In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
In een serieschakeling is...
A
de spanning overal gelijk
B
de spanning gelijk verdeeld
C
de stroomsterkte verdeeld
D
de stroomsterkte overal gelijk
Slide 2 - Quizvraag
In een parallelschakeling is
A
de stroomsterkte verdeeld
B
de stroomsterkte overal hetzelfde
C
de spanning overal hetzelfde
D
de spanning verdeeld
Slide 3 - Quizvraag
Opdracht:
Stap 1: Lees 9.3 in stilte door
Stap 2: Noteer de betekenis van de volgende begrippen in je eigen woorden: vervangingsweerstand, serieschakeling, parallelschakeling, weerstand
Stap 3: Noteer de formules van de vervangingsweerstand
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Vervangingsweerstand Serieschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
Slide 5 - Tekstslide
Vervangingsweerstand Serieschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
De vervangingsweerstand van twee weerstanden in serie is gelijk aan:
waarin: Rv = vervangingsweerstand (Ω) R1 = weerstand van onderdeel 1 (Ω) R2 = weerstand van onderdeel 2 (Ω)
Rv=R1+R2
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 1: Serieschakeling
Bereken de vervangingsweerstand.
Slide 7 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 1: Serieschakeling
Gegeven: R1 = 20 Ω, R2 = 70 Ω
Gevraagd: Rv
Formule:
Berekening:
Antwoord: de vervangingsweerstand is 90 Ω
Rv=R1+R2
Rv=20+70=90
Slide 8 - Tekstslide
Vervangingsweerstand parallelschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
Slide 9 - Tekstslide
Vervangingsweerstand parallelschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
De vervangingsweerstand van drie weerstanden parallel is gelijk aan:
waarin: Rv = vervangingsweerstand (Ω) R1 = weerstand van onderdeel 1 (Ω) R2 = weerstand van onderdeel 2 (Ω)
R1v=R11+R12
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 2: Parallelschakeling
Bereken de vervangingsweerstand.
18 V
Slide 11 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 2 Parallelschakeling
Gegeven: R1 = 30 Ω, R2 = 60 Ω
Gevraagd: Rv
Formule:
Berekening:
Antwoord: de vervangingsweerstand is 20 Ω
R1v=R11+R21
R1v=301+601=0,05
Rv=0,051=20Ω
18 V
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Wat? Maak 9.3 opdracht 63 + 64 + 72 + 73
Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 15 minuten
Resultaat? Klassikaal bespreken
Klaar? Maak opdracht 68 + 78
timer
15:00
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Vervangingsweerstand gemengde schakeling
Rv,12=R1+R2
R1v=R1,21+R13
Slide 15 - Tekstslide
Oefenopgave
Een leerling maakt de volgende schakeling:
Bereken de totale stroomsterkte door de schakeling.
R1=
R2=
R3=
timer
7:00
Slide 16 - Tekstslide
uitwerking oefenopgave
Gegeven: R1=40Ω, R2=40Ω, R3=60Ω
Gevraagd: I1, I2, I3
Formule:
Berekening:
R1v=R11+R21
I=RvU
R1v,1,2=401+401=0,05
Rv,1,2=0,051=20Ω
Itot=Rv,totU=8020=0,25A
Rv,tot=Rv,1,2+R3
Rv,tot=20+60=80Ω
Slide 17 - Tekstslide
Bij een verhoogde weerstand ........
A
wordt de stroom lager
B
is er te weinig spanning
C
wordt de spanning hoger
D
wordt de stroom hoger
Slide 18 - Quizvraag
In welk schema geeft lamp 1 meer licht?
A
Schema A
B
Schema B
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de vervangingsweerstand
A
20 Ohm
B
5 Ohm
C
7,5 Ohm
D
10 Ohm
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel stroom geeft de Ampere meter aan.
A
12 Amp
B
0,12 Amp
C
0,83 Amp
D
1,2 Amp
Slide 21 - Quizvraag
Je hebt drie weerstanden R1 = 50 Ω, R2 = 100 Ω en R3 = 150 Ω. Bereken de totale weerstand als deze weerstanden zijn geschakeld volgens de schakeling in figuur 2b.