KG - Diabetes Mellitus

Diabetes Mellitus
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Diabetes Mellitus

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na de les weet de student:
- de anatomie en fysiologie van de alvleesklier te benoemen
- wat het verschil tussen hyper- en hypoglykemie is
- welke soorten Diabetes Mellitus er zijn (type 1 en 2), wat oorzaken en risicofactoren zijn, welke symptomen zorgvragers hebben, hoe de diagnose gesteld wordt en hoe de behandeling eruit ziet

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Bij zorgvragers met DM zijn de bloedglucose waarden langdurig verhoogd...
Jui
Onjuist

Slide 4 - Poll

Waarom zijn bij zorgvragers met DM de bloedglucosewaarden langdurig verhoogd?

Slide 5 - Open vraag

Wat doet insuline?

Slide 6 - Open vraag

De alvleesklier

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de Latijnse benaming van de alvleesklier?

Slide 8 - Open vraag

De alvleesklier
Opgedeeld in: de kop, het lichaam en de staart.
Twee belangrijke functies: helpen verteren van je eten en regelen dat de hoeveelheid suiker in je bloed op een goed niveau blijft.
De pancreas is zowel een endocriene als een exocriene klier > WAT BETEKENT DIT?

Slide 9 - Tekstslide

De alvleesklier
Het deel van de alvleesklier dat belangrijk is voor de suikerhuishouding bestaat uit alfa- en bètacellen.
De cellen van de alvleesklier liggen als eilandjes bij elkaar > eilandjes van Langerhans > produceren glucagon en insuline. 

Slide 10 - Tekstslide

Afwijkende suikerwaarden

Slide 11 - Tekstslide

Hoge glucosewaarden > hyperglycemie:
- bètacellen geven insuline af
- de cellen van je organen en spieren nemen glucose op uit het bloed
- de glucosewaarde daalt
Lage glucosewaarden > hypoglycemie:
- alfacellen geven glucagon af
- glycogeen wordt omgezet in glucose
- de glucosewaarde stijgt

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de normale glucosewaarde?

Slide 13 - Open vraag

Soorten Diabetes Mellitus

Slide 14 - Tekstslide

Soorten Diabetes Mellitus
Welke soorten Diabetes Mellitus ken je?

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht (30 min - klassikaal bespreken)
Er zijn verschillen in eigenschappen tussen Diabetes Mellitus type 1 en 2. Werk dit uit aan de hand van de volgende eigenschappen:
- ontstaanswijze
- oorzaken en risicofactoren
- percentage van diabeteszorgvragers
- ontstaansleeftijd
- klachten / symptomen 
- behandeling 

Slide 16 - Tekstslide

Korte termijn complicaties DM:
- diabetische ketoacidose (type 1) 
- hyperosmolair hyperglycemisch syndroom (type 2) 
Lange termijn complicaties DM:
- minder goed werkende ogen
- nierproblemen
- beschadiging van de zenuwen
- artherosclerose

Slide 17 - Tekstslide

Diagnostiek 
- Urineonderzoek
- Bloedonderzoek
Een zorgvrager heeft DM wanneer:
1. De glucosewaarde twee keer boven de 7,0 millimol/L is
2. De zorgvrager niet nuchter is voor het bloedonderzoek, maar zijn of haar bloedsuiker één keer boven de 11,1 millimol/L is

Slide 18 - Tekstslide

Behandeling DM type 1
Een zorgvrager met DM type 1 maakt geen insuline meer aan. Als behandeling krijgt deze zorgvrager daarom insuline als medicijn. 

Wanneer verandert de glucosewaarden van een zorgvrager met DM?
De hoeveelheid insuline die de zorgvrager moet spuiten, moet je aanpassen op?

Slide 19 - Tekstslide

Behandeling DM type 2
Veranderen leefstijl: gewicht verliezen, meer gaan bewegen, gezonder gaan eten en stoppen met roken > zorgvragers hebben dan soms geen medicijnen nodig.
Orale medicatie die de bloedglucose verlagen > zorgen dat de cellen van de zorgvrager beter reageren op insuline.

Slide 20 - Tekstslide

Follow-up
- Bloedonderzoek > welk bloedonderzoek denk je?
- Oogspiegelen: om mogelijk oogproblemen in een vroeg stadium vast te stellen.
- Voetonderzoek: om zenuwproblemen en huidafwijkingen vast te stellen.

Slide 21 - Tekstslide

VRAGEN???

Slide 22 - Tekstslide