. 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

In 1933 wordt Hitler tijdens de verkiezingen gekozen tot rijkskanselier (minister-president). Maar heeft hij in deze functie de volledige macht? 


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een aantal maanden na zijn overwinning bij de verkiezingen wordt de Rijksdag in brand gestoken door een communist. Hij eist hierdoor de volledige macht ' om het land nog beter te besturen '. De democratie wordt als eerste afgeschaft. 

Opschrijven:
In 1933 wordt Duitsland een dictatuur onder Hitler. Een dictatuur is waarbij 1 iemand (of 1 partij) de volledige macht heeft. 


Slide 14 - Tekstslide

De nazi's begonnen een politiek van gelijkschakeling. Het hoofd van een school, jeugdvereniging, sportclub, museum of een andere plaats moest een nazi zijn. Zo gaat iedereen hetzelfde denken, dit is indoctrinatie

Gelijkschakeling: maatregelen die worden genomen om van een land een totalitaire samenleving te maken. 

Indoctrinatie: zorgen dat mensen niets anders horen of zien dan bepaalde (nazi) ideeen, zodat ze geloven dat dit waar is. 


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De volgende keer ..  NAZI - TERREUR! 

Slide 18 - Tekstslide

Beeldmateriaal

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Aan de slag

Maak de opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8. 

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen nabespreken

1. Je weet de punten van het nationaalsocialisme.

2. Je weet de betekenis van de begrippen antisemitisme, rassenleer, gelijkschakeling en indoctrinatie.

3. Je weet in welk jaar Hitler aan de macht komt in Duitsland. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide