Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling Hoofdstuk 1 Familie & vrienden
Hoofdstuk Familie & vrienden
Themawoorden
&
Letterlijk of figuurlijk taalgebruik
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk Familie & vrienden
Themawoorden
&
Letterlijk of figuurlijk taalgebruik
Slide 1 - Tekstslide
Een aantal vragen
Thema woorden met de juiste betekenis
Zinnen met letterlijk of figuurlijk taalgebruik
Slide 2 - Tekstslide
Vertrouwen
A
De band die mensen met elkaar hebben
B
Rekeninghouden met een ander
C
Op iemand kunnen rekenen
D
Met iemand kunnen praten
Slide 3 - Quizvraag
De relatie
A
De band die mensen met elkaar hebben
B
Rekeninghouden met een ander
C
Op iemand kunnen rekenen
D
Met iemand kunnen praten
Slide 4 - Quizvraag
Het sociale netwerk
A
De band die mensen met elkaar hebben
B
Iemand die je kent, maar met wie je niet als vrienden afspreekt
C
Op iemand kunnen rekenen
D
Alle mensen die je kent en die belangrijk voor je zijn
Slide 5 - Quizvraag
Mijn vader is van een andere ......... dan mijn broers en zussen
A
Relatie
B
Eigenschap
C
Kennis
D
Generatie
Slide 6 - Quizvraag
Veel klagen is geen mooie .........
A
Relatie
B
Eigenschap
C
Kennis
D
Generatie
Slide 7 - Quizvraag
Opa en oma hebben een goede ......... met hun kleinkinderen
A
Relatie
B
Eigenschap
C
Kennis
D
Generatie
Slide 8 - Quizvraag
Letterlijk taalgebruik is
A
Iets zeggen waarbij je vaak je fantasie moet gebruiken
B
Zeggen de woorden precies wat je bedoeld
Slide 9 - Quizvraag
Harry heeft zeven broers en veel vrienden. Zijn sociale netwerk is heel groot
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 10 - Quizvraag
We wilden gaan fietsen naar de stad. Maar de regen gooide roet in het eten
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 11 - Quizvraag
Patrick houdt net als zijn vader van BBQ-en. De appel valt niet ver van de boom
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 12 - Quizvraag
Een bijnaam zoals "Rooie" is een bekende vorm van
A
Letterlijk taalgebruik
B
Figuurlijk taalgebruik
Slide 13 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
September 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Herhaling Hoofdstuk 1 Familie & vrienden
April 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
September 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 1
September 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Starttaal 1F Hoofdstuk 1 les 2
Maart 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Starttaal vooraf - thema 1 - startles
September 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Starttaal vooraf: hoofdstuk 1: letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Augustus 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
oefenen voor de toets thema 1
9 dagen geleden
- Les met
37 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1