Machen:
- Handout C: Übungssätze machen = Seite 13
- Lernen:
o Ik kan ontleden (handout: A)
o Ik ken de der- en ein-groep in de 1e, 3e, 4e naamval (handout: A)
o Ik ken de voorzetsels met de 4e naamval (handout: B)
o Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e, 4e naamval (handout: C)