Paragraaf 5.2 - Waar kun je werken?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom, wat fijn dat je er bent!

Dit heb je nodig:

1. Mobiel in de telefoontas
2. Kauwgom uit / eten en drinken weg
   
3. Open je boek op blz. 136
   
4. Open je schrift voor een opdracht
5. Pak je rekenmachine
   

Leerlingen die online les volgen: camera's aan en gezicht in beeld, de hele les anders absent.

Wat gaan wij deze les doen?

Paragraaf  5.2 behandelen door middel van:

-Uitleg

-Herhalen uitleg m.b.v. LessonUp

-Zelfstandig werken

Bereken het maandloon voor een 21-jarige

1. € 1.267,80
2. € 1.373,45
3. € 1.403,64
4. € 1.324,15

Lesdoelen 5.2

- Welke ondernemingsvormen zijn er?
- Hoe is een bedrijf georganiseerd?

- In welke sectoren kun je werken?

Wat zou, anders dan salaris, een reden zijn om te gaan werken?

Arbeidsmotieven

Arbeidsmotieven zijn redenen om te willen werken. Mensen werken om:

• Een inkomen te verdienen.
• Nuttig en zinvol bezig te zijn.
• Contact met andere mensen, klanten of collega’s te hebben.
• Regelmaat aan je leven te geven.
• Je te ontwikkelen doordat je nieuwe dingen leert.

Zelfstandig ondernemer

De meeste mensen met een baan zijn als werknemer in loondienst. Een zelfstandige is niet loondienst. Hij verdient met een eigen onderneming zijn inkomen.

Een zzp’er is een zelfstandige zonder personeel.

Ondernemingsvorm

Een zelfstandig ondernemer moet zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK) en een ondernemingsvorm kiezen. Dat kan bijvoorbeeld een eenmanszaak zijn.

Zelfstandig werken

Maken blz. 136 en 137 

vraag 11 t/m 18

Welkom, wat fijn dat je er bent!

Dit heb je nodig:

1. Mobiel in de telefoontas
2. Kauwgom uit / eten en drinken weg
   
3. Open je boek op blz. 136
   
4. Open je schrift voor een opdracht
5. Pak je rekenmachine
   

Leerlingen die online les volgen: camera's aan en gezicht in beeld, de hele les anders absent.

Arbeidsverdeling

Arbeidsverdeling gebeurt binnen elk bedrijf of organisatie. Taken worden verdeeld en iedere medewerker doet waar hij goed in is.

Je hebt dan elk je eigen specialisatie.
Het werk is bijvoorbeeld verdeeld in leidinggevende en uitvoerende taken.

Maatschappelijke arbeidsverdeling

De productie in ons land is verdeeld over allerlei bedrijven (bijvoorbeeld bedrijven die huizen bouwen, voedsel produceren, enzovoort).

Specialisatie kan nog verder gaan: onder voedselproducenten zijn groentetelers, maar ook broodbakkers of kippenboeren.
Door zich te specialiseren kunnen bedrijven meer produceren en betere kwaliteit leveren.

Maatschappelijke arbeidsverdeling

In onze samenleving vinden arbeid en productie plaats in de volgende vier productiesectoren.

1. Primaire sector: Landbouw, visserij en delfstoffenwinning

2. Secundaire sector: Industrie, bouw en ambachten

3. Tertiaire sector: Commerciële dienstverlening

4. Quartaire sector: Niet-commerciële dienstverlening

Zelfstandig werken

Maken vanaf blz. 136  

vraag 11 t/m 24

Hoe heet het register waar je de eenmanszaak moet inschrijven?

1. Verkoopregister
2. Kamer van Koophandel register
3. handelsregister
4. Belastingregister

Bij welke vorm hoort dit: Eigenaren zijn aandeelhouders

1. Eenmanszaak
2. Besloten Vennootschap
3. Vennootschap onder firma

Welk van de vier is GEEN ondernemingsvorm?

1. Eenmanszaak
2. V.o.F
3. B.V.
4. A.P.

Bij welke vorm hoort dit NIET: Schulden worden eventueel betaald uit privégeld.

1. Vennootschap onder firma
2. Eenmanszaak
3. Naamloze vennootschap

Van welk soort bedrijf zouden jij en ik aandelen kunnen kopen?

1. Eenmanszaak
2. Besloten vennootschap
3. Vennootschap onder firma
4. Naamloze vennootschap