§ 7 Examenopdrachten

Examenopdrachten
13 vragen
maximaal 17 punten
Antwoorden op proefwerkblaadje
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examenopdrachten
13 vragen
maximaal 17 punten
Antwoorden op proefwerkblaadje

Slide 1 - Tekstslide

1
1p 1 Hieronder staan vijf gebeurtenissen uit de geschiedenis van Indonesië:
1 De eerste Nederlanders komen in Oost-Indië aan.
2 De kolonie krijgt een nieuwe naam: Nederlands-Indië.
3 De VOC wordt opgericht.
4 Het cultuurstelsel wordt beëindigd.
5 Koning Willem I geeft gouverneur-generaal Van den Bosch opdracht een plan te bedenken om winst te maken in de kolonie.
→ Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
Doe het zo: Eerst ..., dan ..., vervolgens ..., daarna ... en ten slotte ... (vul nummers in).

Slide 2 - Tekstslide

1
  • 1 Eerst 1, dan 3, vervolgens 2, daarna 5 en ten slotte 4.
  • 1 punt

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

2
Gebruik HB bron 1.
1p 2 De VOC liet een apart wapen voor Batavia maken.
→ Wat kun je daaruit opmaken over het belang van Batavia? Leg je antwoord uit.

Slide 5 - Tekstslide

2
  • Batavia was de belangrijkste handelspost van de VOC in Oost-Indië.
  • 1punt

Slide 6 - Tekstslide

3
3p 3 Iemand doet de volgende uitspraken over de gevolgen van het cultuurstelsel:
1 De bouw van wegen was goedkoop door de gratis arbeid van de Javaanse boeren.
2 De Nederlandse schatkist raakte goed gevuld.
3 Door het cultuurstelsel konden de Javaanse boeren meer rijst verbouwen.
4 Javaanse boeren kregen meer honger.
5 Nederland investeerde de opbrengst van het cultuurstelsel in Indonesië.
Welke drie uitspraken zijn juist?
A 1, 2 en 4. D 1, 3 en 5.
B 1, 2 en 5. E 2, 3 en 4.
C 1, 3 en 4. F 2, 3 en 5.

Slide 7 - Tekstslide

3
A 1, 2 en 4. D 1, 3 en 5.
B 1, 2 en 5. E 2, 3 en 4.
C 1, 3 en 4. F 2, 3 en 5.

Slide 8 - Tekstslide

3
A
3 punten

Slide 9 - Tekstslide

4
1p 4 In Nederland ontstond kritiek op het cultuurstelsel.
Welke kritiek hadden steeds meer liberalen?
A De regering bepaalde welke producten boeren moesten verbouwen.
B Er was te weinig interesse voor producten uit Indonesië.
C Er werd verlies gemaakt.
D Javaanse boeren werden uitgebuit.

Slide 10 - Tekstslide

4
A

1 punt

Slide 11 - Tekstslide

5
Gebruik HB bron 2.
1p 5 Op de bron is een verandering te zien in Nederlands-Indië na 1870.
→ Welke verandering is in de bron te zien?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

5
Het cultuurstelsel werd beëindigd en vrije ondernemers stichtten grote plantages, zoals hier een
tabaksplantage.

1 punt

Slide 14 - Tekstslide

6
Op plantages werkten vaak koelies.
→ Waren de werkomstandigheden voor die groep goed of slecht? Leg je antwoord uit.
Doe het zo: De werkomstandigheden waren goed/slecht (maak een keuze), want … (geef uitleg).

Slide 15 - Tekstslide

6
De werkomstandigheden waren slecht, want koelies verdienden weinig en werkten heel hard en lang, vaak in de brandende zon. Ze kregen weinig eten en werden streng gestraft.

1 punt

Slide 16 - Tekstslide

7
Rond 1870 deed Nederland mee met een soort wedstrijd tussen de Europese landen: het modern imperialisme.
Waarom paste de oprichting van het KNIL door de Nederlandse regering daar goed bij?
A Het KNIL bestond voornamelijk uit mensen van de Indonesische bevolking.
B Het KNIL hielp ondernemers bij het opzetten van plantages.
C Het KNIL moest de landsgrenzen bewaken.
D Het KNIL moest zoveel mogelijk gebied veroveren.

Slide 17 - Tekstslide

7
D

1 punt

Slide 18 - Tekstslide

8
Gebruik HB bron 3.
1p 8 Welk woord past bij de bron?
A Liberalen. C Pacificatie.
B Merdeka. D Tabaksplantages.

Slide 19 - Tekstslide

8
C

 1 punt

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

9
Gebruik HB bron 4.
1p 9 Er was veel kritiek in Nederland op de manier waarop Nederland Nederlands-Indië bestuurde.
Daarom ging de regering iets doen voor de mensen in Nederlands-Indië: de ethische politiek.
→ Welk onderdeel van de ethische politiek zie je afgebeeld op de bron?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

9
De gezondheidszorg

1 punt

Slide 24 - Tekstslide

10
2p 10 Hieronder staan vijf gebeurtenissen uit de geschiedenis van Indonesië:
1 De PNI wordt opgericht.
2 De Volksraad wordt opgericht.
3 Nederlanders in Nederlands-Indië worden door de Japanners in kampen opgesloten.
4 Pemoeda’s dwingen Soekarno en Hatta de Republiek Indonesië uit te roepen.
5 Soekarno wordt gevangengezet door de Nederlanders.
→ Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
Doe het zo: Eerst ..., dan ..., vervolgens ..., daarna ... en ten slotte ... (vul nummers in).

Slide 25 - Tekstslide

10
Eerst 2, dan 1, vervolgens 5, daarna 3 en ten slotte 4.

 2 punten

Slide 26 - Tekstslide

11
Gebruik HB bron 5.
1p 11 Hieronder staan vier uitspraken over de bezetting van Indonesië door Japan:
1 Indonesische nationalisten regeren samen met de Japanners Indonesië.
2 Japan belooft de Indonesische nationalisten in de toekomst de onafhankelijkheid.
3 Soekarno en Hatta vechten met het Japanse leger mee tegen de Nederlanders in Nederlands-Indië.
4 Soekarno en Hatta worden door de Japanners in kampen gevangengezet.
→ Welke uitspraak past bij de bron?
Doe het zo: Uitspraak ... (vul nummer in) past bij de bron.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

11
Uitspraak 2 past bij de bron.

1 punt

Slide 29 - Tekstslide

12
Gebruik WB bron 1.
1p 12 Moest Indonesië een kolonie van Nederland blijven of niet? Na afloop van de Tweede Wereldoorlog
hadden de Nederlanders daar verschillende meningen over.
→ Sluit de bron wel of niet aan bij hoe de meeste Nederlanders toen dachten over de
toekomst van Indonesië? Leg je antwoord uit.
Doe het zo: De bron sluit wel/niet (maak een keuze) aan, omdat de meeste
Nederlanders toen vonden dat … (geef uitleg).

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

12
De bron sluit niet aan, want de meeste Nederlanders vonden toen dat Indonesië een kolonie van
Nederland was (en dus moesten er troepen gestuurd worden om de orde en rust te herstellen)/dat
Indonesië bij Nederland hoorde/dat er met de opstandelingen/terroristen afgerekend moest worden.
1 punt

Slide 32 - Tekstslide

13
Gebruik HB bron 6.
1p 13 → In welk jaar vond deze gebeurtenis plaats?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

13
1949

1 punt

Slide 35 - Tekstslide