Cursus 1 Lezen par. 1 en 2 NN ed. 7 en Cursus 2 Media par. 2

Media
Betrouwbaarheid

Hypermediateksten 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Media
Betrouwbaarheid

Hypermediateksten 

Slide 1 - Tekstslide

LESDOEL:

* Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid.


Slide 2 - Tekstslide

Bron = oorsprong van informatie
Tegenwoordig kun je op heel veel verschillende plekken informatie vinden over onderwerpen. Dat kan bijvoorbeeld een website zijn, een interview met iemand, een (radio) programma of een krant. Maar niet elke plek waar je die informatie kunt vinden is even betrouwbaar, wat ook niet alle informatie betrouwbaar maakt.

Bij welke bronnen kun je informatie vinden over koning Willem Alexander?
Welke bronnen daarvan zijn betrouwbaar?

Slide 3 - Tekstslide

Kritisch lezen: Check
1 wie of wat de bron van de tekst is;
2 of je de inhoud vertrouwt (als de schrijver feiten presenteert, controleer je of deze ook waar zijn, in andere bronnen);
3 wat het schrijfdoel van de schrijver is;
4 op welke datum de tekst geschreven is (lang geleden?);
5 het taalgebruik, is dat correct of veel taalfouten?
6 de beelden, zijn ze echt of bedoeld om je voor de gek te houden? 

Slide 4 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van teksten


Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.

Daarom moet je een tekst kritisch lezen.

Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op

de bron,  de schrijver, het doel van de tekst.

Slide 5 - Tekstslide

De bron van een tekst

Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.

Dat kun je aan de bronvermelding zien.

Een bron die zo volledig mogelijk informatie geeft, is betrouwbaarder dan een bron die dat niet doet. Dat geldt ook voor een bron die informatie juist en controleerbaar aanbiedt.

Slide 6 - Tekstslide

De schrijver van een tekst

Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept of een ruime persoonlijke ervaring heeft met het onderwerp.

Slide 7 - Tekstslide

Het doel van een tekst

Een tekst is objectief en onpartijdig als die alleen maar

informatie geeft.

Een tekst is subjectief en partijdig als die ergens van wil overtuigen of ergens reclame voor maakt. Als een tekst bedoelt is om jou te overtuigen of tot handelen aan te zetten (aansporen iets te doen), moet je dus extra goed opletten.

Slide 8 - Tekstslide


Reclameteksten zijn meestal niet erg betrouwbaar,

omdat ze als doel hebben de lezer aan te sporen iets te kopen

Slide 9 - Tekstslide



Ook roddelbladen nemen het soms niet zo nauw met de waarheid. 

Slide 10 - Tekstslide


Schoolboeken en de meeste nieuwsberichten zijn wel betrouwbaar, omdat ze als doel hebben de lezer informatie te geven.

Slide 11 - Tekstslide

Nepnieuws op internet

Weet jij welke informatie op internet betrouwbaar is?

Veel jongeren vinden het lastig om te beoordelen

of iets wat ze online tegenkomen nepnieuws

of juist betrouwbare informatie is.



Slide 12 - Tekstslide

Geloof jij altijd alles wat je leest op internet?

Slide 13 - Open vraag

Hoe check jij of een tekst op internet betrouwbaar is?

Slide 14 - Open vraag


Lees (en beluister) de tekst en bekijk de afbeelding. De tekst komt van Wikipedia, een site waar iedereen informatie op kan zetten.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit waarom
Wikipedia 'De vrije encyclopedie' heet.

Slide 16 - Open vraag

Onder aan de tekst staat 'Deze pagina is het laatst bewerkt op ... '
Wat is bewerken?

Slide 17 - Open vraag

Waarover gaat deze tekst?

Slide 18 - Open vraag

Noteer een feit uit tekst 2 dat niet meer actueel is.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het doel van de tekst?

Slide 20 - Open vraag

Wat weet je nu over de betrouwbaarheid van de artikelen op Wikipedia?

A
De informatie in een artikel op Wikipedia is altijd betrouwbaar.
B
De informatie in een artikel op Wikipedia is nooit betrouwbaar.
C
Je weet nooit zeker of de informatie in een artikel op Wikipedia betrouwbaar is.

Slide 21 - Quizvraag

Lees (en beluister) de tekst

Slide 22 - Tekstslide

Dit artikel komt uit de serie 'NRC checkt'. Leg in je eigen woorden uit wat NRC in deze serie doet.

Slide 23 - Open vraag

Wie berichtte dat het in de VS te koud zou zijn voor ijsberen?

Slide 24 - Open vraag

Wat is de conclusie van NRC?

Slide 25 - Open vraag

Geloof jij alles wat je in de krant leest? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Taalgebruik

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Gebruik van bronnen
  • Naar welke bronnen wordt er verwezen?
  • Zijn dat betrouwbare bronnen?

Sites die niets verkopen, feiten 
bevatten en waarin informatie staat 
die je op andere websites ook ziet, 
zijn vaak wel betrouwbaar.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Hypermediateksten
Hypertekst:  een tekst met een of meer linkjes. (hyperlink)

Multimediatekst: andere media op een tekstpagina zoals afbeeldingen en filmpjes.

Hypermediateksten: bevatten hyperlinks en andere media.

Slide 32 - Tekstslide

Lees de tekst links en vul de checklist in voor deze tekst. Betrouwbaar of niet? 
timer
4:00

Slide 33 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van teksten

Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.


Daarom moet je een tekst ........... lezen.


Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op

de............,  de .............en het ............. van de tekst.

  • bron
  • schrijver
  • doel
  • kritisch

Slide 34 - Tekstslide

Betrouwbaar of niet?

Slide 35 - Tekstslide

Betrouwbaar?

Tekstdoel?

Slide 36 - Tekstslide

Stel; je moet voor een onderzoek/project op school op zoek naar bronnen. Hoe zoek je deze dan?

Slide 37 - Open vraag

informatie zoeken
  • Bekijk de hoofdtekst over het onderwerp
  • Bepaal welke info voor jou belangrijk is, sla onbelangrijke info over
  • Hyperlink: alleen als je denkt via de link belangrijke info te krijgen   
  • Sluit het tabblad van een link als je genoeg informatie hebt

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag
Je maakt paragraaf 2 van media


timer
10:00

Slide 39 - Tekstslide