Unidad 3 En la recepcioón - Parte 4

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Español A1/A2 

¿Qué vamos a hacer?

- Getallen 101 tot en met 1000

- Escuchar

- Vocabulario

Los objetivos de la clase

- Na de les ken je de getallen 101 tot en met 1000 in het Spaans

- Na de les heb je minimaal vijf nieuwe woorden geleerd in het Spaans

Los números de 20 a 100

Wie weet de tientallen nog?

10, 20, 30, 40, 50, 60, 70 , 80, 90?

Hoe zeg je in het Spaans:
82

Hoe zeg je in het Spaans:
94

Hoe zeg je in het Spaans:
31

Hoe zeg je in het Spaans:
57

Verder met de honderdtallen!

Welke cijfers missen er in de volgende tabel?

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1000

Cien

Doscientos

Trescientos

Cuatrocientos

Quinientos

Seiscientos

Setecientos

Ochocientos

Novecientos

Mil

Atención:

100 = CIEN

101 = CIENTO y uno

146 = CIENTO cuarenta y seis

Ahora: escuchar

Escuchamos un fragmento

¿Qué palabras reconoces?

Schrijf de woorden op die je kent

Pak nu de vragen erbij

Snap je wat er gevraagd wordt?

Ahora: vocabulario

Quizlet sets A1E1, A1E2 & A1E3

Pak set A1E1 voor je (link op volgende slide)

Neem vijf minuten om de set door te nemen

quizlet.com

Welke thema's (thema) zie je terug in de lijst?

La familia

La descripción (omschrijving van personen)

Nacionalidades (nationaliteiten)

Noem straks bij elk woordweb zo veel mogelijk woorden die je hebt onthouden (als het kan zonder in de lijst te kijken!)

La familia

Kun je een (korte) zin maken met de woorden over 'la familia'?

La descripción de una persona

Kun je een (korte) zin maken met de woorden over 'la descripción'?

Nacionalidades

Kun je een (korte) zin maken met de woorden over 'nacionalidades'?

Los objetivos de la clase

- Na de les ken je de getallen 101 tot en met 1000 in het Spaans

- Na de les heb je minimaal vijf nieuwe woorden geleerd in het Spaans

Nog één vraagje:

Enquête internationalisatie

Internationalisatie

Volgende les:

Toets over woorden A1E1, A1E2 & A1E3