H 3.8 spelling - hoofdletters en trema
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Link
Slide 3 - Tekstslide
Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw Van der Meer
B
mevrouw van der meer
C
mevrouw Van Der Meer
Slide 4 - Quizvraag
Hoofdletters: goed of fout?
Eefje van Vliet
Eefje van Vliet
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Kloppen de hoofdletters in deze zin?
'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer gebruik je nog meer hoofdletters?
A
seizoenen
B
maanden
C
windrichtingen
D
straten
Slide 7 - Quizvraag
Waar zijn de hoofdletters correct gebruikt?
A
Noord - holland
B
noord - Holland
C
noord- holland
D
Noord - Holland
Slide 8 - Quizvraag
Staat de hoofdletter goed?
50 Meter voor de finish zakte de schaatser door het ijs.
50 Meter voor de finish zakte de schaatser door het ijs.
A
goed
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
Wel of geen hoofdletter?
06-nummers worden steeds sneller hergebruikt.
06-nummers worden steeds sneller hergebruikt.
A
06-Nummers
B
06-nummers
Slide 10 - Quizvraag
Zijn de hoofdletters en leestekens juist gebruikt?
's Nachts kun je veel sterren zien, tenzij het niet helder is.
's Nachts kun je veel sterren zien, tenzij het niet helder is.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een trema?
A
Een streepje op een letter
B
Twee puntjes op een letter
C
Een komma na een letter
Slide 12 - Quizvraag
Een trema is een leesteken. Door een trema op een klinker te plaatsen, geeft je aan dat de klank van het woord verandert.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Trema of niet?
A
financien
B
financiën
Slide 14 - Quizvraag
Trema?
industriele
industriele
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Trema
Vacuum of vacuüm?
Vacuum of vacuüm?
A
Vacuum
B
Vacuüm
Slide 16 - Quizvraag
Trema?
tatoeage
tatoeage
A
ja
B
nee
