B1 Mondialisering en tijdruimtecompressie

Welkom terug bij Aardrijkskunde! 
Startklaar:
  • Jas uit, tas op de grond
  • telefoon in zakkie
  • map en pen op tafel  
  • laptop dicht op tafel
Reminder
10 flashcards pp
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug bij Aardrijkskunde! 
Startklaar:
  • Jas uit, tas op de grond
  • telefoon in zakkie
  • map en pen op tafel  
  • laptop dicht op tafel
Reminder
10 flashcards pp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkansingen
1 herkansing per leerling over periode 1

Wil iemand AK herkansen? 

Slide 2 - Tekstslide

Leerlingen verwachtingen laten invullen, zelf verwachtingen uitspreken. 
Programma vandaag
Deze les veel uitleg, volgende les toepassen en oefenen

4 rondes:

  • Opwarmen met afbeelding + begrippen
  • Stuk uitleg + aantekeningen maken

Flashcards maken als huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Leerlingen verwachtingen laten invullen, zelf verwachtingen uitspreken. 
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7


B1


B2


B3

Uitloop

(SO)

D1

+D2 

D3

(SO)


Herhalings-week:

Weekplanning 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Domein B
B1
Mondialisering en tijd-ruimtecompressie
B2
Mondiale spreidingspatronen

B3
Grootstedelijke gebieden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen van B1
1. Wat is globalisering, hoe is het ontstaan en waar leidt het toe?
2. Wat is economische globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
3. Wat is politieke globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
4. Wat is culturele globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
5. Wat is het wereldsysteem?
6. Wat zijn de effecten en reacties op globalisering in centrumlanden, semi-perifere landen en perifere landen?
7. Wat is de samenhang tussen technologische ontwikkelingen, tijdruimtecompressie en globalisering?
8. Waarom veranderen de mondiale centrum-periferie verhoudingen?
9. Beschrijf globalisering voor 1970
10. Beschrijf de veranderingen in globalisering na 1970

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekenen de begrippen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Global village
  • Netwerk
  • Economische, politieke, culturele globalisering

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
= het proces van wereldwijde economische, politieke en culturele
integratie van gebieden en samenlevingen 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Global village
=doordat contact tussen verschillende gebieden en samenlevingen toeneemt, is de wereld een global village. De wereld wordt steeds kleiner, het is makkelijker om in (fysiek) contact te zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische globalisering
Kan je onderstaande kenmerken omschrijven/ uitleggen aan je buurvrouw?

  • Internationale kapitaalstromen en handel
  • internationale arbeidsverdeling
  • internationale productieketen
  • multinationale ondernemingen
  • minder economische restriction / WTO

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele  globalisering
Kan je onderstaande kenmerken omschrijven/ uitleggen aan je buurvrouw?

  • Cultuurgebied
  • Amerikanisering
  • Lingua Franca
  • Regionalisme
  • Anders-globalisten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke  globalisering
Kan je onderstaande kenmerken omschrijven/ uitleggen aan je buurvrouw?

  • Minder invloed soevereine staat
  • Blokvorming

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekenen de begrippen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Wereldsysteem: centrum, semi-periferie, periferie
  • Regionale, sociale en ruimtelijke ongelijkheid

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het wereldsysteem
Wereldsysteem-theorie = landen zijn afhankelijk van elkaar. 
Deze theorie beschrijft hoe het  wereldwijde systeem van economische verbondenheid en afhankelijkheid eruit ziet. 

Centrumland
De rijke landen in de wereld. De productie in die landen is hoog en er is een koopkrachtige bevolking. Het centrum beheerst de wereldhandel.
Semi-perifeer land
Niet arm, maar ook niet rijk. Ze zijn sterk gegroeid door de opkomst van de industrie. Bedrijven uit de centrumlanden willen zich er graag vestigen, omdat de lonen er laag zijn. 
Perifeer land
landen met een laag inkomen. Ze zijn afhankelijk van andere landen, hebben geen goede technologie en produceren niet veel. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld: De afwas
Burkina Faso
Inkomen is 24 euro per maand
Vietnam
Inkomen 230 Euro per maand
Oostenrijk

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldsysteem: hoe ontstaan?
  • Koloniale periode: kolonieën (periferie) leverde grondstoffen voor het moederland (centrum). Centrum had economische en politieke macht. 

  • MAAR: de verhoudingen veranderen
    door de veranderingen in de 
Internationale arbeidsverdeling
De verdeling van werk over de verschillende landen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan je dit schema uitleggen?

Slide 19 - Tekstslide

Leerlingen verwachtingen laten invullen, zelf verwachtingen uitspreken. 
Kan je dit schema uitleggen?

Slide 20 - Tekstslide

Leerlingen verwachtingen laten invullen, zelf verwachtingen uitspreken. 
Wat betekenen de begrippen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Tijdruimtecompressie
  • Technologische vooruitgang: transport en informatie / communcatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekenen de begrippen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Europeanisering, Kolonialisme, Imperialisme, Dekolonisatie
  • Triade, Nieuwe industrielanden
  • Uitschuiving, Nieuwe arbeidsverdeling, Global shift, Pacific Rim

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van globalisering
  • Vanaf 1492 (Columbus in Amerika) verschoof het mondiale machtscentrum richting West-Europa. 

    Verspreiding Europese cultuur


  •                                                    wisselden elkaar af 
Hegemoniale staten
Staten die gedurende een bepaalde periode domineren op cultureel, economisch en militair gebied.
Eerst vooral Spanje en Portugal, daarna ook de Nederlanden en het Britse rijk. 
Waar lag het dan eerst?
Midden-Oosten en China
Columbus

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van globalisering
Imperialisme
Het streven van landen naar machtsuitbreiding door andere gebieden te veroveren en te besturen. Dit werd gedaan door middel van kolonialisme: het stichten van koloniën. 
Diffusie
Taal en godsdienst werden vanuit het oorspronkleijke gebied verspreid naar de koloniën. 
leidt tot

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van globalisering
Na WO2:
  • De Verenigde Staten neemt
    hegemoniale macht over
  • Proces van dekolonisatie 
 Gandhi was leider in de Indiase onafhankelijkheidsstrijd.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolonialisme = basis voor centrum-periferie verhoudingen
De verhoudingen veranderen: 

Een groep landen in semi-periferie neemt industriële productie van westerse landen over. 

                           
Nieuwe internationale arbeidsverdeling
Dit is de arbeidsverdeling tussen landen, waarbij landen zich toeleggen op de productie van producten waar zij relatief goed in zijn. 
(Nieuwe industrielanden, zoals Vietnam en China)
Uitschuiving
Zo noemen we het proces van verplaatsing van bedrijven en functies vanuit het centrum naar buiten. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na 1970-80: Globalisering in stroomversnelling door 
  • multinationals gegroeid tot wereldwijd netwerk
  • grenzen open voor internationale handel
  • ontwikkeling communicatie/computer-technologie 



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Global shift
Toekomst?
  • Global shift 


Kijkvragen bij filmpje:
  1.  Wat zijn BRIC's landen?
  2. Welke landen horen bij de triade?
  3. Wat is global shift?
  4. Waarom gebeurt de global shift? 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: 
  • Leg je flashcards met de 10 vragen voor je op tafel
  • Lees samenvatting pagina 5 t/m 14 door
  • Beantwoord terwijl je leest de vragen op je flashcards verder

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flashcard vragen B1
1. Wat is globalisering, hoe is het ontstaan en waar leidt het toe?
2. Wat is economische globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
3. Wat is politieke globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
4. Wat is culturele globalisering? Geef voorbeelden en gevolgen.
5. Wat is het wereldsysteem?
6. Wat zijn de effecten en reacties op globalisering in centrumlanden, semi-perifere landen en perifere landen?
7. Wat is de samenhang tussen technologische ontwikkelingen, tijdruimtecompressie en globalisering?
8. Waarom veranderen de mondiale centrum-periferie verhoudingen?
9. Beschrijf globalisering voor 1970
10. Beschrijf de veranderingen in globalisering na 1970

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht B1
  • Global village
  • Netwerk
  • Economische, politieke, culturele globalisering
  • Wereldsysteem: centrum, semi-periferie, periferie
  • Regionale, sociale en ruimtelijke ongelijkheid
  • Tijdruimtecompressie
  • Technologische vooruitgang: transport en informatie / communcatie
  • Europeanisering, Kolonialisme, Imperialisme, Dekolonisatie
  • Triade, Nieuwe industrielanden
  • Uitschuiving, Nieuwe arbeidsverdeling, Global shift, Pacific Rim
Geheugenoefening: geef een samenvatting gebruik daar in de woorden en beelden

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies