Par. 3.1 Handel en kolonialisme

Huiswerk controlen en bespreken

Werkboek blz. 92 opdrachten 1, 2 en 3. 


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk controlen en bespreken

Werkboek blz. 92 opdrachten 1, 2 en 3. 


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Studiewijzer
29/08 Par. 3.1 Handel en kolonialisme
03/09 Par. 3.1 Handel en kolonialisme
05/09 Par. 3.1 Handel en kolonialisme
10/09 Par. 3.1 Handel en kolonialisme
12/09 Par. 3.2 Nationalisme en dekolonisatie
17/09 Par. 3.2 Nationalisme en dekolonisatie
19/09 Par. 3.2 Nationalisme en dekolonisatie
24/09 SO par. 3.1 en 3.2
26/09 Par. 3.3 Gelijkwaardige staten
01/10 Par. 3.3 Gelijkwaardige staten
03/10 Par. 3.3 Gelijkwaardige staten
08/10 Par 3.4 De wereld van Tjalie Robinson
10/10 Extra 
15/10 Organisatiedag
TOETSWEEK PERIODE 1
H3

Slide 7 - Tekstslide

Programma
1. Huiswerk bespreken 
2. Uitleg par. 3.1 
3. Opdrachten maken en bespreken
4. Leerdoelen antwoorden
5. Afsluiten

Tijd over? Filmpje afkijken!
Huiswerk par. 3.1 blz. 92-93 opdrachten 4, 5, 6 en 7.

Slide 8 - Tekstslide

Par. 3.1 Handel en kolonialisme
Leerdoelen:
  • Hoe is de kolonie Nederlands-Indië ontstaan?
  • Wat was het cultuurstelsel?
  • Hoe werkte het cultuurstelsel en wat waren de gevolgen ervan?
  1. Waarom zocht Nederland de route naar Indonesië?
  2. In hoeverre was de reis van C. de Houtman succesvol?
  3. Wat is standplaatsgebondenheid?
  4. Waarom werd de VOC opgericht?
  5. Welke rechten had de VOC?
  6. Wat is een Gouverneur-generaal?
  7. Hoe zette de VOC zijn handel neer?
  8. Hoe is de kolonie Nederlands-Indië ontstaan?
  9. Wat was het cultuurstelsel?
  10. Hoe werkte het cultuurstelsel en wat waren de gevolgen ervan?
  11. Wat was het modern imperialisme?
  12. Hoe probeerde Nederland rond 1900 de Indonesische bevolking te helpen?
  13. Hoe profiteerde Nederland van Nederlands-Indië tussen 1870 en 1942?

Slide 9 - Tekstslide

Nederlanders naar Indonesië
1596: Cornelis de Houtman bereikte Indonesië. 

Nederlanders ontdekte na de Portugezen en Engelse zelf de weg naar Oost-Indië (Zuid- en Zuidoost-Azië)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Kaart

Waarom was een eigen route naar Indonesië belangrijk? 




  • Specerijen (gedroogde kruiden die smaak aan het eten geven)
 
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 12 - Tekstslide

Indonesië
  • was toen nog niet één land
  • er woonden honderden volkeren en er werden vele talen gesproken. 
  • Java was een landbouwstedelijke samenleving met bloeiende koninkrijken en steden. 

Slide 13 - Tekstslide

De VOC in Indonesië

  • Er werden compagnieën opgericht om specerijen te halen. 

  • In 1602 werden alle compagnieën één bedrijf, de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

  • De VOC kreeg de monopolie op de handel in Azië: andere Nederlandse bedrijven mochten niet handelen in Azië.  

Slide 14 - Tekstslide

Standplaatsgebondenheid
  • De mening van iemand kan beïnvloed worden door standplaatsgebondenheid 

Slide 15 - Tekstslide

Vorige les...
  • De reis van Cornelis de Houtman en de nieuwe weg naar Oost-Indië. 
  • Nederland was opzoek naar specerijen. 
  • Java was een landbouwstedelijke samenleving.
  • De vele compagnieën werden samengevoegd in één bedrijf: de VOC. 
  • De VOC had de monopolie in Azië. 

Slide 16 - Tekstslide

De VOC in Azië
Mochten forten bouwen, oorlog voeren, gebieden veroveren en besturen. 
Het doel van de VOC was zo veel mogelijk winst maken. 
De gouverneur-generaal was de hoogste bestuurder in Indië. 

Slide 17 - Tekstslide

Gouverneur-generaal
Veroverde in 1619 de havenstad Jacatra (of Batavia, hoofdkwartier van Nederland).

  • Van de 15.000 bewoners zijn er nog maar 1.000 over.
  • De VOC stichtten daarna grote landbouwbedrijven die alleen nootmuskaat produceerden.
  • Op deze plantages liet de VOC slaven uit India werken. 
Standplaatsgebondenheid: de manier hoe jij denkt is afhankelijk van de tijd en plaats waar je woont. 

Slide 18 - Tekstslide

Handelsposten van de VOC
  • Langs de Aziatische kusten
  • Vorsten werden met geweld gedwongen om zo'n handelspost toe te staan. 

In de 17e en 18e eeuw: grootste bedrijf ter wereld. Eerste multinationaal, maar het ging in 1799 failliet. 

Slide 19 - Tekstslide

De Republiek


Wordt het 
handelscentrum van Europa

Slide 20 - Tekstslide

Vorige les...
  • De VOC hadden veel rechten in Indonesië, zoals forten bouwen, oorlog voeren, gebieden veroveren en besturen. Ze hadden de monopolie op de handel in Azië.
  • De gouverneur-generaal was de hoogste bestuurder in Indië. 
  • Jan Pieterszoon Coen stichten met geweld de handelspost in Batavia.
  • De Republiek werd het handelscentrum van Europa.
  • VOC groeidde uit tot het grooste bedrijf ter wereld, maar ging in 1799 failliet.
  • Alle bezittingen van de VOC kwamen in handen van de Nederlandse staat. Vanaf nu spreken we over de kolonie Nederlands-Indië.

Slide 21 - Tekstslide

1799 Failliet 


Van de V.O.C. werden de bezittingen van de Nederlandse staat.
Je spreekt sindsdien van de kolonie
Nederlands-Indië.

Slide 22 - Tekstslide

4

Slide 23 - Video

Het onstaan van de kolonië
  • Nederlands-Indië: in 1816 nam het Koninkrijk der Nederlanden de vroegere VOC-kolonies in Indonesië over. 
  • Ze werden één kolonie met de naam Nederlands-Indië. 
  • De gouverneur-generaal was de hoogste bestuurder.

Slide 24 - Tekstslide

Java-oorlog (1825–1830)
Het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL) veroverde heel Java.

Slide 25 - Tekstslide

Het cultuurstelsel
systeem waarbij Javaanse boeren werden gedwongen koffie en andere tropische producten voor Nederland te verbouwen. (1830-1870)

Een nieuw bedrijf kreeg het monopolie om de tropische producten naar Europa te vervoeren en daar te verkopen: de Nederlandse Handel-Maatschappij

Slide 26 - Tekstslide

De gevolgen van het cultuurstelsel
  • Nederland werd rijk.
  • De inheemse bevolking leven in armoede en honger.

Er kwam kritiek vanuit Nederland.

Slide 27 - Tekstslide

Wie was Multatuli?
  • Eduard Douwes Dekker
  • Bestuursambtenaar in Nederlands-Indië.
  • Schuilnaam Multatuli
  • Boek: Max Havelaar: kritiek op het cultuurstelsel


Slide 28 - Tekstslide

Afschaffing van het cultuurstelsel
  • 1870
  • Markteconomie: ondernemers kregen vrij spel. 

Slide 29 - Tekstslide

Vorige les...
  • Het cultuurstelsel: systeem waarbij Javaanse boeren werden gedwongen koffie en andere tropische producten te verbouwen (1830-1870).
  • Gevolgen van het cultuurstelsel
  • Multatuli en Max Havelaar

Slide 30 - Tekstslide

Rond 1700
Rond 1900
Wat valt op?

Slide 31 - Tekstslide

Nederlandse Modern Imperialisme


  • Niet in Afrika, maar wel verovering van grote delen van Indonesië.
  • Inheemse vorsten en edelen mochten blijven mits ze met de Nederlanders meewerkten. 

Slide 32 - Tekstslide

Lombok-oorlog 1894

  • De vorsten op het eiland Lombok verzetten zich tegen de Nederlanders. 
  • Het KNIL veroverde de hoofdplaats Tjakra Negara.
  • Nederlanders kende geen genade.

  • Ook in Aceh (Atjeh) in het noorden van Sumatra werd veel geweld gebruikt: Atjehoorlog (de sultan en het overgrote deel der Atjehers weigerden zich aan de Nederlanders te onderwerpen).
Hendrik Colijn heeft gezegd: "Ik heb negen vrouwen en drie kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten en ze zo dood laten schieten". 
Colijn werd later minister-president van Nederland. 

Slide 33 - Tekstslide

Ethische politiek
  • Politiek om de Indonesische bevolking ontwikkeling en welvaart te brengen (bouw van scholen, ziekenhuizen, wegen en vliegvelden. Spoorwegen werden aangelegd en havens voor moderne stoomschepen.
  • De inheemse bevolking kreeg hoop om meer rijst te verbouwen. 

  • Wie profiteerde hiervan?

Slide 34 - Tekstslide

Nederlandse ondernemers (vanaf 1870) 
Royal Dutch Shell: op Sumatra en Borneo werd olie gevonden. De oliemaatschappij Koninklijke Olie werd opgericht. In 1907 vormde dit bgrijf samen met het Britse Shell een van de grootste oliebedrijven ter wereld.

Slide 35 - Tekstslide

Ontelbaar andere producten...
Ondernemers lieten oerwoud kappen om rubber, palmolie en tabaksplantages aan te leggen.

Waarom heb je deze producten nodig?
Met de verkoop van deze producten werd een ander Brits-Nederlands bedrijf groot: Unilever. 

De merken van Unilever?

Slide 36 - Tekstslide

Dus: de motieven voor modern imperialisme
Economisch:
1) Grondstoffen
2) Afzetmarkt
Politiek:
3) Machtsvertoon
Cultureel
4) Europese superioriteit


Slide 37 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken
Werkboek blz. 94 opdracht 9 + blz. 108 opdracht 2.
10 minuten, daarna bespreken
Zelfstandig, zachtjes overleggen is toegestaan.

Eerder klaar? Antwoord de leerdoelen!

timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide

Leerdoelen antwoorden
  1. Hoe is de kolonie Nederlands-Indië ontstaan?
  2. Wat was het cultuurstelsel?
  3. Hoe werkte het cultuurstelsel en wat waren de gevolgen ervan?
timer
2:00

Slide 39 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 40 - Tekstslide