Zelfzorg Stoppen met roken

Zelfzorg stoppen met roken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
zelfzorgMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zelfzorg stoppen met roken

Slide 1 - Tekstslide

Stoppen met roken

Gezondheidswinst

Verslaving
Nicotine werkt verslavend, doordat het (net als cocaïne en heroïne) onder andere op het dopamine-systeem werkt. Dit is een beloningssysteem in de hersenen. Nicotine geeft tijdelijk een prettig gevoel maar is snel uitgewerkt.  Als het uitgewerkt is, wordt de roker gespannen, geïrriteerd of onrustig waardoor hij/zij verlangt naar een sigaret. 

Slide 2 - Tekstslide

Schadelijke effecten van roken: 
  • Kanker (long, bovenste luchtwegen, spijsverteringskanaal, blaas, alvleesklier, slokdarm en nieren)
  • COPD  en verergering van astma
  • Hartritmestoornis, hartinfarct, herseninfarct
  • Stijging cholesterol gehalte
  • Koude handen/voeten door vaatvernauwing
  • Verminderde gevoeligheid voor insuline (type 2),
  • Verminderde wondgenezing
  • Tandvlees aandoeningen
  • Oogziekten (grijze staar)
  • Toename rimpels
  • Osteoporose
  • Verminder nierfunctie
  • Erectiestoornis
  • Verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen

Slide 3 - Tekstslide

Roken tijdens de zwangerschap verhoogd het risico op:
  • Aangeboren afwijkingen, een te laag geboortegewicht en vroeggeboorte.
  • Overlijden van het kind vlak voor of na de geboorte en wiegendood.
  • Complicaties bij de zwangere vrouw zoals loslaten van de placenta, buitenbaarmoederlijke zwangerschap en problemen met de melkproductie bij borstvoeding.
  • Langetermijncomplicaties bij het kind, zoals ontwikkeling van astma, leer- en gedragsproblemen.

Meer dan de helft van de mensen die blijft roken overlijdt aan de gevolgen hiervan; gemiddeld overlijden rokers 10 jaar eerder dan niet rokers.

Slide 4 - Tekstslide

Gunstige effecten van stoppen met roken
  • De huid ziet er frisser en gezonder uit.
  • Al na een week heeft men meer lucht en dus meer uithoudingsvermogen.
  • Smaak en reuk worden beter.
  • Hoesten, kuchen en de doorrookte stem verdwijnen.
  • Tussen de 2-12 weken na het stoppen, verbetert de bloedcirculatie.
  • De kans op kanker en hart- en vaatziekten wordt snel kleiner. Na 24 uur daalt de kans op een hartinfarct.
  • Na 1 jaar is de kans op een hartkwaal met 50% gedaald.


Slide 5 - Tekstslide

Ontwenningsverschijnselen
Jaarlijks doet ongeveer 30% van alle rokers in Nederland een stoppoging. Dat slechts een klein deel van hen hierin slaagt, toont aan hoe moeilijk stoppen met roken is. Gemiddeld stopt een roker ten minste 2-3 keer voor het uiteindelijk lukt.

De eerste weken zijn het zwaarst ivm de lichamelijke en psychische afhankelijkheid. Symptomen kunnen zijn een grieperig gevoel, neerslachtigheid, prikkelbaarheid, onrust, slapeloosheid, nervositeit, ongeduldig, hoofdpijn, angst, obstipatie en vertraagde harstslag. Deze symptomen verdwijnen 3-4 weken na het stoppen.

Stoppen met roken leid tot gewichtstoename van gemiddeld 2,5-6 kg

Slide 6 - Tekstslide

Aanvulling WHAM-vragen
Voor wie is het advies bedoeld?
  • Als de patiënt zelf al heeft besloten te stoppen met roken op korte termijn, hoef je niet meer uitgebreid in te gaan op nadelen van roken.
  • Bij patiënten die informatie vragen kan je de nadelen van roken benoemen om de motivatie om te stoppen met roken te verhogen.
  • Rookt patiënt 10 of meer sigaretten, en de eerste binnen een half uur na het opstaan, is deze persoon waarschijnlijk nicotineafhankelijk. 

Vanaf 10 sigaretten per dag wordt geadviseerd een nicotinepreparaat in overweging te nemen als hulpmiddel bij het stoppen met roken.

Slide 7 - Tekstslide

Hoelang heeft de klant al last van verschijnselen?
  • Niet relevant

Weke actie heeft de patiënt al ondernomen?
  • Al eerder gestopt?
  • Hulpmiddelen gebruikt?
  • Eerder moeilijkheden ervaren?
  • Mogelijkheden bespreken (groepscursus, individuele begeleiding, nicotinetherapie).

Slide 8 - Tekstslide

Welke medicatie gebruikt de patiënt nog meer?
Bij gebruik van:
  • Theofylline (mogelijk verlagen dosering na stoppen met roken)
  • Insuline (roken verhoogt de insulinebehoefte tot 30%)
  • Antipsychotica (clozapine, fluvoxamine, haloperidol, mirtazapine, olanzapine). Lagere dosering kan nodig zijn na stoppen met roken.
  • Bètablokkers (het bloeddrukverlagende effect blijkt kleiner te zijn bij rokers)
  • Anti-aritmic (flecainide en propafenon), word gebruikt bij hartritmestoornissen. Flecaïnide vraagt mogelijk om dosisverlaging en propafenon vraagt mogelijk om dodisverhoging na stoppen met roken.

kan aanpassing van de dosering nodig zijn. Adviseer patiënten contact op te nemen met de huisarts.  

Anticonceptie: het gebruik van de pil bij rokende vrouwen ouder van 35 jaar vergoot de kans op het ontstaan van een hartinfarct, een beroerte of trombose.


Slide 9 - Tekstslide

Wanneer naar de huisarts verwijzen?
  • Gebruikers van theofylline, antipsychotica (clozapine, duloxetine, fluvoxamine,haloperidol, mirtazapine en olanzapine), bètablokkers, antiaritmica (flecaïnide en propafenon) of oncolytica (erlotinib en gefitinib) als deze stoppen met roken, in verband met bijstellen van de dosering.
  • Wanneer stoppen onder begeleiding van een arts/medicatie op recept is gewenst, bijvoorbeeld bij vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven, mensen met een ernstige vorm van astma of COPD, hartaandoeningen, diabetes, of bij eerdere stoppogingen (met nicotinevervangers) zonder resultaat.
  • Wanneer er een sterke nicotineafhankelijkheid bestaat en er een contra-indicatie voor een nicotinevervanger is.

Slide 10 - Tekstslide

Duur van de zelfbehandeling:
Om te stoppen met roken is een bezoek aan de huisarts in principe niet noodzakelijk. Dit is onder andere afhankelijk van de noodzaak tot stoppen. Als iemand stopt vanwege een aandoening, zou stoppen met roken onder begeleiding van een arts of praktijkondersteuner/verpleegkundige, ondersteund door farmacotherapie beter kunnen werken. Ook als verschillende pogingen om te stoppen niet tot resultaat leiden of hebben geleid, kun je de klant adviseren naar de arts te gaan. Deze kan begeleiding bieden en een middel op recept voorschrijven.

Slide 11 - Tekstslide

Medicamenteus advies

Eerste keuzemiddelen
nicotinevervangers (Nicorette, Nicotinell en NiQuitin)

Kauwgom 2mg of 4 mg
  • volwassenen 8-12x per dag een stukje kauwgom
  • langzaam ongeveer 15 keer kauwen, dan parkeren tussen de wang en de kiezen, enkele minuten wachten en weer 15 keer kauwen
  • herhaal dit kauwen en parkeren tot in totaal ongeveer 30 minuten per stukje kauwgom
  • na enkele weken eventueel overschakelen op kauwgom van lagere sterkte, na 12 weken het gebruik afbouwen in ongeveer 3 weken.

Slide 12 - Tekstslide

Zuigtablet 1mg, 1,5mg, 2mg of 4mg
  • volwassenen 8-12x per dag een tablet opzuigen gedurende ongeveer 30 minuten
  • na 12 weken het gebruik afbouwen in ongeveer 3 weken

Mondspray 1mg per dosering
  • volwassenen naar behoefte elk half uur à 1 uur 1-2 verstuivingen van 1 mg gebruiken, max. 64 verstuivingen per 24 uur (dat is 4 verstuivingen per uur over 16
  • uur)
  • na 6 weken het gebruik tot de helft afbouwen in ongeveer 3 weken, vervolgens tot 4 verstuivingen per dag afbouwen in ongeveer 3 weken en dan stoppen




Slide 13 - Tekstslide

Dosering pleister (5, 10 of 15mg/16 uur of 7, 14 of 21mg/24 uur)
  • volwassenen 's morgens direct na het wakker worden een pleister plakken op een schoon, droog en onbehaard huidgedeelte en deze 16 uur of 24 uur (afhankelijk van het preparaat) laten zitten
  • elke dag een andere plakplaats kiezen
  • na enkele weken overstappen op een pleister met een lagere sterkte, instructies hiervoor zijn te vinden in de bijsluiter.
  • in totaal 2-3 maanden gebruiken

Medicijnen op recept
  • Bupropion (Zyban)
  • Varenicline (Champix)
  • Nortriptyline (Nortrilen)

Slide 14 - Tekstslide

Behandelingen
  • Psychologische begeleiding (individueel/groepsverband)
  • Nicotine-vervangende middelen: pleisters, smelttabletten, zuigtabletten en kauwgom
  • Medicijnen: Bupropion (Zyban) en Varenicline (Champix), op recept van uw (huis)arts

Slide 15 - Tekstslide

Vergoeding
Per zorgverzekeraar verschillend

Slide 16 - Tekstslide