,

2.6 de overheid grijpt in

2.6 Overheid grijpt in
Jij kan uitleggen wat de overheid kan doen om werkloosheid tegen te gaan
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.6 Overheid grijpt in
Jij kan uitleggen wat de overheid kan doen om werkloosheid tegen te gaan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2.6 de overheid grijpt in
Wat kan de overheid doen tegen werkloosheid?
 
  • Zorgen voor lagere loonkosten (door bijv. lagere sociale premies)
  • Meer geld uitgeven
  • Loonkostensubsidies geven aan bedrijven
  • Subsidies voor kinderopvang

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestedingen stijgen als de overheid
  • meer aankopen doet
  • belasting verlaagt
  • de sociale premies verlaagt


Gevolg hogere bestedingen?
hogere bestedingen neemt werkgelegenheid toe

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale premies
  • Worden ingehouden op het brutoloon van werknemers
  • Worden gebruikt voor de sociale zekerheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loonkosten dalen als overheid
  • belasting op lonen verlaagt ( loonbelasting)
  • de sociale premies verlaagt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daling loonkosten voor werkgevers

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan de overheid doen bij sommige groepen werkelozen die erg moeilijk aan baan komen?
( DIT GELDT VOOR MENSEN MET EEN HANDICAP OF LAGE OPLEIDING)

  • subsidies  voor kinderopvang ( werkloze met weinig geld/opleiding makkelijker aan werk gaan)
  • loonkostensubsidies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loonkostensubsidie =
en bedrag dat de overheid aan de werkgever betaalt als  bijdrage in de loonkosten van een werknemer
( extra geld als ze een werkloze aannemen)


  • Nadelen: bijv.: Het kost de overheid veel geld.
  •  Voordelen: bijv.: De overheid geeft minder uit te geven aan uitkeringen;                                 goed voor de werkgelegenheid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Par 2.6 Opdrachten 6 t/m 12

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwart

Wit
Grijs
Stage, klusjes in huis en vrijwilligerswerk.
Illegaal, je betaalt geen belasting en sociale premies. 
Legaal, je betaalt belasting en sociale premies en je hebt een contract. 

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nettoloon
Sociale premies
Brutoloon
Loonbelasting

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist
Onjuist
De mensen die een uitkering krijgen, noem je de niet-actieven.
Sociale premies worden ingehouden op je brutoloon.
Solidariteitsbeginsel betekent dat iedereen meebetaalt aan de sociale zekerheid.

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wit werk
Grijs werk
Zwart werk
Werk waarover je geen belasting en sociale premies betaalt
Werk waarop belasting en sociale premies worden ingehouden
Vrijwilligerswerk en bepaald soort onbetaald werk

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Economische groei
Economische krimp
Recessie
stijging van het BBP
Er komt minder belasting binnen
Minder werkloosheid
Minder WW-uitkeringen                                        




Hogere sociale premies en loonbelasting nodig

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De groei van het aantal banen 2022 t.o.v. 2021 = 240. Er waren 2.430 banen in 2021.
Hoeveel is de stijging (in procenten)? (Berekening)

Slide 18 - Open vraag

240 : 2430  x 100 = 9,88 % = 10%
De groei van het aantal banen 2022 t.o.v. 2021 = 240. Er waren 2.430 banen in 2021.

Hoeveel is de stijging (in procenten)? (Berekening)
A
240 : 2430 x 100 = 9,88 % = 10%
B
ik had een andere berekening maar mijn antwoord is goed
C
mijn berekening is goed maar antwoord fout
D
berekening en antwoord fout

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Totale kosten product € 2,80 en de winstmarge is €0,40.
Verkoopprijs is dus € 3,20
De overheid verlaagd de btw van 21 % naar 9%.
Bereken de nieuwe verkoopprijs?

Slide 20 - Open vraag

Verkoopprijs : 2,80 + 0,40 = € 3,20
3,20 + (3,20 : 100 x 9) = 3,49 
Totale kosten product € 2,80 en de winstmarge is €0,40.
Verkoopprijs is dus € 3,20
De overheid verlaagd de btw van 21 % naar 9%.

Bereken de nieuwe verkoopprijs?
A
Verkooppr. : 2,80 + 0,40 = € 3,20 3,20 + (3,20 : 100 x 9) = 3,49
B
ik had een andere berekening maar mijn antwoord is goed
C
mijn berekening is goed maar antwoord fout
D
berekening en antwoord fout

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer de overheid in grijpt is er sprake van
A
Geen vrije marktwerking
B
Vrij marktwerking

Slide 22 - Quizvraag

Kapitaal = rente / huuropbrengsten
Arbeid = salaris / loon
Natuur = Pacht
Ondernemerschap = Winst
Karel is werkloos omdat een machine hem heeft vervangen.

Van welke werkloosheid is er sprake?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies