Dunne darm: Via de darmwand in de dunne darm komen deze voedingsstoffen in het bloed terecht
Dikke darm: Voedsel dat niet verteerd kan worden, gaat naar de dikke darm. Daar wordt er water uitgehaald. De voedselbrij wordt hierdoor dikker en verandert in ontlasting.
Endeldarm: De endeldarm wordt met een kringspier afgesloten. Deze kringspier heet de anus.