Quantifiers: Much/many/a lot of

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
QuantifiersSecundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What does Many/
Much/ A lot of mean?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the rule for affirmative (+) sentences?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the rule for negative (-) sentences?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the rule for questions (?) ?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We didn't have ___ time to finish it.

Slide 24 - Open vraag

negative and uncountable
Did you invite ___ people?

Slide 25 - Open vraag

question and countable
There aren't ___ hotels near here.

Slide 26 - Open vraag

negative and countable
I haven't got ___ furniture.

Slide 27 - Open vraag

negative and uncountable
I drink ___ coffee.

Slide 28 - Open vraag

affirmative and uncountable
I'm not having ___ luck today.

Slide 29 - Open vraag

negative and uncountable
They don't have ___ clients.

Slide 30 - Open vraag

negative and countable
You have ___ work today.

Slide 31 - Open vraag

affirmative + uncountable
Have you got ___ luggage?

Slide 32 - Open vraag

Question and uncountable
There isn't ____ information available.

Slide 33 - Open vraag

negative and uncountable
I'd like to have ___ dogs.

Slide 34 - Open vraag

Affirmative and countable
She doesn't read ____ magazines.

Slide 35 - Open vraag

Negative and countable
I bought ___ pens yesterday.

Slide 36 - Open vraag

affirmative and countable
She has ____ sisters.

Slide 37 - Open vraag

affirmative and countable
Exercises!
Do exercise 37 in your workbook on page 39.
timer
5:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test time!
Next lesson

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies