In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 3 videos.
Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.
De persoon is bijvoorbeeld de eigenaar of maker van het voorwerp: mijn fiets, haar tekening, hun huis
Het bezittelijk voornaamwoord vervangt lidwoord dus:
Das ist ein Fahrrad. = Das ist mein Fahrrad
Das ist eine Schule = Das ist meine Schule
Je schrijf niet !!!!
Das ist eine meine Schule
Fertig Dienstag am Ende der Stunde:
Machen AB S. 36 1, 2, 4, 5, 6, 7 (zu zweit)