Herhaling tijdvak 5 (Havo 1)

Tijdvak 5 (Herhaling)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijdvak 5 (Herhaling)

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet tijdvak 5? tijd van ...

Slide 2 - Open vraag

Grieken en Romeinen KA20
Rome bleef na de val van het Romeinse Rijk belangrijk als christelijk centrum. Toen de handel weer ging bloeien kwam er een gevoel van het werderopbouwen van het Romeinse rijk. Deo oude Romeinse bouwkunst werd weer gebruikt en de kunst werd nagemaakt. Deze periode noemen we de Renaissance (wedergeboorte). Hiermee wordt de wedergeboorte van de Oudheid  bedoeld. De Middeleeuwen waren een slechte tijd en de Renaissance zouden hun uit die tijd halen. Er kwam weer een interesse in autonomie (hoe werkt het mensenlijke lichaam) en schilderijen kregen diepte door perspectief. 

Slide 3 - Tekstslide

Humanisten KA19
Er werd ook weer gekeken naar de wetenschap en literatuur uit de Oudheid. In Middeleeuwse kloosters werden Oudheid teksten overgeschreven, waardoor deze nog bewaard gebleven waren. Een groep mensen die naar deze teksten gingen kijken heten humanisten. Zij vonden dat je moest lezen en dat je dan zelf moest nadenken en ordelen vormen. Omdat de humanisten zelf na gingen denken gingen zij ook verboden teksten lezen. De kerk was hier tegen, omdat dit hun macht kon beperken. De meeste mensen konden niet lezen en luisterden dus alleen naar de kerk. De kerk probeerde humanisten daarom te stoppen door hen te straffen.

Slide 4 - Tekstslide

Nieuwe mentaliteit KA19
Door de boekdrukkunst konden ideeën van de humanisten makkelijk worden verspreid. Omdat burgers dit lazen veranderden hun mentaliteit. Mensen gingen in het leven leven, en niet meer alleen voor het leven na de dood. Je moest een actieve rol spelen in de samenleving en niet zomaar meer naar de kerk luisteren, zonder zelf na te denken.  

Slide 5 - Tekstslide

Italiaanse handel KA18
Kaarten waren in de Middeleeuwen niet volledig. Je had monsters en Jeruzalem lang in het midden. Reizende kooplieden hadden hier weinig aan. Toch werd er gehandeld in specerijen in Azië. De Arabieren hadden wel goede kaarten en de Europeanen namen deze over.  Vooral de Italianen deden dit en verkochten ze voor veel geld.  Venetië verdiende veel geld aan kruistochten, waardoor zij handel gingen drijven met Constantinopel. De stad werd heel rijk, maar dit stopte toen Constantinopel werd veroverd door de Turken. Het Ottomaanse Rijk werd hier toen gesticht. De Turken waren heel machtig en blokkeerden de handelsroutes van Italië. 

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwe wegen KA18
Om nieuwe handelsroutes te vinden gaan mensen op ontdekkingsreizen. Kaarten werden gemaakt en zeilmethodes werden verbeterd.Het eerste doel van de reizen was het vinden van eilanden met winstgevende specerijen.De Portugezen en Spanjaarden waren hier het eerste in. Zij ontdekten routes langs Afrika en Amerika. Nederland en andere landen volgende al snel.  Europeanen dachten dat zij beter waren dan de andere volken die zij tegenkwamen in andere werelddelen. Dit idee noemen we een wereldbeeld: het beeld hoe de wereld er volgens Europeanen uitzag.

Slide 7 - Tekstslide

Handelscontacten KA18
Als gevolg van de ontdekkingsreizen kwam veel handel op. Op de kusten werden handelsposten gebouwd vanuit waar gehandeld werd. Handel gebeurde bijan alleen op de kusten, niet in het binnenland.Europeanen dwonen gunstige handelsvoorwaarden voor zichzelf af. Zij stichtten plantages waarop werd verbouwd voor verkoop in  Europa. Op handelsboten gingen ook missionarissen mee. Deze priesters wilden de volkeren tot het christendom bekeren. Dit werd vooral in Amerika gedaan bij de indianan die aan dwangarbeid moesten doen. Omdat Indianen door wetten werden beschermd kwam de slavenhandel op gang.  

Slide 8 - Tekstslide

Begrippen
Anatomie, Bouwkunst, Handelspost, Humanist, Kolonie, Mentaliteit, Missionari, Ontdekkingsreizen, Ottomaanse Rijk, Perspectief, Plantage, Renaissance, Slavenhandel, Specerijen en Wereldbeeld. 

Slide 9 - Tekstslide

Problemen in de kerk KA21
Tijdens de Renaissance kwam er steeds meer kritiek op de kerk. Na 1500 nam dit toe. Mannen als Maarten Luther vond dat je de Bijbel moest lezen en je zo moest gedragen, niet zomaar luisteren naar de kerk. Hij wilde dat heiligen niet werden afgebeeld en aflaten mochten niet verkocht worden. Mensen die hem gingen volgen heten luteranen. De paus strafte Luther voor zijn kritiek en verklaarde hem vogelvrij. Verschillende Duitse vorsten waren het hier niet mee eens, en hielpen Luther. Johannes Calvijn was het niet eens met Luther. Hij vond dat gelovigen mochten beslissen wat er in de kerk gebeurden. Zijn volgers heten Calvinisten. 

Slide 10 - Tekstslide

De kerk splitst KA21
Hervormers als Luther en Calvijn vonden dat de kerk moest hervormen. Omdat deze mensen uit de kerk werden gezet kwam er een splitsing; de rooms-katholieken bleven trouw aan de paus, en de protestanten waren het eens met de hervormers. Hun kerken waren sober en hadden geen versieringen. Ook mochten priesters trouwen en vroeg vergiffenis aan God zelf, niet aan priesters. Katholieke vorsten probeerden de paus te helpen door op te treden tegen het protestantisme. Dit leidde in de 16e eeuw tot veel bloeidige oorlogen. 

Slide 11 - Tekstslide

Centraal bestuur in de Nederlanden KA22
Het Habsburgse Rijk, onder Karel V, bestond uit een heel deel van Europa en ook de Nederlanden. De Nederlanden bestonden uit Nederland, Beglgië en Luxemburg, en had 17 gewesten. Ieder gewest had eigen wetten en regels wat voor de koning moeilijk was bij het besturen.Daarom wilde Karel V een centraal bestuur invoeren met overal dezelfde regels en wetten. Spaanse ambtenaren moesten dit gaan regelen.  De Nederlandse adel werd hierdoor mnder belangrijk en waren hier niet blij mee. In 1555 volgde Filips II zijn vader op. Hij zette het centrale bestuur door via landvoogden, die  regeerden. Deze landvoogd werd geholpen door stadhouders van gewesten 

Slide 12 - Tekstslide

Geen Spaanse koning KA22
Veel mensen waren ontevreden met het Spaanse bestuur. Zij wilden geen centraal bestuur, vonden de belastingen te hoog en mochten niet protestants zijn. Filips II was streng katholiek en verketterden protestanten. Willem van Oranje vroeg Filips II om minder vervolgingen, maar dit hielp niet. In 1566 was er een enorme economische crisis, wat de aanleiding werd voor de Beeldenstorm. Tijdens protestantse hagepreken kwamen mensen in opstand tegen het strenge katolicisme. De menigte trokken naar katholieke kerken en sloegen beelden etc. kapot. Dit omdat  protestanten vonden dat je heiligen niet mocht afbeelden. 

Slide 13 - Tekstslide

De opstand KA22
Na de beeldenstorm stuurde Filips II hertog Alva naar de Nederlanden om streng te straffen. Er werd een rechtbank gemaakt die zwarte straffen opglegden. Veel inwoners, en ook Willem van Oranje, vluchtten. Vanuit Duitsland  bereidde Willem zich voor op een aanval. Hij kreeg hulp van de watergeuzen: vluchtelingen die op schepen leefden. In 1568 viel Willem de Nederlanden aan en de Opstand begon. Pas in 1572 behaalden zij een overwinning met het innemen van Den Briel. Steeds meer steden kwamen nu bij de opstand. De Spanjaarden sloegen hard terug. Steden werden belegerd en soldaten plunderen vele huizen onderweg.

Slide 14 - Tekstslide

Verdeling van de Nederlanden KA22
Om het leger te betalen moesten de opstandelingen samenwerken. In 1579 sloten de noordelijke gewesten een verbond tegen Spanje: De Unie van Utrecht. De zuidelijke staten bleven trouw aan de Spaanse koning. In 1588 leek de opstand zinloos. In 1584 werd Willem van oranje vermoord en de Spanjaarden veroverden vele steden. In 1581 zette de Unie van Utrecht de volgende stap. Filips II was niet langer hun koning en de gewesten verklaarden zich onafhankelijk. In 1588 werd daarom De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen. Elk gewest werd nu bestuurd door de Gewestelijke staten, die samen de Staten-Generaal vormden. 

Slide 15 - Tekstslide

Na 1588 KA22
De Republiek werd protestant en zette de strijd tegen Spanje samen voort. De katholieke kerk werd verboden en al het bezig van de kerk werd ingenomen. Na 1588 ging de opstand beter voor de Republiek. De Republiek had meer geld voor de opstand door goede handel en nijverheid. Ook voerde Fillips II  meerdere oorlogen, waardoor hij niet al zijn aandacht op de Republiek kon vestigen. Willem werd opgevolgd door zijn zoon Maurits. Hij was een goede legeraanvoerden, waardoor vele steden en gebieden ingenomen werden door de Republiek. Rond 1600 bleef de strijd stilstaan en kwamen er vredesonderhandelingen. 

Slide 16 - Tekstslide

Vredesonderhandelingen KA22
Spanje en de Republiek kwamen niet uit vredesonderhandelingen. Daarom werd er een wapenstilstand getekend. Tussen 1609 en 1621 werd er niet gevochten. Na 1621 ging het vechten weer door maar de verhoudingen veranderden niet. Pas in 1648 tekenden Spanje en de Republiek de Vrede van Münster. De zuidelijke Nederlanden bleven van Spanje en de noordelijke Nederlanden werden erkens als onafhankelijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen
Beeldenstorm, Calvinist, Centraal bestuur, Gewest, Gewestelijke Staten, Hagenpreek, Hervormer, Hervormingen, Humanist, Inquisitie, Ketter, Landvoogd, Lutheraan, Opstand (in de Nederlanden), Protestant, Renaissance, Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Rooms-Kahtoliek, Stadhouder, Staten-Generaal, Unie van Utrecht, Watergeuzen en Vrede van Münster.

Slide 18 - Tekstslide