3/4 TL Feniks 3.4
1 / 9
Lesduur is: 12 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe greep de regering van Colijn in tijdens de economisch crisis?
A
Ze voerden een investeringspolitiek. Veel uitgeven om de economie te laten draaien
B
Ze voerden een aanpassingspolitiek, veel bezuinigen, omdat er weinig geld was.
C
Ze voerden de liberale politiek, zo min mogelijk overheidsbemoeienis.
D
Ze voerden een socialistische politiek en kwamen met veel sociale wetten.
Slide 2 - Quizvraag
Hoe probeerde de overheid werkelozen aan het werk te krijgen?
A
Door ze geen uitkering te geven.
B
Door ze uitkeringen te stoppen als ze niet meededen aan de werkverschaffingsprojecten
C
Door werkverschaffingsprojecten
D
Door de uitkering zo laag te houden dat ze er niet van konden leven.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe noem je het als de maatschappij is verdeeld in groepen die bijna langs elkaar heen leven?
A
Fascisme
B
collectivisatie
C
verzuiling
D
totalitaire-samenleving
Slide 4 - Quizvraag
hoe noem je de nationalistische politieke stroming die een sterk leiderschap wil en geweld goedkeurt?
A
Totalitarisme
B
Communisme
C
Fascisme
D
republiek
Slide 5 - Quizvraag
Wie leidde in Nederland de NSB de partij die grotendeels dezelfde ideeën had als de Italiaanse Fascisten?
A
Hendrik Colijn
B
Abraham Kuijper
C
Aletta Jacobs
D
Anton Mussert
Slide 6 - Quizvraag
Welke rol speelde Nederland in de Eerste Wereldoorlog?
A
Nederland vocht mee aan de kant van Oostenrijk-Hongarije
B
Nederland wilde neutraal blijven maar werden aangevallen door Duitsland.
C
Nederland vocht mee aan de kant van Engeland en Frankrijk.
D
Nederland bleef Neutraal.
Slide 7 - Quizvraag
Waarom besloot Nederland in 1936 mee te doen aan de Olympische Spelen in Berlijn?
A
Ze wilden geen politiek statement maken, omdat ze neutraal wilden blijven.
B
Ze wilden een politiek statement maken, dat de politiek van Nazi Duitsland geaccepteerd werd.
C
Ze vonden dat Sport niets te maken had met politiek.
D
Ze hadden goede sporters en veel kans op gouden medailles.
Slide 8 - Quizvraag
Vooral na de Kristalnacht kwamen er veel Duitse joden naar Nederland. Hoe ging Nederland hiermee om?
A
Ze werden met open armen ontvangen.
B
Veel joden werden teruggestuurd.
C
De meeste joden werden opgevangen sommigen werden teruggestuurd.
