Betoog schrijven

betoog schrijven
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

betoog schrijven

Slide 1 - Tekstslide

doel
Ik kan een betoog schrijven met inleiding, middenstuk en slot.

Slide 2 - Tekstslide

betoog
  • Om anderen te overtuigen. Je geeft je standpunt en argumenten die je standpunt ondersteunen.
  • argumenten gebaseerd op feiten.
  • tegenargument + weerlegging.
  • signaalwoorden om opbouw duidelijk te maken

Slide 3 - Tekstslide

opbouw betoog

  • inleiding: aandacht trekken + standpunt geven
  • middenstuk: - argumenten (per argument 1 alinea: geef                                             feiten die het argument ondersteunen)                                           - tegenargument + weerlegging
  • slot: herhaling standpunt in andere woorden (+ uitsmijter)

Slide 4 - Tekstslide

De inleiding
Twee functies van de inleiding:
1. De aandacht van de lezer trekken;
2. Het onderwerp introduceren.


Slide 5 - Tekstslide

Aandacht trekken
1. iets uit de actualiteit.
2. iets uit de geschiedenis.
3. een voorbeeld: zoals een kort verhaaltje of een eigen ervaring.
4. iets wat voor de lezer van persoonlijk belang is.
5. Een anekdote: een korte, grappige introductie.

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp introduceren
  1. een hoofdvraag en eventueel deelvragen over een bepaald verschijnsel te stellen
  2. een probleem te formuleren d.m.v. probleemstelling
  3. een standpunt te geven

Slide 7 - Tekstslide

slot
  • In het slot gebruik je signaalwoorden die passen bij het verband conclusie, zoals daarom, kortom, al met al, dus etc.

  • De tekst sluit je af met een krachtige zin: de uitsmijter.

Slide 8 - Tekstslide

slot
Je formuleert de hoofdgedachte van de tekst: 
  -het antwoord op de hoofdvraag;
  -een oplossing voor het probleem; 
  -een herhaling van je standpunt.

Vaak is de hoofdgedachte een conclusie. Je kunt deze aanvullen met een aanbeveling of toekomstverwachting.

Slide 9 - Tekstslide

kenmerken goed betoog

Slide 10 - Woordweb

Wat heb jij nog nodig om een goed betoog te kunnen schrijven?

Slide 11 - Open vraag