ONO Blok 4 Grammatica 1

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Voorlezen

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
1. Huiswerk bespreken 
2. Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kun je de persoonsvorm (pv) in de zin vinden?

Slide 4 - Open vraag

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

In de vakantie heb ik vuurwerk afgestoken.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wwg)?

Slide 6 - Open vraag

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

In de kerstvakantie heb ik heerlijk kunnen uitslapen.

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen:
  • Ik kan in een zin de persoonsvorm (pv) en het werkwoordelijk gezegde (wwg) herkennen en benoemen (herhaling).

Slide 8 - Tekstslide

Instructie 
Persoonsvorm: vorm van een werkwoord (ww) die je in de tegenwoordige tijd (t.t.) en verleden tijd (v.t.) kan schrijven.

Hoe doe je dat? Tijdproef!
1. Staat een zin in de (tegenwoordige tijd) t.t., zet hem dan in de (verleden tijd) v.t.
2. Staat een zin in de verleden tijd (v.t.), zet hem dan in de tegenwoordige tijd (t.t.).
3. Het werkwoord (ww) dat zich aanpast, is de persoonsvorm (pv).

Voorbeeld: 
a. Sam zoekt zijn voetbalschoen.
b. Sam zocht zijn voetbalschoen.

Slide 9 - Tekstslide

Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:

Op oudejaarsdag wil iedereen graag oliebollen eten.

Slide 10 - Open vraag

Instructie 2
Werkwoordelijk gezegde: dit zijn alle werkwoorden in de zin.

Voorbeeldzin: 
De tamme grasparkiet wil het liefst vrij kunnen vliegen.
Tijdproef: De tamme grasparkiet wilde het liefst kunnen vliegen.

Persoonsvorm (pv) = wil
Werkwoordelijk gezegde (wwg) = wil kunnen vliegen


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Vandaag zullen alle leerlingen weer naar school moeten.

Slide 13 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Klas 1A zal deze week een toets voor Nederlands moeten maken.
A
zal
B
zal moeten
C
zal moeten maken

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 145, opdr. 6, 7
  • Zilver: blz. 145, opdr. 6, 7
  • Goud: blz. 145, opdr. 6, 7

Klaar? 
  • Streep de opdrachten af op je takenkaart en kijk je werk na.
  • Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
  • Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Noem 1 ding wat jij vandaag hebt geleerd!

Slide 16 - Open vraag

Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B4 Grammatica.

Slide 17 - Tekstslide