QUIZZ voor na de les - Ana p2 wk 2 NIEREN

Nieren 
Quizz 

LOEP Basiszorg
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieren 
Quizz 

LOEP Basiszorg

Slide 1 - Tekstslide

Quiz
Er volgen nu 8 quizvragen over de lesstof
van vorige week
.
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Waar vindt de filtering van het bloed plaats in de nieren?
A
nefronen
B
vesica urinae
C
nierbekken
D
niertrechter

Slide 3 - Quizvraag

In welk deel van het nefron vindt er filtering van het bloed plaats en ontstaat er voorurine?
A
glomerulus
B
verzamelbuis
C
lis van Henle
D
gekronkeld buisje van de 1e orde

Slide 4 - Quizvraag


Waar zitten meer bestanddelen in?
A
in urine meer dan in voorurine
B
er zitten in voorurine en urine evenveel bestanddelen
C
in voorurine meer dan in urine
D
Het verschilt per persoon waar meer bestanddelen in zitten; urine of voorurine

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je het wanneer bruikbare stoffen weer in het bloed worden opgenomen?
A
Absorptie
B
Reabsorptie
C
Filtratie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de Latijnse benaming voor urineleider?
A
Pyelum
B
Mictie
C
Ureter
D
Urethra

Slide 7 - Quizvraag


Waar zorgt het hormoon ADH voor bij de regulatie van de wateruitscheiding?
A
het stimuleert de nierbuisjes om meer water uit de voorurine aan het bloed af te geven.
B
het stimuleert de nierbuisje om minder water uit de voorurine aan het bloed af te geven

Slide 8 - Quizvraag


Wat heeft de zoutconcentratie voor invloed op de bloeddruk?
A
Zout trekt vocht aan, bloedvolume daalt, bloeddruk daalt
B
Zout trekt vocht aan, bloedvolume stijgt, bloeddruk stijgt
C
Zout houdt vocht tegen, bloedvolume stijgt, bloeddruk stijgt
D
Zout houdt vocht tegen, bloedvolume daalt, bloeddruk daal

Slide 9 - Quizvraag


Hoe wordt de vorming van urine genoemd?
A
Mictiedrang
B
Diuresedrang
C
Mictie
D
Diurese

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide