Wat moet je doen, als je niet weet wat je moet doen.

Wat moet je doen, als je niet weet wat je moet doen.

Workshop van Marcel van Herpen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat moet je doen, als je niet weet wat je moet doen.

Workshop van Marcel van Herpen

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer stuur jij een leerling eruit?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Wat heb je gehoord dat interessant is voor jou?

Slide 4 - Woordweb

Intuïtie 
In een situatie waar het (automatisch) goed gaat gebeuren er twee dingen tegelijkertijd:
1. Relatie (leerling wordt gezien / gehoord)
2. Corrigeren (leerling stopt met waar hij mee bezig was)

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer wordt het lastig?
- Kinderen doen niet wat je wel wilt 

of

- Kinderen doen wel wat je niet wilt

Slide 6 - Tekstslide

Wat je ook doet werkt niet
Reacties op 3 niveau's: 
1. Eigen ervaringen/emotie
2. Onderwijs geschiedenis/traditie (straffen en belonen)
3. Evolutionaire fenomenen/verklaringen
- Gericht op wat er mis is gegaan (geregeld door angst).
- Je gaat doen wat je altijd al deed.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe we handelen in bijna alle situaties:
1) Probleem --> oplossen 
(Hierbij ontstaat vaak een nieuw probleem)

Problemen oplossen kan alleen met materie, niet bij mensen. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat moet je doen als je niet weet wat je moet doen:
2) Dilemma --> terugleggen 
(Je maakt de leerling in de war)

Zeggen ik heb een dilemma "ik wil dit... en ik wil dat..."
Hoe hadden jullie gedacht dat dit het beste kan?

3) Voorspelbaar --> voorspellen wat een leerling gaat doen

Slide 9 - Tekstslide

Pedagogische "wetten"
Je hebt een relatie nodig om de mate van autonomie in te kunnen schatten.

Geef kinderen de vrijheid waar ze verantwoordelijkheid voor kunnen dragen.

Slide 10 - Tekstslide

Casus
Leg het dilemma terug bij de leerling en zorg dat de leerlingen in de war zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Casus 1
Leerling A vertoont herhaaldelijk ongewenst taalgebruik in de klas en toont weinig respect voor docenten en medeleerlingen. Het gedrag van Leerling A heeft een negatieve invloed op het leerklimaat in de klas.

Slide 12 - Tekstslide

Casus 2
Leerling B is voortdurend afgeleid tijdens de lessen en vertoont een gebrek aan concentratie. Het lijkt moeilijk voor Leerling B om betrokken te blijven bij de lesactiviteiten, wat de leerprestaties beïnvloedt.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Experimenteer met het dilemma teruggeven.
Biedt de leerling mogelijkheden aan om zijn/haar gedrag te sturen

Slide 14 - Tekstslide