In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
2.3 De opkomst van het Christendom
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen deze paragraaf =>
Ik kan 2 goden noemen waarin de Romeinen geloofden.
Ik kan uitleggen hoe het christendom is ontstaan door het verhaal van Jezus te gebruiken.
Ik kan verklaren waarom het christendom veel aanhangers kreeg.
Ik kan uitleggen waarom het christendom eerst verboden was in het Romeinse Rijk.
Ik kan uitleggen hoe het christendom de enige godsdienst werd die toegestaan was in het Romeinse Rijk.
Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe de christenen vervolgd werden.
Ik weet in welk jaar het christendom de enige godsdienst werd die toegestaan was in het Romeinse Rijk.
Ik weet welke Romeinse keizer daarvoor gezorgd heeft.
Slide 2 - Tekstslide
Nederland
Godsdienst: Germaanse, Keltische, Romeinse goden en de keizer
Rome
Godsdienst: Romeinse goden, de keizer en andere goden.
Jeruzalem/Israel
Godsdienst: een God
Het Romeinse Rijk rond het jaar 120 na Chr.
Slide 3 - Tekstslide
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst.
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god.
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.
Andere volken binnen het Romeinse Rijk mochten hun eigen godsdienst houden als ze ook de Romeinse goden vereerden.
Godsdiensten binnen het Romeinse Rijk
Slide 4 - Tekstslide
Romeinse Goden
De Romeinen geloofden in meerdere goden. Als je een gelukkig leven wilde leiden, moest je ervoor zorgen dat de goden het beste met je voor hadden. Dat deed je bijvoorbeeld door ze cadeautjes te geven. De goden hadden allemaal een eigen taak.
Slide 5 - Tekstslide
Jezus van Nazareth
Christenen zijn aanhangers van Jezus.
Jezus was een Joodse man, voor Christenen de zoon van God die op aarde leefde. Hij beloofde dat als je goed leeft, in de hemel komt. Voor God zijn alle mensen gelijk.
Christenen geloven maar in 1 God.
Jezus krijgt veel aanhangers. De Romeinen vinden hem gevaarlijk omdat de keizer door de Christenen niet als god wordt vereerd.
Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.
Dit gebeurde rond 30 na Christus.
Het verhaal van Jezus staat in de Bijbel, het heilige boek van de Christenen.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Christenvervolgingen
De Romeinen verboden lange tijd het Christelijke geloof.
Christenen werden zelfs vervolgd. Ze moesten bijvoorbeeld vechten tegen leeuwen.....
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld van christenvervolging
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome
brandde af. Al gauw werd verteld dat keizer Nero
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen
als straatverlichting.’
Slide 9 - Tekstslide
Constantijn de Grote
Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk.
Door keizer Constantijn de Grote komt daar een einde aan: kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de Christenen hem de overwinning belooft.
Hij won de veldslag en werd Christen...
Slide 10 - Tekstslide
Christendom toegestaan
Keizer Constantijn zorgde voor het stoppen van de christenvervolging.
Vanaf 394 is het christendom het enige toegestane geloof.
Nu mag je niet meer in de andere goden geloven.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
✔Check je leerdoelen door het maken van de oefenvragen.
Slide 13 - Tekstslide
Noem 2 goden die de Romeinen vereerden.
Slide 14 - Open vraag
Welke woorden horen bij het Christendom?
A
Jupiter, tempel, meergodendom
B
Jezus, kerken, eengodendom
C
Jezus, tempel, meergodendom
D
Jezus, kerken, meergodendom
Slide 15 - Quizvraag
Wie is hier afgebeeld?
A
keizer Constantijn
B
Jezus Christus
C
Jupiter
D
Een Christen
Slide 16 - Quizvraag
De volgelingen van Jezus noemden zichzelf:
A
Joden
B
Christenen
C
Moslims
D
Germanen
Slide 17 - Quizvraag
Christenen geloven in meerdere goden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Wat was een reden voor de Romeinen om de christenen te vervolgen?
A
De Romeinse keizer niet als god vereren.
B
De keizer geen belasting betalen
C
Christenen roddelden over de Romeinse keizer
D
Christenen woonden niet in het Romeinse Rijk
Slide 19 - Quizvraag
In het begin werden Christenen in het Romeinse Rijk......
A
... soldaat
B
... vervolgd
C
... voorgetrokken
D
... met rust gelaten
Slide 20 - Quizvraag
Christenen die werden gepakt kregen zware straffen. Noem 2 voorbeelden hiervan.
Slide 21 - Open vraag
Waarom was het christendom zo populair?
A
Jezus zei dat iedereen gelijk was voor God
B
Voor iedereen was er een plek in de hemel
C
Jezus hielp vooral arme en zieke mensen
D
Alle christenen kregen gratis sandalen
Slide 22 - Quizvraag
Waar zorgde keizer Constantijn voor?
A
Hij zorgde ervoor dat de Christenen hem als god zagen.
B
Dat christenen niet meer vervolgd werden.
C
Dat alle beelden van Romeinse goden werden vernietigd
D
Dat iedereen Christen wilde worden.
Slide 23 - Quizvraag
In welk jaar kwam er godsdienstvrijheid voor de Christenen in het Romeinse Rijk?
A
394 na Chr.
B
394 voor Chr.
C
500 na Chr.
D
er kwam geen godsdienstvrijheid
Slide 24 - Quizvraag
✔Alle vragen goed? TOP => dan heb jij de leerdoelen gehaald!
🚩 Veel vragen nog niet goed? Ga dan nog eens aan de slag met de leerdoelen die je nog niet beheerst.