Thema fiets les 1 fietsverlichting 2021

Techniek


Thema fiets
les 1 fietsverlichting

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Techniek


Thema fiets
les 1 fietsverlichting

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over
fietsverlichting?

Slide 2 - Woordweb

Inhoudsopgaven

Inleiding
Doelstellingen
competenties
Fietsverlichting theorie
  • filmpje
  • dynamo
  • geleiding van elektriciteit
  • lampentest
Fietsverlichting praktijk
  • dynamo monteren
  • koplamp monteren
  • achterlicht monteren
  • elektriciteitsdraden aansluiten
Opruimen
Zelfbeoordeling competenties
Toegepast rekenen
Begrippenlijst

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
In deze les krijg je kennis over fietsverlichting. Je weet hoe je de verlichting kan aansluiten en kleine stroringen kan verhelpen. Dit doe je niet alleen maar samen met een klasgenoot. Je moet dus ook leren samen werken en samen naar oplossingen proberen te zoeken dat noemen we werken aan competenties.  Lees eerst de les goed door en maak vervolgens de theorieles en daarna de praktijkles.  Als je klaar bent, vul je de reflectie vragen in. Bij deze les horen ook toegepaste rekenvragen. Met deze rekenvragen krijg je inzicht wat het kost als je de werkzaamheden door een ander zal laten uitvoeren of wat het je bespaart als je het zelf kan.  

Slide 4 - Tekstslide

Doelstellingen

Tijdens deze les ga je het volgde leren:

• Je weet hoe stroom kan worden opgewerkt voor fietsverlichting 
• Je kan een stroomkring maken 
• Je kan verlichting aansluiten 
• Je kan een lampentest uitvoeren 
• Weet een storing te verhelpen 
• Je kan het toegepaste gereedschappen benoemen en gebruiken  

Slide 5 - Tekstslide

Competenties
Aan deze competenties ga je werken:
• K 2.3 Hoe goed kan je samenwerken 
• K 2.9 Hoe zet je materialen en middelen in 
• K 2.16 Instructies en procedures opvolgen 
 

Slide 6 - Tekstslide

Fietsverlichting theorie
Om veilig aan het verkeer te kunnen deelnemen moet je zorgen dat je goed zichtbaar bent voor andere weggebruikers. Hiervoor heb je deugdelijke fietsverlichting en reflectoren nodig. Hiervoor heb je dus nodig een koplamp, achterlicht, reflector voor achter op je fiets en reflectoren in je wiel of op je buitenband. Hierdoor kunnen weggebruikers jou in het donker goed zien. Wit licht is voor de voorkant en roodlicht voor de achterkant. Dan kan iedereen goed zien welk richting je op fietst. Al deze onderdelen moeten goed vast zitten aan je fiets en mogen niet knipperen om andere weggebruikers in de war te brengen.
koplamp
dynamo
achterlicht

Slide 7 - Tekstslide

Door het rond draaien van het wieltje aan de dynamo wordt stroom opgewekt. De dynamo is dus de spanningsbron. Vanaf de dynamo gaat de stroom door een draadje naar de koplamp. Via de andere draad gaat de stroom naar het achter licht. Via het metalen frame van de fiets gaat de stroom weer terug naar de dynamo. Je hebt nu een stroomkring gemaakt. De dynamo is de + en het frame is de -  Op de volgde slide zie je een video hoe dit werkt.
De Dynamo

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Om een stroomkring te kunnen tekenen gebruiken we symbolen. Dit is makkelijker dan een plaatje te tekenen.
symbool lamp
symbool dynamo

Slide 10 - Tekstslide

Sleep het juiste symbool naar het juiste plaatje

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de symbool op de juiste plek in de stroom kring, niet in alle hokjes hoort een symbool te staan
voorkant van de fiets
achterkant van de fiets
afbeelding van een stroomkring van een fiets

Slide 12 - Sleepvraag

De elektriciteit moet vanaf de dynamo naar de koplamp en achterlicht. Dit gebeurt via de elektradraden. In deze draad zit materiaal dat elektriciteit goed geleid, van dynamo naar lichtpunt. In een elektra draad is dat koper. De buitenkant is van kunststof gemaakt, dit geleidt de stroom slecht. Dit noemen we dan een isolator.  
Na dat de koplamp en achterlicht gaat branden gaat de stroom via het fietsframe weer terug naar de dynamo. Het frame is dus de – word ook wel massa genoemd. Als er wat roest ontstaat tussen de lampen en frame is de massa verstoord waardoor je fietslamp niet gaat branden. Omdat er laagspanning door het frame gaat voelen wij dit niet. Laagspanning is stroom dat lager is dan 42 V en bij fiets verlichting is dit 6V
Geleiding van elektriciteit

Slide 13 - Tekstslide

Geleiden van elektriciteit betekend dat er WEL/GEEN stroom door het materiaal gaat.
A
wel
B
geen

Slide 14 - Quizvraag

Isolatiemateriaal geleid WEL/GEEN elektriciteit.
A
wel
B
geen

Slide 15 - Quizvraag

De elektriciteitsdraad vanaf de dynamo naar de koplamp geleid WEL/GEEN elektriciteit.
A
wel
B
geen

Slide 16 - Quizvraag

Het fietsframe geleid de stroom WEL/GEEN STROOM terug naar de dynamo.
A
wel
B
geen stroom

Slide 17 - Quizvraag

Als er roest tussen de koplamp en het frame zit, geleid de stroom WEL/NIET terug naar de dynamo.
A
wel
B
niet

Slide 18 - Quizvraag

Bedenk nog eens 3 punten waardoor een fietslamp niet kan branden?

Slide 19 - Open vraag

Lampentester 
Omdat er verschillende oorzaken kunnen zijn dat een lamp niet kan branden gaan we een aantal tests uitvoeren om het problemen op te kunnen lossen. 
Hiervoor heb je het kunststofbakje nodig. Hierin zit een lampentester, koplamp, achterlicht, dynamo, stroomdraadjes en een spanningzoeker. 

bakje fietsverlichting
lampetester
spanningzoeker
stroomdraadjes
Pak de lampetester uit het bakje. Zet het lampje vanuit de koplamp in het gaatje van de lampetester E10. Als de lampetester gaat piepen is het lampje nog heel. Ter controle gaat er ook een groen ledlampje op de tester branden. Controleer ook of het lampje uit het achterlicht ook nog goed is.

Slide 20 - Tekstslide

Sluit de koplamp met het stroomdraadje aan op de dynamo. Door het uiteinde van het stroomdraadje, kopergedeelte in de lamphouder (fitting) van de koplamp te doen. Het koperen gedeelte moet tegen de zijkant van het lampje aan komen 

De andere kant van het stroomdraadje sluit je aan op de dynamo. Dit doe je door het knopje onderop in te drukken. Het gaatje gaat dan open en stop hier het koperen gedeelte in.   

Sluit nu ook het achterlicht aan. Er komen twee draadjes in de aansluiting van de dynamo te zitten. 

fitting koplamp
fietslampje voor
fitting koplamp
dynamo
achterlicht
fietslampje achter

Slide 21 - Tekstslide

Het fietslampje in de lampetester ging WEL / NIET branden
A
wel
B
niet

Slide 22 - Quizvraag

Doordat ik een piepgeluid hoor weet ik dat de fietslamp HEEL / STUK is
A
heel
B
stuk

Slide 23 - Quizvraag

Als er geen goede massa is brand de fietsverlichting WEL / NIET.
A
wel
B
niet

Slide 24 - Quizvraag

Als er een breuk in de stroomdraad zit wordt de stroom WEL / NIET geleid naar de koplamp
A
wel
B
niet

Slide 25 - Quizvraag

Voorop je fiets moet ROOD / WIT licht gemonteerd zitten.
A
rood
B
wit

Slide 26 - Quizvraag

Achterop je fiets moet ROOD / WIT licht gemonteerd zitten.
A
rood
B
wit

Slide 27 - Quizvraag

Reflectoren in je wiel zijn ervoor zodat je WEL / NIET beter on het donker opvalt.
A
wel
B
niet

Slide 28 - Quizvraag

Controle check voor uitvoeren van de opdrachten
Zo dadelijk krijg je allemaal uitvoeropdrachten om uit te voeren aan het practicum bord. 
Als je de opdracht heb uitgevoerd sleep dan achter de zin  het controle check icoontje


Op deze manier vergeet je niet een opdracht uit te voeren en helpt het jou om de opdracht makkelijker te begrijpen.

Succes met de opdracht
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja

Slide 29 - Tekstslide

Fietsverlichting praktijk
Wat heb je nodig voor de praktijkles:
plaats het rek op de werkbank en en hang het practicum bord er in
steeksleutel maat 8 / 9
ringsleutel maat 8 / 9
striptang
spanningzoeker

Slide 30 - Tekstslide

Dynamo monteren op fietsframe
1. Demonteer de dynamo van de blauwe beugel. Hiervoor heb je een steeksleutel en een ringsleutel nodig.  
2. Hou met de ringsleutel de moer vast en draai het boutje met de steeksleutel aan de voorkant linksom los. 
3. Zorg dat de dynamo de buitenband van het wiel kan raken als je de zwarte knop indrukt en de dynamo naar de band knikt. 
4. Monteer de dynamo aan het beugeltje van de voorvork. Hiervoor heb je een steeksleutel en een ringsleutel nodig.      

uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja

Slide 31 - Tekstslide

Dynamo monteren op fietsframe
5. Hou met de ringsleutel achter het beugeltje de moer vast en draai het boutje met de steeksleutel aan de voorkant rechtsom vast.  
6. Controleer als je het fietswiel draait dat het wieltje van de dynamo gaat draaien. 

uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja

Slide 32 - Tekstslide

Koplamp monteren
Koplamp monteren op fietsframe
1. Demonteer de koplamp van de blauwe beugel. Gebruik hier weer voor de ring en steeksleutel. 
2. Monteer de koplamp voorop het fietsframe. Zorg dat deze recht en vast staat. 

uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja

Slide 33 - Tekstslide

1. Demonteer het achterlicht van de blauwe beugel. Gebruik hiervoor weer de ring en steeksleutel.  
2. Monteer het achterlicht achterop het fietsframe. Zorg dat deze recht en goed vast zit. 

Achterlicht monteren op fietsframe
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja

Slide 34 - Tekstslide

1. Maak een lusje aan het einde van de elektriciteitsraad.  
2. Stop de lus door het gaatje in het frame. 
3. Maak aan een koperdraad een haakje en stop deze door het lusje van de elektriciteitsdraad in het frame en trek deze naar je toe. 


Elektriciteitsdraden aan sluiten op de koplamp
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee

Slide 35 - Tekstslide

4. Maak de koplamp open. 
5. Haal de lamphouder uit de binnenspiegel en draai het lampje uit de lampenhouder.  
6. Achterop de koplamp zit een klein gaatje en stop het elektriciteitsdraadje hierdoorheen. 
7. Steek het elektriciteitsdraadje door het gaatje in de lamphouder. 

uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja

Slide 36 - Tekstslide

Elektriciteitsdraden aan sluiten op het achterlicht
1.Maak een lusje aan het einde van de elektriciteitsraad.  
2. Stop de lus door het gaatje in het frame. 
3. Haak weer met de koperdraad aan het lusje van de elektriciteitsdraad in het frame en trek deze naar je toe. 
4. Draai met de spanningzoeker het schroefje uit het kapje van het achterlicht los.  
5. Draai het lampje uit de lamphouder. 
  

uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja

Slide 37 - Tekstslide

6. Achterop het achterlicht zit ook weer een gaatje. Stop hierdoor het elektriciteitsdraadje. 
7. Stop het koperen gedeelte van de draad weer in de lamphouder van het lampje. En draai het lampje er weer in. 
       Ook hier moet het draadje weer vast zitten tussen de lampfitting en lamphouder. 
8. Maak het achterlicht weer dicht. 

uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja

Slide 38 - Tekstslide

1. Aan de onderkant van de dynamo zit een knopje. Druk deze in en je ziet dat het gaatje opengaat.  
2. Draai beide uiteindes van de elektriciteitsdraden aan elkaar vast en stop het in het gaatje van de dynamo. Laat het knopje weer los. 
3. Druk de zwarte knop van de dynamo in zodat deze tegen de band aan komt. 
4. Draai het wiel rond en controleer of beide lampen gaan branden. 
5. Laat je leraar het controleren 


Elektriciteitsdraden aan sluiten op de dynamo
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja

Slide 39 - Tekstslide

1. Demonteer de koplamp, achterlicht en dynamo en monteer deze weer aan de blauwe beugel vast. Hang de elektriciteitsdraadjes weer aan het bord. 
2. Ruim alle gereedschappen en het practicumbord weer netjes op.
3. Laat je werkplek schoon achter 

Opruimen
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd nee
uitgevoerd nee
uitgevoerd ja
uitgevoerd ja

Slide 40 - Tekstslide

Zelfbeoordeling van de competenties:
K.2.3 Hoe goed kan je samen werken
Wat vond je goed gaan?
Wat kan je nog verbeteren?

Slide 41 - Open vraag

Zelfbeoordeling van de competenties:
K.2.9 Hoe zet je materialen en middelen in
Waarom heb je deze materialen gebruikt?
Op welke veiligheids punten moet je letten bij deze materialen en middelen?

Slide 42 - Open vraag

Zelfbeoordeling van de competenties:
K.2.16 Instructies en procedures opvolgen
Welke werkzaamheden heb je uitgevoerd in de les?
Op welke voorschriften moet je letten?

Slide 43 - Open vraag

Toegepast rekenen

Slide 44 - Tekstslide

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Huiswerkopdracht ???
Noodstop
Noodschakelaar
Gehoorbeschermer
boorklem
Acculaders
Stofzuiger
Transformator
Gereedschapskast
Houtenbankschroef
Kolomboor
Metalenbankschroef
Opbergkast
Kabelhaspel

Slide 45 - Sleepvraag

A
B
Boorklem
Deze klem gebruik je om je werkmateriaal in vast te zetten tijdens het boren.
C
Competentie
Iets wat jij goed kan. Waar je goed in bent.
D
Doelstelling
Wat jij wilt gaan leren.
E
F
Figuurzaagmachine
Electrische zaag om hout mee te zagen in de vorm die jij wilt.
Begrippenlijst

Slide 46 - Tekstslide

Begrippenlijst

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Techniek
Controleer of je alle vragen en opdrachten heb gemaakt van thema fiets les 1 fietsverlichting

lever dan je opdrachten digitaal in

Slide 51 - Tekstslide