Alexandre Dumas père (1802 – 1870) werd dé specialist
van het nieuwe genre de historische roman. Zijn Les trois
Mousquetaires (1844) en La Reine Margot (1845) spelen zich
af in de 16e eeuw. Zijn even beroemde Le comte de Monte-
Cristo (1845) speelt zich af in de 19e eeuw. Dumas was zo productief dat hij het schrijven niet alleen afkon; hij
liet zich helpen door ghostwriters. Zo is Le comte de Monte-
Cristo geschreven in samenwerking met Auguste Maquet.
Alexandre Dumas leidde een losbandig leven: veel geld, veel
eten, veel alcohol en veel vrouwen.
Alexandre Dumas fils (1824 – 1895) was een bastaardzoon van Alexandre Dumas. Hij had moeite met de levensstijl van zijn vader. Vooral met de manier waarop zijn vader, net als veel andere rijke mannen uit zijn tijd, omging met courtisanes, vrouwen die zich door rijke heren lieten onderhouden. Het lot van deze dames lag helemaal in de handen van hun ‘minnaars’. Hij schreef een roman over zo’n courtisane: La Dame aux Camélias (1848). Het werd een groot succes.
opera: La Traviata (1853•
La société S1
De Franse Revolutie van 1789 was een bloederige
afrekening met het absolute koningschap. De
democratie werd uitgeroepen en de rechten van de
mens (La Déclaration des Droits de l’Homme et du
Citoyen) werden opgetekend. De chaos daarna was zo
groot dat Napoleon de macht kon grijpen en zich tot
keizer kon laten kronen. Napoleon veroverde Europa,
maar werd in Rusland verslagen, meer door de winter
dan door het Russische leger. In Frankrijk werd de
monarchie hersteld.
De periode tussen 1815 en 1830 noemen we de
restauratie: de regeringsperiode van Louis XVIII
(1815 – 1824) en zijn opvolger Charles X (1824 – 1830).
De onvrede met de monarchie bleef. In 1830 ging het
volk de straat op. Binnen drie dagen was de koning
afgezet en was er een nieuwe koning ‘benoemd’,
Louis-Philippe, verre familie van de vorige koningen.
Hij gaf het koningschap een nieuwe inhoud: de rijke
burgers kregen het voor het zeggen. Met behulp van
de banken investeerden ze in de industrie en konden
ze goed geld verdienen. Louis-Philippe wordt dan ook
de Burgerkoning genoemd. Voor alle industrieën waren
mensen nodig die het werk deden. Een nieuwe klasse
ontstond: de arbeidersklasse. Veel mensen verlieten het
platteland en trokken naar de stad in de hoop werk te
vinden. Ze leefden opeengepakt in ongezonde wijken
en werden als arbeidskracht uitgebuit. In 1848 gingen
de arbeiders, gesteund door intellectuelen, weer de
straat op: revolutie! Louis-Philippe werd afgezet en de
Tweede Republiek werd opgericht.
Het gevoel van onvrede werd niet alleen onder de
arbeiders geuit, maar ook in de kunst: men wilde weg uit
deze ellendige eeuw. De vooruitgang die de verlichting
beloofd had, bracht duidelijk niet alleen goede dingen.
Er ontstond een nieuwe stroming, de romantiek. De
gehele eerste helft van de 19e eeuw stond in het teken
hiervan. Het gevoel en de verbeelding stonden centraal.
De kunst diende niet meer tot luchtig vermaak of tot
het verspreiden van optimistische ideeën, maar kreeg
als taak om emoties uit te drukken. Er werd vooral veel
poëzie geschreven, want geen genre is meer geschikt
om gevoelens te verwoorden, zowel het negatieve mal
du siècle, het ‘lijden aan de eeuw’, als de gevoelens van
troost en vrede die de dichter vindt in de natuur.
Er ontstonden ook nieuwe genres, zoals:
• de autobiografische roman, in de ik-persoon,
waarin de schrijver zijn persoonlijke gevoelens kon
verwoorden;
• de historische roman, een vlucht naar het verleden,
met name naar de middeleeuwen;
• de toekomstroman, een vlucht naar de toekomst, dus
de eerste sciencefiction;
• reisbeschrijvingen naar verre landen, een vlucht naar
exotische streken;
• de sociale roman (vooral in Frankrijk), waarin
maatschappelijke misstanden getoond werden