Luistertoets Brugklas TO

Luistertoets Brugklas
Instructie

De toets bestaat uit 41 vragen “exercices”. Je hebt 25 minuten om de toets te maken.
Lees bij elke opdracht steeds eerst de vraag. Vul daarna het juiste antwoord in.
Aan het einde van de toets krijg je 3 minuten om af te ronden.

Succes met de toets!  



1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Luistertoets Brugklas
Instructie

De toets bestaat uit 41 vragen “exercices”. Je hebt 25 minuten om de toets te maken.
Lees bij elke opdracht steeds eerst de vraag. Vul daarna het juiste antwoord in.
Aan het einde van de toets krijg je 3 minuten om af te ronden.

Succes met de toets!  



Slide 1 - Tekstslide

Écouter h1 version A
But: Ik kan een gesprek over vakantie begrijpen.

Tu vas écouter Lucie et Ruben. Ils sont au camping.
 VRAI ou  FAUX

Slide 2 - Tekstslide


Ruben zegt dat hij vloeiend Frans spreekt.
Chapitre 1 version A
A
Vrai
B
Faux

Slide 3 - Quizvraag


Lucie en Ruben zijn allebei 12 jaar.
A
Vrai
B
Faux

Slide 4 - Quizvraag


Lucie legt uit wat een mobilhome is.
A
Vrai
B
Faux

Slide 5 - Quizvraag


Lucie denkt dat Tom een baby is.
A
Vrai
B
Faux

Slide 6 - Quizvraag


Ruben heeft een huisdier.
A
Vrai
B
Faux

Slide 7 - Quizvraag


Hoe oud is Ruben?



A
12 jaar
B
14 jaar
C
2 jaar
D
11 jaar

Slide 8 - Quizvraag


Wie is Tom?
A
Zijn kat
B
Zijn hond
C
Zijn hamster
D
Zijn paard

Slide 9 - Quizvraag

Écouter h1 version B 
But: Ik kan een gesprek over vakantie begrijpen.  

Tu vas écouter Léon et Esmée.  
 VRAI ou  FAUX

Slide 10 - Tekstslide


Esmée spreekt goed Frans.
Chapitre 1 version B
A
Vrai
B
Faux

Slide 11 - Quizvraag


Esmée en Léon zijn allebei 13 jaar.
A
Vrai
B
Faux

Slide 12 - Quizvraag


Léon is met zijn ouders op vakantie.
A
Vrai
B
Faux

Slide 13 - Quizvraag


Léon vraagt of Esmée mee gaat zwemmen.
A
Vrai
B
Faux

Slide 14 - Quizvraag


Léon denkt dat Nino een persoon is.
A
Vrai
B
Faux

Slide 15 - Quizvraag


Waar zijn Leon en Esmée?
A
Op de Camping Franse
B
Op Straat
C
Op het Strand
D
Op het Zwembad

Slide 16 - Quizvraag


welke Nationalileit heeft Esmée?
A
Frans Franse
B
Spaanse
C
Italiaanse
D
Nederlandse

Slide 17 - Quizvraag

Écouter h2 version A  
But: Ik kan een gesprek op een terras begrijpen.  

Tu vas écouter Chloé et Mattéo. Ils sont à la terrasse d’un café.
VRAI ou  FAUX

Slide 18 - Tekstslide


Mattéo wil een broodje met kaas.
Chapitre 2 version A
A
Vrai
B
Faux

Slide 19 - Quizvraag


Chloé en Mattéo vinden de prijzen op
het terras te duur.
A
Vrai
B
Faux

Slide 20 - Quizvraag


De ober verwijst ze naa ......... in de buurt.
A
goedkoop cafe
B
naar de supermarkt
C
naar een bakker
D
naar de markt

Slide 21 - Quizvraag


Wat stelt Mattéo voor?
A
naar huis ta gaan
B
naar restaurant te gaan
C
naar de bakker te gaan
D
naar de supermarkt te gaan.

Slide 22 - Quizvraag


Mattéo en Chloé nemen uiteindelijk twee
broodjes, een milkshake en een ijsje.
A
Vrai
B
Faux

Slide 23 - Quizvraag


Hoeveel kost een broodje in de champs-elysée?
A
2,50
B
10,50
C
12,50
D
10

Slide 24 - Quizvraag

Écouter h2 version B
But: Ik kan een gesprek op een terras begrijpen.   
Tu vas écouter Dounia et Valentin. Ils sont à une terrasse, à Genève.
VRAI ou  FAUX

Slide 25 - Tekstslide



Valentin en Dounia hebben allebei trek.
Chapitre 2 version B
A
Vrai
B
Faux

Slide 26 - Quizvraag



Valentin vraagt om de kaart.
A
Vrai
B
Faux

Slide 27 - Quizvraag


Valentin en Dounia vinden dezelfde dingen lekker.
A
Vrai
B
Faux

Slide 28 - Quizvraag


Valentin bestelt twee dingen.
A
Vrai
B
Faux

Slide 29 - Quizvraag


Waarom aan het einde van het fragment is Dounia in paniek.
A
haar portemonaie vergeten
B
zij heeft geen wisselgeld
C
Zij heeft niet genoeg geld
D
zij kan niet betalen met haar geld

Slide 30 - Quizvraag


Hoe wordt het probleem opgelost?
A
Haar vader gebeld
B
Valentin heeft betaald
C
ze komen later betalen

Slide 31 - Quizvraag


Wat hebben Dounia en Valentin besteld?
A
Pannenkoek,Vis, fritjes et des glaces
B
Pizza, pannenkoek et des glaces
C
Vis, fritjes, pizza et des glaces
D
Vis, pizza, pannenkoek et des glaces

Slide 32 - Quizvraag

Écouter h3 version A 
But: Ik kan een gesprekje over school begrijpen.   

Tu vas écouter Nathan et Inès. Ils parlent du collège. 
VRAI ou  FAUX

Slide 33 - Tekstslide



Nathan en Inès hebben vandaag exact dezelfde vakken
Chapitre 3 version A
A
Vrai
B
Faux

Slide 34 - Quizvraag


Inès wil een grap uithalen met de nieuwe wiskundeleraar
A
Vrai
B
Faux

Slide 35 - Quizvraag


Nathan en Inès zijn even laat uit.
A
Vrai
B
Faux

Slide 36 - Quizvraag


Inès blijkt de nieuwe wiskundeleraar al eerder te hebben gezien. waar?
A
in de stad
B
onderweg
C
in de bus
D
in het leerplein

Slide 37 - Quizvraag


om hoelaat zijn Inès en Nathan klaar met school? en hoelaat pakken ze bus?.
A
vier uur en de bus om half vier
B
Drie uur en bus om half vier
C
Drie uur en bus om kwart over drie
D
vijf uur de bus om half vijf

Slide 38 - Quizvraag


Inès schaamt zich aan het einde van het fragment omdat
A
de leraar is heel streng
B
de leraar heeft alles gehoord
C
de leraar is heel lief

Slide 39 - Quizvraag

Écouter h3 version B
But: Ik kan een gesprekje over school begrijpen.   

Tu vas écouter Thomas et Solène. Ils parlent du collège. 
VRAI ou  FAUX

Slide 40 - Tekstslide



Solène is nieuw op school.
Chapitre 3 version B
A
Vrai
B
Faux

Slide 41 - Quizvraag


Thomas is heel goed in Engels.
A
Vrai
B
Faux

Slide 42 - Quizvraag


Aan wat heeft Solène hekel?
A
aan huiswerk
B
aan toetsen
C
aan biologie.
D
aan Engels

Slide 43 - Quizvraag


Solène en Thomas spreken in de pauze van om
A
11 heures
B
10 heures
C
2 heures
D
12 heures

Slide 44 - Quizvraag



Wat is het Nederlandse gemiddelde van Solene in Engels?
A
8
B
10
C
4
D
3

Slide 45 - Quizvraag


Wat is het geheim van Thomas?
A
Zijn ouders zijn Engels
B
Hij woonde vroeger in Engeland
C
Hij zat op school in Engeland
D
De Engels docent is zijn vader

Slide 46 - Quizvraag


Waar vindt het gesprek tussen Thomas en Solène plaats?
A
In de kantine
B
Op schoolplein
C
In de Bus
D
In het klaslokaal

Slide 47 - Quizvraag



Op welke dagen heeft Solène Engels?
A
dinsdag, maandag en donderdag
B
vrijdag, dinsdag en donderdag
C
vrijdag, maandag en woensdag
D
vrijdag, maandag en donderdag

Slide 48 - Quizvraag

Eind toets.

Controleer alle dia's en daarna inleveren

Slide 49 - Tekstslide