De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het zenuwstelsel.
Subleerdoelen:
De student kan:
globaal uitleggen wat het zenuwstelsel is en welke taken het heeft.
de volgende indelingen van het zenuwstelsel benoemen: centraal/perifeer, willekeurig/onwillekeurig, sensorisch/ motorisch, sympathisch/parasympatisch.
de bouw van zenuwweefsel en zenuwcellen (neuron, dendriet, axon, synaps, myelineschede) uitleggen.
de werking van de zenuwcel in eigen woorden uitleggen.
de volgende begrippen uitleggen: prikkel, impuls, witte stof, grijze stof, impulsgeleiding, neurotransmitters.
Slide 12 - Tekstslide
Bijzondere weetjes..
Ter introductie: bijzondere feiten en weetjes over ons zenuwstelsel..
Ga naar Kahoot.it
Log in met de code die je van de docent krijgt
Slide 13 - Tekstslide
Werkblad college
Pak je werkblad van het college erbij, tijdens de les kun je dan direct controleren of je antwoorden juist zijn en je antwoorden eventueel aanvullen.
Slide 14 - Tekstslide
Functies zenuwstelsel
Slide 15 - Woordweb
Slide 16 - Tekstslide
Zenuwstelsel indeling: bouw
Centrale zenuwstelsel
Bestaat uit welke onderdelen?
Ligging?
Perifere zenuwstelsel
Bestaat uit welke onderdelen?
Ligging?
Slide 17 - Tekstslide
Zenuwstelsel indeling: bouw
Centrale zenuwstelsel Perifere zenuwstelsel
Indeling bouw: centraal zs en perifeer zs
Slide 18 - Tekstslide
Zenuwstelsel indeling: functie
Indeling functie o.b.v. integratie (alle delen v.h. lichaam werken samen):
Willekeurig (animaal)
Onwillekeurig (vegetatief)
Sympatisch
Parasympatisch
Wat zijn de taken/functies?
Slide 19 - Tekstslide
Indeling functie: onwillekeurig
Onwillekeurig (vegetatief)
Onwillekeurige processen, o.a.:
Bloeddrukregulatie
Regulatie van de darmactiviteit
Regulatie lichaamstemperatuur
Gladde spieren en klieren
Slide 20 - Tekstslide
Indeling functie: onwillekeurig
Sympathische systeem is het actieve systeem
Stimuleert hartactiviteit en ademhaling
Bloedsuiker stijgt
Remt de spijsvertering
Parasympathische systeem is het passieve systeem
Ook wel het herstel systeem genoemd
Vertraagt hartactiviteit en ademhaling
Stimuleert de spijsvertering
Tegengestelde werking
Slide 21 - Tekstslide
Indeling functie: richting v.h. signaal
Indeling functie o.b.v. richting van het signaal:
Motorisch
Welke richting?
Welke functie?
Sensorisch
Welke richting?
Welke functie?
Slide 22 - Tekstslide
Indeling functie: richting van het signaal
Motorisch
Prikkels lopen van het CZS naar de spieren
Sturen aan
Sensorisch
Prikkels lopen van het lichaam naar het CZS
Voelen
Samenwerking
Slide 23 - Tekstslide
De zenuwcel
Hoe is de bouw van een zenuwcel?
--> sleepvraag
Slide 24 - Tekstslide
1
2
3
4
5
6
7
8
Cel-
lichaam
Cellen
van
Schwann
dendriet
Insnoering
van
Ranvier
Cel-
kern
Synaps
Myeline-
schede
Axon
Slide 25 - Sleepvraag
Indeling naar herkomst
Werking van de zenuwcel (neuron)
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Witte en grijze stof
Wat zijn de kenmerken?
--> sleepvraag
Slide 28 - Tekstslide
Grijze stof
Witte stof
Grijze stof
Witte stof
Meer
myeline-
schede
Prikkel
gaat
sneller
Meer dendrieten,
synapsen en axonen
zonder myelineschede
Ligging in
de kern van
de hersenen
Ligging aan de
buitenkant van
de grote hersenen
Ligging in
de kern van
het ruggen-
merg
Ligt grotendeels
in het centrale
zenuwstelsel
Ligt grotendeels
in het perifere
zenuwstelsel
Ligging aan
de buitenkant
van het ruggen-
merg
Prikkel
gaat
trager
Slide 29 - Sleepvraag
Witte en grijze stof
Wit:
Meer myeline schede
Prikkelversnelling
Kern van de hersenen
Buitenkant van het ruggenmerg
Grotendeels het perifere zenuwstelsel
Grijs:
Meer dendrieten, synapsen en axonen zonder myeline schede
Prikkel gaat trager
Buitenkant van het cerebrum
De kern van het ruggenmerg
Grotendeels het centrale zenuwstelsel
Slide 30 - Tekstslide
Leerdoelen week 3: Zenuwstelsel
Hoofdleerdoel:
De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het zenuwstelsel.
Subleerdoelen:
De student kan:
globaal uitleggen wat het zenuwstelsel is en welke taken het heeft.
de volgende indelingen van het zenuwstelsel benoemen: centraal/perifeer, willekeurig/onwillekeurig, sensorisch/ motorisch, sympathisch/parasympatisch.
de bouw van zenuwweefsel en zenuwcellen (neuron, dendriet, axon, synaps, myelineschede) uitleggen.
de werking van de zenuwcel in eigen woorden uitleggen.
de volgende begrippen uitleggen: prikkel, impuls, witte stof, grijze stof, impulsgeleiding, neurotransmitters.
Slide 31 - Tekstslide
Aan de slag / huiswerk
Werk de leerdoelen van week 3 uit
Gebruik hierbij de ingesproken PowerPoints (college Zenuwstelsel deel 1), je aantekeningen van de les, je werkblad van het college en onderstaande module uit ExpertCollege: