Thema 6 Oriëntatie + B1 Zintuigen

Thema 6 Waarneming en gedrag (SE)

Oriëntatie Thema 6
'Zien als een vleermuis'
+
B1
Zintuigen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Waarneming en gedrag (SE)

Oriëntatie Thema 6
'Zien als een vleermuis'
+
B1
Zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma les 1
  • Leerdoelen Oriëntatie (2 minuten)
  • Voorkennisfilmpje klassikaal doornemen (8 minuten)
  • Zelfstandig voorkennistoets maken (max. 10 minuten)
  • Context ''Zien' als een vleermuis' lezen (5 minuten)
  • Opdracht 1 t/m 5 over ''Zien' als een vleermuis' maken (max. 10 minuten)
  • Korte pauze voor lesuur 2 (max. 5 minuten) --> laat LessonUp openstaan!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen oriëntatie
1. Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.

2. Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

3. Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie.

4. Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven.

5. Je kunt uitleggen wat gedrag is.

Slide 3 - Tekstslide

Oriëntatie
  • Neem het voorkennisfilmpje door 

  • Maak individueel de voorkennistoets digitaal


Klaar?
  • Oriëntatie ''Zien' als een vleermuis' doorlezen

  • Individueel of in duo's de bijbehorende opdrachten digitaal maken 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma les 2
  • Leerdoelen Basisstof 1 (2 minuten)
  • Uitleg B1 deel 1 (10 minuten)
  • Zelfstandig opdracht 1 t/m 5 maken (max. 5 minuten)
  • Uitleg B1 deel 2 lezen (5 minuten)
  • Opdracht 6 t/m 12 maken (max. 10 minuten)
  • Eerder klaar? Context Leefwereld: Blowen en risico op psychosen
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf
  • Lesafsluiter B1 (5 minuten)

Slide 5 - Tekstslide

Perceptie
Waarom zien of horen we niet altijd hetzelfde?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

2

Slide 8 - Video

00:11
Wat wordt er volgens jou gezegd in dit filmpje? Laurel of Yanny?

Slide 9 - Open vraag

00:21
speel deze video af voor 2 andere familie leden en schrijf op wat zij hoorden?

Slide 10 - Open vraag

Kan je verklaren waarom niet iedereen hetzelfde hoorde in de vorige video?

Slide 11 - Open vraag

Leerdoelen B1 (les 1)
6.1.1 Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven.

6.1.2 Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven.

6.1.3 Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven (zie BiNaS tabel 87C2).



Slide 12 - Tekstslide

Neem eerst één van de volgende video's door!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

De ligging van enkele zintuigen
Zintuigen in je huid

Slide 16 - Tekstslide

Zintuigen
Prikkels worden in het zintuig opgevangen door zintuigcellen

Een zintuigcel zet de prikkel om in een impuls

Zintuigen kunnen prikkels waarnemen, omdat ze een groot aantal zintuigcellen hebben.
Andere naam voor die specifieke cellen: receptoren of sensoren.

Slide 17 - Tekstslide

Interne/externe prikkels
  • Externe prikkels zijn prikkels van buiten je lichaam (geluid/licht etc..)

  • Interne prikkels zijn prikkels binnen je lichaam. Bijvoorbeeld osmoreceptoren, pH-receptoren

Slide 18 - Tekstslide

Groepen receptoren en hun prikkels
  • Mechanische receptoren:                    mechanische energie (aanraking, druk, beweging, geluid)
       - gehoorreceptoren                                                                          
       - evenwichtsreceptoren
  • Chemische receptoren:                        binden van bepaalde moleculen uit omgeving
       - smaakreceptoren
       - reukreceptoren
  • Temperatuurreceptoren                       warmte en kou
  • Pijnreceptoren                                           extreme druk, temperaturen of chemische stof
  • Lichtreceptoren                                         zichtbaar licht

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Mechanische 
receptoren
Werking:

  1. Haartjes op de cel worden in beweging gebracht
  2. Deze veroorzaken een impuls door de cel
  3. De zintuigcel geeft neurotransmitter af aan de gevoelszenuwcel

Bv. receptoren van gehoorzintuigen, evenwichtszintuigen, tastreceptoren, drukreceptoren

Slide 21 - Tekstslide

Chemische receptoren
Werking:

  1. Chemische stof bind aan receptoren op het membraan van zintuigcellen
  2. Dit veroorzaakt een impuls in de cel
  3. De zintuigcel geeft neurotransmitters af aan zenuwcellen

Voorbeelden: smaak en reukzintuig

Slide 22 - Tekstslide

Temperatuur-receptoren

  • Liggen in de huid

  • Reageren waarneer de temperatuur onder of boven de normwaarde van 37 graden komt.

Slide 23 - Tekstslide

Pijnreceptoren
  • Reageren als de prikkels extreem worden/zijn zoals hitte.

  • Kan ook reageren op chemische verbindingen bij beschadiging of ontsteking van weefsels.


Slide 24 - Tekstslide

Lichtreceptoren
  • Liggen in het netvlies

  • Reageren op contrasten in donker en licht
    (staafjes)
  • Reageren op kleuren
    (kegeltjes)

Slide 25 - Tekstslide

Adequate prikkel 
De prikkeldrempel van geluid is laag voor de mechanische receptoren in het slakkenhuis.
Geluid is de adequate prikkel voor deze receptoren.

Als je dicht bij een bas staat dan voel je 
de trillingen ook door je lijf
De prikkeldrempel van de mechanische 
receptoren in de huid voor 
geluidsgolven ligt veel hoger. Dit is een 
niet-adequate prikkel

Slide 26 - Tekstslide

Prikkeldrempel
Een impuls ontstaat: 
alleen als de prikkel de drempelwaarde overschrijdt.

De prikkel moet daarom : 
  • de juiste zijn 
(adequate prikkel), 
  • sterk genoeg zijn.


Slide 27 - Tekstslide

Gewenning / adaptatie
Ontstaat bij dagelijkse blootstelling aan een prikkel.
bijv. kleding dragen, denk aan je winterjas.

De zintuigcellen geven de prikkel nog wel door maar worden steeds minder gevoelig voor de prikkel, de impulsfrequentie neemt af.
Ook de hersenen reageren niet meer altijd op de impulsen

Slide 28 - Tekstslide

Impulsfrequentie

Slide 29 - Tekstslide

Maak opdracht 1 t/m 4

Slide 30 - Tekstslide

Afsluiter B1
Leerdoel 1 en 2:
6.1.1 Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven.
6.1.2 Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven.

Slide 31 - Tekstslide

Bij wie hebben de reukzintuigcellen de laagste prikkeldrempel voor geur?

A
Hond
B
Mens

Slide 32 - Quizvraag

Match de adequate prikkel met het juiste zintuig
druk
zwaarte-
kracht
smaak-
stof
licht
lichte 
aanraking
drukzintuig
gezichts-
zintuig
evenwichts-
zintuig
smaakzintuig
tastzintuig

Slide 33 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
Prikkel
Receptor
Impuls
Hersenen
Impuls
Effector

Slide 34 - Sleepvraag

Een sterkere prikkel leidt tot
A
verhoging impulssterkte
B
verhoging impulsfrequentie
C
antwoord A en B beide

Slide 35 - Quizvraag

We kunnen harde en zachte geluiden van dezelfde toonhoogte van elkaar onderscheiden. Dit zou kunnen komen doordat
A
de geleidingssnelheid voor harde en zachte geluiden verschillend is
B
de impulsen van beide oren niet gelijktijdig de hersenen bereiken
C
de sterkte van de impulsen in de gehoorzenuwen kan variëren
D
de impulsfrequentie in de gehoorzenuwen kan variëren

Slide 36 - Quizvraag

Je springt in een zwembad met koud water. Na een tijdje voel je niet meer dat het koud is, hoe komt dit?
A
Dit komt door adaptatie, de impulsfrequentie neemt af
B
De prikkeldrempel wordt lager
C
De prikkeldrempel wordt hoger
D
A en C zijn beide juist

Slide 37 - Quizvraag

Is de prikkeldrempel bij gewenning hoger of lager geworden?
A
hoger
B
lager

Slide 38 - Quizvraag

Leerdoelen B1 (les 2)
6.1.1 Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven.

6.1.2 Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven.

6.1.3 Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven (zie BiNaS tabel 87C2).



Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Het oog
  • Wenkbrauw => vuil en zweet tegen houden
  • Traanklier      => maakt traanvocht.
  • Traanvocht   => houdt oog vochtig en schoon
  • Ooglid met wimpers => vuil tegen houdena
  • Pupil               => licht doorlaten
  • Iris                   => hoeveelheid licht regelen
  • Oogwit          => is harde oogvlies, geeft stevigheid
  • Traanbuis     => traanvocht afvoeren

Slide 41 - Tekstslide

Gezichtszintuig

  • Adequate prikkel => licht
  • zintuig   =>      lichtzintuig
  • orgaan   =>       het oog

Slide 42 - Tekstslide

Bouw binnenkant oog
Licht valt op
gele vlek,
veel zintuigcellen

Blinde vlek =
oogzenuw,
geen zintuigcellen

Slide 43 - Tekstslide

Huiswerk
- Maak opdracht 5 t/m 13

- Neem Context 'Gehoorimplantaat' door en maak 
opdracht 14 en 15

- Oefen de flitskaarten en sluit je leerdoelen af  met Test Jezelf 

Slide 44 - Tekstslide

Afsluiter B1 (deel 2)
Leerdoel 3:

6.1.3 Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven (zie BiNaS tabel 87C2).

Slide 45 - Tekstslide

Lens
Pupil
Pupil

Hoornvlies

Harde oogvlies
Vaatvlies
Netvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier

Slide 46 - Sleepvraag

Slide 47 - Link

Hoeveel procent score had je?

Slide 48 - Open vraag