1.5 Drogredenen

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen deel 1
  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • Cirkelredenering
  • Verkeerde vergelijking
  • Overhaaste generalisatie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.


Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.


Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overhaaste generalisatie 
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen deel 2
  • Bespelen van het publiek
  • Onjuist beroep op autoriteit

  • Persoonlijke aanval
  • Vals dilemma

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespelen van het publiek
Je beweert zaken waartegen iemand moeilijk in kan gaan.



Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wil wonen!

U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op autoriteit
Je gebruikt iemand op die helemaal geen autoriteit is op het gebied van het onderwerp van de discussie.

'Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is, want dat heeft mijn fitnesstrainer gezegd.'

De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval
Bij een persoonlijke aanval wordt er niet op de bal, maar op de persoon gespeeld. 



 'Als je tegen Zwarte Piet bent, dan ben je geen echte Nederlander'. 

Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vals dilemma
Er worden vaak maar 2 opties verteld, terwijl er veel meer mogelijkheden zijn die niet besproken worden.

Als je het niet eens bent met de nieuwe veiligheidsmaatregelen op luchthavens ben je dus voor terrorisme. 

Wie niet met mij is, is tegen mij.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 13 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 14 - Quizvraag

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 15 - Quizvraag

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen dief, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 16 - Quizvraag

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Verkeerde vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Bespelen van het publiek

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.

A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Verkeerde vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Overhaaste generalisatie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies