Webinar Noordhoff:DG en burgerschap in relatie tot wiskunde

DG & Burgerschap
In relatie tot wiskunde
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Digitale GeletterdheidHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

DG & Burgerschap
In relatie tot wiskunde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Her)formuleren van complexe problemen met behulp van denkvaardigheden en strategieën zodat computertechnologie kan bijdragen aan het oplossen
Benutten van de mogelijkheden van digitale technologie en inzicht hebben in de werking van digitale apparaten.
Informatievaardigheden zijn vaardigheden die helpen bij het zoeken, vinden, beoordelen en verwerken van informatie, zowel offline als online

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 domeinen bij digitale geletterdheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wiskunde!
Bij het leergebied digitale geletterdheid leren leerlingen dat digitale technologie invloed heeft op henzelf en op de wereld en welke invloed ze zelf hebben op deze digitale wereld.


Vaardigheden uit rekenen en wiskunde helpen leerlingen om informatie te doorgronden, opvattingen te onderbouwen en meningen van feiten te onderscheiden. Bij rekenen en wiskunde kan het gaan om het analyseren en (re)presenteren van data.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwe kennis en vaardigheden die expliciet de verbinding leggen met kennis en vakinhouden.

Kritiek op 'oude' :21CS;
Suggereert dat het gaat om elf vaardigheden die los van elkaar staan
en duidelijk zijn afgebakend, maar hun omschrijvingen overlappen en omvatten
naast vaardigheden ook kennis en houdingen (waardoor ze gaan lijken op
competenties) en zelfs aanduidingen van karaktereigenschappen, die geen
onderwijsdoel kunnen zijn (Kyllonen, 2016; Scheerens & Van de Werf, 2020). 

A.D. de Groot, die aan de wieg stond van de cognitieve psychologie
en de grondlegger was van het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito),
maakte in 1946 aannemelijk dat professionele schakers in de context van dat spel wel analytisch en strategisch kunnen denken, maar die vaardigheid niet noodzakelijk kunnen transfereren naar de context van het dammen, en ook niet per se goed zijn in wiskunde (De Groot, 1946). Vaardigheden, zo stelt deze
school van denken, oefen je in vakspecifieke leercontexten en bouwen voort op vakspecifieke kennis en ervaring.

Nu is besloten om over te gaan op een nieuwe categorisering van vaardigheden die expliciet de verbinding legt met kennis en vakinhouden. 

Indeling (2023) vaardigheden:

1. Leervoorwaardelijke vaardigheden: sociaal handelen, samenwerken en leren leren
Om iets te leren op school zijn sociale en communicatieve vaardigheden en vaardigheden om te leren en samen te werken essentieel. Sociaal handelen gaat over het gepast omgaan met mensen en sociale situaties en je communicatie hierop afstemmen. Bij het leren leren staan inzicht verkrijgen in je eigen kennis, denken en manieren van leren centraal.
2. Basisvaardigheden
a. Basisvaardigheden van taal en rekenen
b. Basisvaardigheden van digitale geletterdheid en burgerschap
Internationaal wetenschappelijk onderzoek onderschrijft het belang van deze vaardigheden voor de verdere school- en loopbaan van alle leerlingen. In het actualisatietraject zijn, naast aandacht voor taal- en rekenvaardigheden, digitale geletterdheid en burgerschap opgenomen.
3. Vakspecifieke vaardigheden: probleemoplossingsvaardigheden en andere vakvaardigheden
Vakspecifieke vaardigheden zijn vaak sterk verbonden met vakspecifieke kennis. De vaardigheden gaan over het verrichten van handelingen, het maken van opdrachten of het kunnen oplossen van problemen waarbij die vakspecifieke kennis wordt toegepast.
4. Denkvaardigheden: analytisch, kritisch en creatief denken
Deze vaardigheden hebben een belangrijke rol in het onderwijs en worden op verschillende manieren geoefend. Ze zijn onder te verdelen in analytisch denken (denkstrategieën ontwikkelen om een vraag of probleem op te lossen), kritisch denken (komen tot een afgewogen oordeel, mening of beslissing) en creatief denken (ontwikkelen van diverse ideeën, aanpakken, scenario’s en oplossingen).
5. Samengestelde vaardigheden met diversie kenniscomponenten en deelvaardigheden
Per vak of leergebied verschillen deze vaardigheden. Van belang voor het landelijke curriculum zijn: onderzoeken, ontwerpen en loopbaanvaardigheden.  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Spreadsheet

Slide 9 - Tekstslide

Leerlingen verzamelen gegevens, bijvoorbeeld van een enquête in de klas over favoriete fruitsoorten. Ze voeren deze gegevens in een spreadsheet in en gebruiken functies zoals som, gemiddelde en mediaan om statistieken te berekenen. Vervolgens maken ze grafieken (staafdiagrammen, cirkeldiagrammen) om hun data visueel weer te geven.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Encryptie

Slide 11 - Tekstslide

De kern van encryptie bestaat uit wiskundige algoritmen en principes die gegevens beveiligen

Slide 12 - Tekstslide

Teken in de plattegrond de kijkhoek van de videodeurbel

Lees de tekst over wetgeving videodeurbellen.
Wat vind jij ervan, dat je met een videodeurbel niet
zomaar mensen op straat mag filmen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerlingen kunnen leren hoe ze datasets kunnen verzamelen, analyseren en visualiseren met behulp van software zoals Excel of Google Sheets.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Leerlingen creëren een eenvoudig AI-model in een tool zoals Google's Teachable Machine of Scratch AI
Wat is kunstmatige intelligentie?
A
Systemen of machines die menselijke intelligentie nabootsen
B
Computers die tekst kunnen verwerken
C
Machines die eenvoudige taken kunnen uitvoeren
D
Software die simpele berekeningen maakt

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Eerste vorm van AI: de machine van Alan Turing die de Enigma code van de Nazi's ontcijferde. Later heeft hij de Turing test ontworpen: een test om een robot van een mens te onderscheiden.

Slide 21 - Tekstslide

AI in het dagelijks leven. Google helpt met de beste route

Slide 22 - Tekstslide

En Apple helpt met ademhaling, hartslag en wanneer je gevallen bent.
Stelling:

Kunstmatige intelligentie gaat mijn werk interessanter maken.

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Kunstmatige intelligentie gaat het onderwijs veranderen.
(0 = helemaal niet, 10 = heel erg)
010

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Met AI heb je het garbage in garbage out principe. Dat is wat er gebeurde bij Tay
Als er geen controle is, leert AI de verkeerde dingen van de ingevoerde garbage
Bedenk een lesactiviteit / opdracht waar leerlingen aan de slag gaan met kunstmatige intelligentie.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escaperoom

Slide 29 - Tekstslide

De klas wordt opgedeeld in teams, en elk team moet een reeks wiskundige puzzels oplossen die zijn ingebouwd in een interactieve digitale escape room (bijv. met Breakout EDU of Google Forms).
Tinkercad

Slide 30 - Tekstslide

Leerlingen gebruiken software zoals Tinkercad of GeoGebra om 3D-modellen van geometrische figuren te maken

Slide 31 - Tekstslide

Digitale tools kunnen worden gebruikt om wiskundige modellen en simulaties te maken. Bijvoorbeeld, leerlingen kunnen software gebruiken om de verspreiding van ziekten te modelleren 
Leerlingen gebruiken Scratch om een animatie of spel te maken waarin ze wiskundige formules toepassen.
programmeren met Scratch

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap
Burgerschap

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegevens over lokale problemen

Slide 35 - Tekstslide

Leerlingen verzamelen gegevens over lokale problemen, zoals verkeersveiligheid, milieuvervuiling, of toegang tot openbare voorzieningen. Kansbereking voor het beste scenario.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Debatregels: RESPECT!

Slide 37 - Tekstslide

Leerlingen simuleren een verkiezing in de klas. Ze verdelen zich in groepen (politieke partijen), ontwikkelen een kort verkiezingsprogramma en houden verkiezingen. Vervolgens berekenen ze de resultaten in procenten en vertalen die naar zetels in een “parlement.”

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid 

Slide 39 - Tekstslide

Leerlingen krijgen datasets met statistieken over inkomens, onderwijsniveaus, of andere sociaal-economische indicatoren van verschillende bevolkingsgroepen. Ze gebruiken grafieken, gemiddelden en mediaan om de verschillen en ongelijkheden te onderzoeken en presenteren hun bevindingen.

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een lesactiviteit / opdracht waar leerlingen aan de slag gaan met burgerschap en wiskunde.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies